Blader door transcripties » Nationaal Archief / Rijksarchief Zuid-Holland

archieftoegang 1.01.02, inventarisnummer 12040, pagina 14

ter Admiraliteid te verloeken om ligviafaeti
te maintineeren in de perceptie van een
reclit, waar toe het zelve bij de voorschreeve
decisie is onbevoegd verklaard. Dat door
zoodanig eene Arbitraire handelwijle de
Collegien ter Admiraliteit worden outtrokken
aande Gehoorzaamleid, die zij volgens haare
Instructie en gedaane Eedt aande beveelen
van haar Hoog Mogende zijn verschuldigt;
dat op die wijze voor haare Koninglijke
Hoogheid, liet emmend Hoofd vande Republicq
en specialijk vande Collegien ter Admiraliteit,
weijnig attentie word betoond en hoogst desselfs
zoo noode aakelijke Authoriteit geinfringeerd;
dat door weggenoomen en vernietigt word de
laatste ressource, die volgens de Unie inde
Republicq gevonden word om verschillen
tusschien de Leeden van het Bondgenoodschap
neder te leggen; dat dus door een Lidver„
„brooken worden resolutien, met eenpaarigheid
genoomen, die volgens de ordre vande
Regeering Delfs door de meerderheid niet
verbrooken kunnen worden; en met een
woord dat diergelijke eene handelwijle
Capabel is om de Republicq en haare Commercie
te brengen in verwarring. Dat haar Hoog
Mogende door loo gewigtige consideratien
gedetermineerd zijn om de voorschreve Decisie
met vigeur te maintineeren, en alle opposidie
daar tegen efficacieuselijk te beletten,
dan dat hij teffens, of schoon de Heeren Staaden
van Zeeland haar in deele zaake, gelijk het
behoort liad, net hebben gekend, en zig zoo uid
dien
20 Januarij.
11.
dien hoofde als in aanmerking van het gansche
beleid van dit werk overvloedige reden hadden
van hooghgemelde Heeren Staaten reciproquelijk
niet te kennen, egder liet middel van minnelijke
persuasie, dat zoo dikwijls inde Republicq van
een gewenscht succes is geweest, niet onbeproeff
hebben willen laaten, en derhalven hooghgemelde
Heeren Staaten midsdeele versoeken en obtesteeren,
dat zij het Collegie ter Admiraliteit in Zeeland
niet langer gelieven te wederhouden vande
betragting van desselfs pligt, teneinde daar
door voor te komen de serieuse gevolgen, die
deele zaeck anderzeis zal na zig sleepen en
die aen hooghgemelde Heeren Staaten inde
eerste plaads en aan het gemelde Collegie inde
tweede plaads zullen moeten worden geim„
„puteerd.
Dat ondertusschen aande respective Collegien
ter Admiraliteit op de Maaze en te Amsterdam
zal worden gerescribeerd, dat haar Hoog
Mogende zig laaten welgevallen, dat zij, zoo
veel in haar was, de decisie van haar Kouinglijke
Hoogheid hebben ter executie gelegt, en dat
haar Hoog Mogende goedvinden, dat zij nied
alleen met de invordering van het Hollandsch
half Licent, waar toe zij bij de voorschreeve
accisie geregtigt zijn verklaart, onder haare
respective ressorten zullen doen voortgaan,
maar dat zij daarenboven op alle plaadsen,
daar het in haar vermoogen is, bij continuatie
zullen beletten, dat het voorschreeve Hollandsch
half Licent ten behoeve van het Collegie in
Zeelant geleeven wercke, en dat bij aldien de