Blader door transcripties » Nationaal Archief / Rijksarchief Zuid-Holland

archieftoegang 1.01.02, inventarisnummer 12040, pagina 15

de Officieren en Beelienden van het Collegie in
Zeeland swaangheid mogten maaken om
het Zeeuwsche half Licent tonderlied Hol„
„landsch te ontfengen en de Pasporden de
verleenen, zij in dat geval het Zeeuwsch
half Licent insgelijx door haare Officieren
en Bedienden zullen doen ontfangen, de
expeditie doen en hiet provenu ten behoeve
van het Collegie in Zeeland depositeeren dot
nader ordre van haar Hoog Mogende.
Dat, om het gemelde Collegie op de Maale
tot de voorschreeve heffeng van het Hollandsch
half Licent met opzigt tot de inkoomende
goederen des te beter in staat te stellen en
desordres voor te koomen, haare Coninglijke
Hoogheid zal worden versogt, zoo als versogt
word mitsdeeze, aande Gouverneurs, Comman„
,deurs of commandeerende Offecieren te
Lillo, Sas van Gent en Sluijs in Vlaanderen
te ordonneeren, dat zij de Officieren en
Bedienden van het gemelde Collegie op
derzelver requisitie met de Sterke hand in
deezen zullen assisteeren, en aandie van
het Collegie in Zeeland alle oppositie ter
coutrarie beletten, bedwvingende voorts de
luatstgemelde om de Scheepen en goederen
te laaten passeeren of vertrekken, wanneer
het Zeeuwsch half Licent aan haar of, in
cas bij het niet ontfangen willen, aande
Officieren en Bedienden van het Collegie op
de Maaze invoegen als vooren, betaalt zal
zijn. Voorts dat zij met relatie tot Uid„
„quande Goederen geene scheepen zullen laaden
passeeren
20 Januarij.
12.
passeeren of vertrekken zonder bewilliging van
de Officieren en Bediendens van hed Collegie op
de Maaze, en dat zij ter contrarie geene zullen
aanhouden uit loofde dat het Hollandsch half
Licent aande Officieren en Bediendens van het
Collegie nied betaalt is, off dat het Zeeuwscht
hialf Licent aun het Collegie in Holland betaalt
zoude mogen zijn.
Dat haare Koninglijke Hoogheid insgelijxe
sal worden verzogt, zoo als verzogt word medsdlaele,
om aanden Commandeur of commandeerende
Officier vanden Uitlegger voor Lillo te gelesten,
dat liij alle schapen zal hebben gan te houden,
liplt
die liet voorschreeve Hollandsch, Licent aande
Officieren en Bedienden vande Collegien ter
Admiraliteit in Holland niet zouden mogen
hebben betaalt, en dat liij in teegendeel geene sal
hebben aan te houden om dat zij hetzelve aan
de Officieren en Bedienden van het Collegie in
Zeeland niet betaalt hebben, of dat hiij het Decuws
half Licent aan de Collegien in Holland zouden
mogen hebben betaalt.
Dat Extract van deele haar Hoog Mogende
resolutie, voor zoo veel de drie naast voorgaande
periodes aangaad, zal werden gezouden aan alle
de Officieren en Bedienden van het meergemelde
Collegie in Zeeland, welke in de Provincie van
Holland mitsgaders Brabant en Vlaanderen
ressort van den Staat rezideeren en tot den
Ontfang van het Zeeuwsch heelf Licend zijn
gequalificeerd, om te strekken tot derzelver narigt,
enzig daar naar te reguleeren.
Dat voor soo veel het gemelde Collegie in