Blader door transcripties » Nationaal Archief / Rijksarchief Zuid-Holland

archieftoegang 1.01.02, inventarisnummer 8161, pagina 11

militie althans op een meer kostelijke
voet zijnde, als se oit voor deese bij den
Staat is geweest, en als eenige der na„
„buuren, en bij verschikking van deselve
een groot getal van solliciteurs, jongens
van officieren, Tambours, en wat dies
meer is, die op de rollen, soo wel van
kleine als van groote Compagnien zijn
uitgetrokken, en betaalt worden, en even„
,wel in oorlogs actien van geen off wij„
,nig dienst, zijn, sullende konnen worden
gelicentieert als onnutte monden, en
voor dat geld, een merkelijk meerder ge„
,tal van braave soldaaten aangehouden.
En hoewel het getal der officieren, alsdan
wel wat minder soude zijn, souden er
evenwel nog genoeg overblijven na pro„
„portie vande sterhte der regimenten
en Compagnien, en na 't geen bij andere
nabuurige Natien in desen nuttelijk word
gepractiseert; en de te licentieeren, offi„
„cieren bij provisie gepensioneert,
en van tijd tot tijd geremplaceert. En,
eindelijk, dat de Compagnien aldus wordend,
verschikt, bij opkomende nood beter
souden konnen worden gerecruteert;
en blijvende op den jegenwoordigen klei„
,nen en geringen voet, niet soude konnen
worden vermeerdert, sonder te buiten
te gaan de maat of proportie, die inde
compagnien, en om daar van behoorlijken
dienst te konnen erlangen, diend te worden
gehouden tusschen de oude Manschap
en de recrutes. Hier op is tot nog toe
niet anders gevolgt, dan dat bij u ho:
Mo: voors: res: vanden 30 Meij 1718,
eenige schikking is gemaakt ontrent
de Staven, en tot vergrooting van eenige
regimenten ruiterije; dog geen ordre ge„
„stelt tot versterking der Compagnien
te paerd: gelijk ook niet gedaan is in
reguarde vande Infanterije. Dog nadien
u Ho:Mo:, voor wijnig daagen een nieuw