Browse transcripts » National Archives / Archives South Holland

archive access 1.01.02, inventory number 11298, page 15

laatstleden Zondagh avond zeer laat alhier
ben gearriveert, heb ik aanstonds een Edelman
naar Versailles gezonden om van mijne te rag„
komst aan den Cardinaal te geven en te vernemen
wanneerde eer zoude mogen hebben den selve te
zien, die mij geapointeert heeft tegens des an„
deren daags 's morgens, als wanneermij daar
ook hebbe laten vinden, zonder dat egter dien
gantschen dag, den Cardinaal heb kunnen spre„
ken, uijt oorzaak van het accablement van af„
faires die hij dien dagh hadde, zoo dat hem
niet voor des anderen daags heb kunnen sien,
en was zoo gefatiqueert dat de koorts daar
van hadde gekregen, ende wederom na bed moest
gaan, zonder dien dag met de vreemde mini„
sters te kunnen handelen.
Ik hebbe ook immediaat daarna in eene particu„
liere audientie de reverentie aan den Koning
gemaakt, ende dezelve bij die occasie gecompli„
menteert over zijne herstelling, en zijne meer„
derjarigheijt, den Koning was gecompagne.
door den hertogh van Bourbon, en den Ouden
Bisschop van Frejus, die gedurende de min„
der jarigheijt het voornaamste opzigt de eene
over desselvs opvoeding enden ander over
desselfs studie gehadt hebben, zonder dat tot
nogh toe eenige andere qualiteit hebben bekomen
waar door den Koning in diergelijke occasien
kunnen accompagneren, 't welk alleenlijk
van het departement is van den Minister tot de
buijtenlandsche zaken; den Koningh, die gedu„
rende zijne minderjarigheit in diergelijke voor„
vallen sijn Gouverneur voar hem deed antwoorden,
spraknu zelfs en zeide mij met veel goede gratie,
dat verheugt was mij wederom te zien.
Den
2.
Februarii
11.
Vrankrijk.
Den Koningscheen nu wederom zeer wel varende
te zijn, en werd sijne laatste indispositie alleenl
geattribueert aan een indigestie gemaakt door het
Herk eeten, en door kouw te hebben geleden in de
wandeling in de sneeuw en in de Flijk, gelijk den
Koningh zedert eenigen tijd zig aan het een en
t'ander geweldig helft overgegeven gehad tegens den
raad van Sijne Medecijns en van het gantsche hof,
waar door den Koning, veel humeuren heeft ver„
gaart gehad, die Zijne Majesteijt constiperende,
zoodanige dampen naar het hoofd hebben doen
opkomen, dat daar van des Zondags den agtden
dezer iween flaauwte viel, en des anderen
daags eenige zware accessen van koorts heeft ge„
hadt: dog welke ziekte zig absoluit heeft gede„
termineert door het applieeren van een ligt lave„
ment, waar door den Koning alle die quade Htof„
fen. en humeur en is quijt geraakt, die oorzaak
van die zickte waren geweest: waarom den Ho„
ning ook, laatstleden Dijndag nogma als medicijnen
heeft genomen, en tegenwoordig jouisseert van
een complote gezondheit, dat niet nalaat, dat
zig egter nog zeer menageert, en dat zedert veertien,
dagen niet uijt sijn quartier is geweest.
Laatstleden dingsdagh morgen zijnde den dag,
dat den Koning meerder jarig is geworden, Is
den hertog van Orleans is morgens omtrent zeven
ueren voor het bed van den Koning gekomen, en
aan Zijne Majesteijt als meerderjarig zijnde,
de administratie van sijn Rijk overgegeven;
ende menzegt, dat het compliment aldus
zou hebben gemaakt. Sire, il y along tems
que j‛attendois ce jour ci pour vous remettre le
Gouvernement de votre Royaume enbon estatiet