Blader door transcripties » Nationaal Archief / Rijksarchief Zuid-Holland

archieftoegang 1.01.02, inventarisnummer 1833, pagina 10

opgeslagen en behet is, eenige vreemde sprake
te spreecken, nog teecken houden, nog vuur
teecken te doen, nog eenig gerugt oft alarmte
maecken, ten ware latter van vijanden eenig
onraed vernomen wierde, op poene vanden lijve
21.
Item niemand sal hem vervorderen op te blijven naa
dat de wagt opgeslagen is, maer terstont te haen
daer hij gelogeert is, op verbeurte vante sitten
inde boeijen vierdagen te wateren te brode.
22.
Itemdathem niemand en vvordere eenige muij„
terije te stigten, ofte 'tsamen rottingen te maken
aen land ofte binnenscheeps boort, het hij om wat
oorsake hetselve soude mogen wesen, oppeijne
van aan lijff en leven gestraft te werden nae
exigentie van saecke; en ingevalle iemant
vansoudanige Vergaderinge ofte 'tsamenrottinge
quame te vernemen, ofte bij iemand daervan
aengesproocken wierde, omme mede te stilmmen,
deselve sal gehouden sijn sulx datelijk den Capn.
ofte den raed te verwittigen, op peijne van aanden
lijve gestraft te werden; Ende ingevalle ijnmand
vandeselve thamenlottinge sijnde, het selve quane
te ontdecken, ende beleijders vandiente nomen,
sal niet alleen vrij vande straffe sijn, maer
daer en boven tot een vergeldinge genieten vijff
entwintig guldens, en wie buijten deselve t'samen
rottinge sijnde, sulx sal comen te ontdecken, sal
daer voor tot een vereeringe genieten vijftigh
guldens, en daer en boven geavanceert werden tot
het eerste ampt, daer toe hij bequaem sal sijn.
23.
Item, niemand sal hem vervorderen eenige brieven
uijt te geven
te ontfangen, ofte aftesonden dan in presentie
vande Capn. diese eerst visiteren sal dewelbee
hetselve den admt. ofte vice admt. sal moeten
aengeven, op peijne vande galge.
24.
De quartiermrs. van haer quartier Volles sullen
gehouden wesen soo wel bij dage als bij nagte boven
te sijn, ende de wagte te houden, opverbeurte
vangebuelt te worden.
25.
Item, de quartiermrs. sullen gehouden wesen, boven
te komen als men het volkschaft, om ijder sijn
spijse te dragen, en agt te nemen, datter niet
verlooren enhaet, ende victuaille die daerover
schiet, sullen hij wederomme nemen, en bestellen
die inde botterije, en sullen niet eer beneden
gaen, voor het volk gegeven heeft, op verbeurte
vandrie reijsen vande Zee te vallen.
26.
Item niemanden sal vervorderen van sijn wagt te
gaen voor datter een ander in sijn plaatse sal
gecomen sijn, op peijne van drie reijsen onder den
kiel door getrocken te worden, en gelaarst te
worden van alle het scheepsvolk.
27.
Item, soo wie op sijn wagt slapende bevoneen
wort, sal drie reijsen gekielt worden, en gelaerst
van alle, het scheeps volk.
28.
Soo ijemand het Cijfflet, ofte in sijn quartier ver„
Iltep, die sal voorde eerste reijse ter discretie van
Capn. en officieren gestraft, voorde tweede reijse
van alle tscheeps volk gelaarst, en voorde derde
reijse onderde kiel door getrocken worden,