Blader door transcripties » Nationaal Archief / Rijksarchief Zuid-Holland

archieftoegang 1.01.02, inventarisnummer 12040, pagina 12

aen haar Hoog Mogende heeft gelieven te geeven
van het voorgevallene met opsigd tot de execudie
van hoogst deszelfs Uitspraak en decisie
tusschen de respective Collegien ter Admiraliteit
in Holland en Zeeland rezideerende vanden
21. September laadstleeden, en daar beneevens
aan hoogstgedagte haare Hoogheid betiugt,
dat liet aan haar Hoog Mogonde leer onaange„
,naam is te zien, dat de moeijte, die haare
Hoogheid ingevolge van een speciaal versoek,
door haar Hoog Mogende aan wylen zijne
Hoogheid Glorieuser Gedaglens, als Capitein
en Admiraal Generaal vande Unie, gedaan,
en ingevolge van een submissie vande voor„
,noemde Collegien, als daar toe bij haar Hoog
Mogende gelast en geauthoriseerd, heeft op
dig genoomen om een ouden voor het gemeen
zeer praejudiciabel verschil neder te leggen,
aande zijde vande Heeren Staaten van
Zeelant word beantwoord met een gedragh,
het welk is ingerigt omde voorschreve decisie
te venverseeren. Dat haar Hoog Mogende
Veervreemd vinden, dat de Heeren Staaten
van Zeeland drie maanden na dato vande
voorschreeve decisie en even voor dat deselve
effect moest sorteeren geresolveert hebben te
decerneeren een Commissie aan haare Koningl
Hoogheid, om te allegeeren de reedenen, waaromme
lij voor als nog in die decisie, zoo als deselve
is leggende, nied zouden kunnen berusten,
en dat hooghgemelde Heeren Staaten van
deele resolutie aanhoogstgedagte haare
Hoogheid bij missive prealable kennis geevende
versoeken.
20 Januarij.
versoeken, dat hoogst dezelve immiddels op
fundamend vande voorschreve nog niet geallegeerde
redenen de executie der decifie Geliefde te
houden in surcheance en aande Collegien ter
Admiraliteit in Holland aan te schrijven van
met de perceptie van het Hollands half Licend
te supercedeeren, verswijgende sij Heeren Staaden
bij de voorschreeve missive dat zij eigener audho„
„riteit het Collegie in Zeeland terzelvertijd hadden
versogt om met de invordering van het gemelde
helf Licent op den ouden voet te doen voordgaan.
Dat haar Hoog Mogende niet minder gevoelig sijn,
dat het Collegie ter Admiraliteit in Zeeland heeft
kunnen goedvinden te defereeren aan het voors:
versoek van hooghgemelde Heeren Staaten, met
postpositie van haare Koninglijke Hoogheid en
van de expresse ordre door haar Hoog Mogende
aan het zelve Collegie gegeeven om ligluer na
exactelijk te reguleeren, en dat het gemelde
Collegie bestaan heeft van hiet voorschreeve
versoek aan haare Hoogheid bloote kennisse
te geeven met verberging dat daar aanreeds
had gedefereert en zonder hoogst desselfs
consideratien op dat stuk te versoeken; Jaa
Delfs, dat de dehortatoire Rescriptie, welke
haare Koninglijke Hoogheid uit eigene beweeging
aan het gemelde Collegie heeft laaten afgaan,
bij het zelve van geene ingressie is geweelt;
Dat haar Hoog Mogende considereeren, dat
de laak, waar over de voorschreeve decisie
rouleert, niet tot de Provincie van Zeeland in het
bijzonder maar tot de Generaliteid specteerd,
en dat gemelde Provincie heeft geconcurreert