Transkripte durchsuchen » National Archives / Archiv South Holland

Archivzugang 1.01.02, Inventarnummer 8161, Blatt 10

zedert niet hadde bevestigt op een
seer Schandelijcke en seer Smentelijcke
Dogh boven en
wijse.
behalven alle dese nu gemaackte
reflexien, is oock in 't algemeen
seeckern dat een Staet, buijten
behoorlijck postuur blijvende,
van Des selfs nabuuren, min
werdt geacht en aengesien,
en daerom menighmael, op
desselfs belangen, off die van
haere Ingesetenen, min werd
achtgegeven; Dat des selfs
handel en gedragh, hoe eenvou=
digh en onberispelijck die oock
soude mogen wesen, werdt
gecritiqueert, en ten ergsten
uijtgelegt; en aan
naburen
nabuuren, als niet wel gebint souden
mogen weesen, occasie en aanleiding gegeeven,
om sonder veel bekommernis, off vreese voor
ongemak, de republiq te insulteeren; gelijk
reets meer dan eenmaal, sedert de jongste
vreede, is geschied.
Dog, hoog Mogende heeren, al 't gunt
tot nog toe is gesegt, kan immers niet
worden tegengesprooken, off vande hand
geweesen, als de securiteit vanden Staat
meer als tegenwoordig soude konnen worden
betragt, buiten nieuwe off meerder last
vant gemein. daar toe zijn, al op
den 17 December 1716, aan U ho:Mo:
in haare extraordinaris vergadering, en
sedert iterativelijk, convenable voorsla„
,gen door den Raad gedaan, in substan„
,tie strekkende, om door verschikking
en versterking der regimenten en Com„
pagnien, een merkelijk meerder getal van
effective soldaaten en Combattanten in
den dienst te hebben: ‛s Lands Swakke