Blader door transcripties » Nationaal Archief / Rijksarchief Zuid-Holland

archieftoegang 1.01.02, inventarisnummer 11315, pagina 743

merchtmeestes.
Jan Hugo
ijctmeester.
Jen Dirricx
Wager der Coolen.
.
Jan du jardin
Malenaers.
Cornelis Cornelissen
metselaers
Matthijs op den Camp
.
Teller der schaljen
jeant Pier godding.
Wevers
Gillis Wouters.
.
Vleeshouwers.
Ruth uijst, Lauz: Mippels
Brouwers.
Pieter Pabets
Coperslagers. Jan Loijens.
Den andergeschreven Secretaris van het Collegie
der Heeren Borgemeesters ende gehworen Raeden
der Stadt Maestrigt doet Conde en Certificeert hij
desen, dat de persoonen in dese voorenstaende lijste
genomineert alle geregistreert staan in het Hulboeck
deser Stadt verclaerende verders oederrigt te wesen
dat allen de selve zyn uijt het getall vande roomsche
Religie, Gehialven Nicolaes Priclz, Rudolph
Samers, ende Willem maezen als wesende vande
Lutersse Religie: Ter oircande dese gegeven op
den Stadhuijse lunnen Maestrigt den 24. December
1728. (gels) Loo Emericz.
Hoogh Mogende Heeren
Mijne Heeren, De ondergeschreve Commissarissen
instructeurs hebbenden 11. deser met schuldig respect
ontfangen u Ho:Mo: resolutie vanden 4. dilo, nevens
de Copiender twee missiven en bijlaegen, vande
Brabandse
Missive van Commissaissen
instructeurs te mastricht
Rec: 26. Januarij 1729.
739
Brabandse leeden vanden indivisen Raed
deser Stadt, raekende het aenstellen van ambagtmrs.
alsmede keur ijck en merclitmeesters vande roomsche
Religie, bij welke resolutie gelast worden op de feijten
daarin vermelt ten spoedigste aenu Ho:Mo: te berigten
ingevolge van welke ordres de eere hebben te seggen
dat de beijde missiven en bijlaegen niet als metver„
wandening konnen gelesen worden, wanneer zij met
zoo veelwoorden haere versihooning inde angerijmt,
leijt en contraventie tragten te saeken,
Daar het nogtans claez aengeloont en in confesso is,
dat door den Borgemeester op desselfs nominatie inde
twintig Roomsche in plaets van geresonneerde Leeden
tegens de recessen en resolutien van u ho:Mo: en alle
waarschouwingen aen tot Brabandse ambagt keur
ijclz en mercltmeesters zijn aengestelt, zoo als wij
ons officie weegen verplicht hebben gevonden sullis
aen U Hoog Mo: leij onze verige missive te maetenkekent
Maelien.
Dog voorsoe bestendig en welgesondeert de gebruijk„
,te argumenten inde missive vanden Burgemeester
en Leeden van den Brabandden Raed ter nedergestelt
mogen geconsidereert worden zal aen u Ho:Mo: can„
Heeren uytlietvolgende.
Euom sulx met ordre te doen, sullen wij met welnemen
van U Hoog mogende, de pointen en feijten inde
missive vervat rencontreerende beantwoorden ende
waarheijt volgens Eedeupligt in zijne naelste caer
heijt voorhouden.
De Eerste positie, is dat de meeslers des respective am„
bagten vande Brabantse zijde moeten wesen leeden
vande gereformeerde Religie, zoo doenlijk Het