Blader door transcripties » Nationaal Archief / Rijksarchief Zuid-Holland

archieftoegang 1.01.02, inventarisnummer 11947, pagina 4

Aen de heer Hertoch van Nieuburgh,
den 2en. Januarij 1659.
voet crmpe
56

es de Be
Doorluchtige
Adttlillekeie.
Henrick Vignon.
Aegisser vande uijtgaende
Brieven bij de Hooch
Mogende Heeren Staten
Generael der Vereenichde
Nederlanden gedaen depes„
cheren t'zedert Prima
Januarij xvic. negen ende
e
vijftich, tot ultima Decem„
bris desselven Jaers
Wij hebben uwe furstelicke Doorlht
den achtsten Augusti lestleden gere„
commandeert de Saecke van Henrick
Vignon, Coopman woonende tot Maes„
tricht, op ende jegens die vanden dorpe
van Rodingen in den Lande van Gulick,
gelegen, die hadden ondernomen, de
vruchten, wesende Eerste, wech te
halen van seecker Ridderlick goet
genaemt Eijnhuijs, bij Catharina Hanssen,
zijn Suppliants moeder eerst in
den Jare 1657. van Wolter Kuchen
ende daer naer inden voorleden Jare
1658. bij hem gecocht, daer op moe
furstelicke Doorlhts Gulich ende
Berghsche Raden ons bij hare missive
vanden 12en. September daeraenvolgende
in effecte hebben gerescribeert, dat
alvoorens daer in getreden conde werden
de bewuste reeckenings Saecke van
den voornoemden kuchen eerst moeste
werden affgedaen, Gelijck den Supplt
ons nu conct vertoonen, dat sulcx albe„
reijts soude zijn geschiet. Dies Wij
goetgevonden hebben uwe furstelicke
Doorlht mits desen nochmaels seer Vrunt„
ende nabuijrlick te versoecken, dat de
selve alnoch soodanige ordre gelieve te
stellen, ende die voorsieninge te
doen sulcx ende daer 't behoort, ten
eijnde den Suppliant buijten schade mach
werden gehouden. Wij sullen des
wegen altijt zijn ende blijven genegen„
om 't selve jegens moe furstelicke
Doorlht te verschuldigen, ende jegens desselfs
onderdanen t‛erkennen, soo wanneer ons
daertoe occasie zal voorcomen, waermede
eijndigende
Doorluchtige 5. Inden Hage den 2en. Januarij
1659