Blader door transcripties » Nationaal Archief / Rijksarchief Zuid-Holland

archieftoegang 1.01.02, inventarisnummer 12040, pagina 11

den 9e en 72 deezer, uit welke missive en derselver
bijlaagen quam te blyken, op wat wijle hooghgemelde
Heeren Staaten en het Collegie in Zeeland
hebben kunnen goedvinden niet te respecteeren
de voorschreve Decisie en resolutie, en welke
gevolgen daar int reeds zijn geresulteerd en
verder staan te resulteeren.
Dat, vermits uit de bovengemelde Missive
van het Collegie in Zeelant wel bleek, dat de
Heeren Staaten het zelve verzogt hadden, om
met de heffing van het Hollands half Licent op
den Ouden voet te doen continueeren, maar
niet, welke resolutie het gemelde Collegie op
dat versoek genomen heid, haare Hoogheid te
raade was geworden van aanstonds en wel op
den 3e deeler, het zelve bij rescriptie te dehordeeren
van het doen van die verkeerde pas en te
insteeren, op prompt antwoord; dan dat de
voorschreeve posterieure missiven vande
Collegien op de Maaze en te Amsterdam geen
twijffel dienaangaande meer hadden overge„
„laaten, en dat het Collegie in Zeeland Eelfnu
ook bij missive van den 13e deeler aan haare
Hoogheid had geantwoord, dat aan het voors:
versoek had gedefereert, en als nog bleef defe„
„reeren met allegatie van deele en geene
middelen tot desselfs verschooninge.
Dat de Collegien op de Maale en te Amster„
,dam bij haare voorschreeve Missiven onder
anderen verzogd hebbende te mogen verneemen
het goedvinden van haare Hoogheid, of zij van
het geen aan haar in deelen voorgekoomen
en voorgevallen was, ook kennisse zouden
geeven
20 Januari
8.
geeven aan haar Hoog Mogende, heeft dezelve aan
de gemelde Collegien had geantwoord, dat zij
wel zouden doen van sulx te doen.
En heeft Haare Koninglijke Hoogheid ter
Tafel van haar Hoog Mogende geëxhibeert de
hier bovengemelde Missiven met de bijlaagen
daar toe behoorende, als mede copie van
hoogst desselfs Rescriptie aan het Collegie in
Zeelant, met bijvoeging dat deele zaak aan haare
Hoogheid was voorgekoomen te weten van de
uiterste importantie, zoo met relatie tot de
Glarges waarmede zij zig voud bekleed, als met
opligt tot het gezag van haar Hoog Mogende
zelve, midsgaders de Gronden en ordre vande
Regeering, en dat derhalven had geoordeelt dezelve
te moeten brengen ter kennisse en deliberadie
van haar Hoog Mogende.
Voorts zijn geleesen twee Missiven vande
Collegien ter Admiraliteit op de Maze, en te
Amsterdam, geschreeven te Rotterdam en
Amsterdam respective den 16een 17e deeser loopende
maand, het zelve subject concerneerende.
Waarop gedelibereert en gehoort zynde het
rapport vande Heeren van Haersolte en andere haar
Hoog Mogende Gedeputeerden tot de Saaken vande
Zee, hebbende met en neevens eenige Heeren
Gecommitteerden uit den Raad van Staate het
geproponeerde van haare Koninglijke Hoogheid
met de daar nevens geëxhibeerde Missiven en
verdere stukken ter presentie van hoogst dezelve
staande Vergadering geëxamineerd; hebben haar
Hoog Mogende haare Koninglijke Hoogheid
bedankt voor de prompte communicatie, die