Blader door transcripties » Nationaal Archief / Rijksarchief Zuid-Holland

archieftoegang 1.01.02, inventarisnummer 11947, pagina 5

Aen de Camer van de OostInd
Compagnie tot Amsterdam resi„
derende, den 3en. Januarij 1659.
3. Engelsche Schepen
voor Bantam ge„
nomen.
Aen alle de Collegien ter Admrlt,
uijtgesondert, dat tot Rotterdam,
den 3en. Januarij 1659.
uijtvoer van ges„
slagen want.
Aen de heer Bisschop van
Munster, den 3en. Januarij 1659.
Congratulatie.
nieuwe Jaer
De Staten.
Erentfeste. 8. Wij hebben goetgevonden,
ul. mits desen toe te senden de hier
nevens gaende copielijcke bijlage vande
missive vanden Heer Ambassadeur
Nieupoort, raeckende de drie Engelsche
Schepen op de Reede van Bantam
genomen, ende tot Batavia opgebracht,
ten eijnde deselve hun belangh daer op
willen rescriberen. Waermede eijndi„
gende s. Inden Hage den 3en. Januarij 1659.
De Staten. s.
Edele. S. Dt Collegie ter Admiraliteijt
tot Rotterdam heeft ons in be„
dencken gegeven, off bij provisie, ende
tot nader ordre, den uijtvoer van ge„
slagen want, ende de Stoffe daer van
't selve gemaeckt wert, niet soude behooren
verboden te werden, Gelijck u L
nader connen vernemen uijt hare
missive, copielijck hier bij gaende,
die Wij goetgevonden hebben u L.
mits desen, ende hiernevens de drie
andere Collegien ter Admiraliteijt,
toe te senden, met versoeck ende
begeerte, dat deselve ons diesaengaende
ten spoedichsten willen laten toecomen
haer advis. Waermede eijndigende. 5.
Inden Hage den 3en. Januarij 1659.
Hoochwaerdige.
Wij hebben ontfangen nwe furstelicke
Doorlhts missive, geschreven in de
Stadt Coesvelt den 16en. December lestleden,
ende daer uijt met sonderlinge aen„
genaemheijt vernomen, dat deselve
sich erinnerende het loffelick her„
comen, ons over dit nieuwe ingegane
Jaer is congratulerende, met toe„
wenschinge van allen hogen welstandt,
dies wij niet hebben willen onderlaten,
uwe furstelicke Doorlht daer over
mits desen te bedancken, deselve weder„
om toewenschende een geluckzalich vreed„
ende vreuchdenrijck nieuwe Jaer,
Aen alle de Provincien, den 4en.
Januarij 1659.
consenten tot gelt„
middelen.
dese aengehaelde woorden
niet aen Hollandt, Zeelt.
en Utrecht.
t ofte Lantdach
Aende Camer van de OostInde.
Compagnie residerende tot Am,
sterdam, den 4en. Januarij 1659.
3 Engelsche Schepen
voor Bantam ge„
nomen.
niet alleen in dit Jegenwoordige
nemaer oock noch veel daer aen vol„
gende Jaren, met volcomen lijffs ge„
sontheijt, ende allen furstelicken wel„
stant. Waermede eijndigende, ende
ons seer vrunt, ende nabuijrlick je„
gens uwe furstele. Doorlht erbiedende,
bidden Godt Almachtich
Hoochwaerdige. 5. Inden Hage den 3en.
Januarij 1659.
Edele mogende heeren.
wij van dage te dage meer ende meer
Alsoo
bemercken, de periculen, ende swaricheden
daermede den Staet deser Vereenichde ne„
derlanden wert gedreijcht, ende oversulcx
oock meer ende meer noodich achten,
dat tot affweringe vandien considerable
machten geemploijeert, en dienvolgens
prompte ende liberale consenten van
geltmiddelen gedragen werden, Soo
hebben wij niet mogen ledich staen,
U. Ed:Mo:, als oock hier nevens alle
d'andere Provincien, mits desen te der„
soecken, dat deselve ons ten spoedichsten
willen bekent maecken, wanneer,
ende op wat tijt precisé hare Staetsche
Vergaderinge gehouden zal werden, om
te delibereren op de middelen, ten fine
voirs bij den Raet van State voorgeslagen,
ende u Ed:Mo: nevens onse missive
vanden 23e. December lestleden toege„
sonden, op dat wij in tijts verdacht
mogen zijn op soodanige middelen van
inductie ontrent de respective Provincien
aen te wenden, als wij ten meesten
dienste vanden Lande sullen oordeelen
noodich te zijn. Waermede eijndtgendes.
Inden Hage den 4e Januarij 1659.
De Staten S.
Erentfeste S. Wij hebben, tot doorco„
minge van meerder swaricheden, nodich
geacht, u L. mits desen nochmaels te versoec„
ken, dat deselve alnoch ten spoedichsten
willen comen voldoen de leste Clausule
van onse resolutie vanden 13e. December
lestleden, genomen in Saecken raec„
kende de bewuste drie Engelsche Sche„
pen op de reede van Bantam genomen„
ende tot Batavia opgebracht. Ende