Browse transcripts » Amsterdam City Archives

archive access 5009, inventory number 5611, page 18

Bij vonnis der
No 317
rrondispment
Rechtank te
Amsterdam van
zes en twintig
September negen-
tienhonderd
twee en dlstig
is uitgesproben de
ontbunding door
echtscheiding
van het in zevent
staande akte
vermelde huwelyjk
Ingescheven in
het register van
Huwelijken en
Echterbeidingn
nmmer een b.
folio vier en
twintig verso
te Amsterdam,
heden veertien
October negen
tienhonderd
twee en dertig
vansout
Heden vier Juni negentienhonderd vijf en twintig
zijn voor mij Ambtenaar van den burgerlijken stand van Amsterdam verschenen, ten einde een
huwelijk aan te gaan:
Hendrik Visser, kantoorbediende, gebo„
ren en wonende alhier, oud zevenentwin
tig jaren, meerderjarige zoon van Rinze
Pieters Visser, overleden, en Martje
Piers Vister, oud negenenvyftig jaren,
zonder beroep, wonende alhier, en
Johanna Agatha Catharina Maria
Smit zonder beroep, geboren en wonende
alhier, oud drie entwintig jaren, meer
derjarige dochter van Jacob Ernst Smit
oud vijftig jaren, diamantslijper
en Johanna Agatha Catharina Maria
Seenmeijer, oud twee en viftig jaren,
zonder beroep, beiden wonende alhier
De moeder desbruidegems en de ouders der
bruid verklaarden, voor mij tegenwoord
toe te stemmen in dezen echt.
De afkondiging tot dit huwelijk is onverhinderd geschied, alhier den drieen
twintigsten Mei laatstleden
Ik heb bruidegom en bruid afgevraagd of zij elkander nemen tot echtgenooten en
getrouwelijk alle de plichten zullen vervullen, welke door de wet aan den huwelijken staat
verbonden zijn. Nadat deze vragen door hen bevestigend beantwoord werden, heb ik, in naam
der wet, uitspraak gedaan, dat zij door het huwelijk aan elkander zijn verbonden.
Als getuigen waren tegenwoordig: Vier Visser, broeder des
echtgenoots, fitiaalhouder, oud negenen
twintig jaren, en Jacob Ernst Smut, broe
der der echtgenoote, kantoorbediende, oud
vijfentwintig jaren, beiden wonende alhier
Waarvan akte, welke overeenkomstig de wet is voorgelezen.
No. 318
17
Heden vier puni negentienhonderd vijf en twintig
zijn voor mij Ambtenaar van den burgerlijken stand van Amsterdam verschenen, ten einde een
huwelijk aan te gaan:
Teunis Hendrik Vrieling tabaksb
werker, geboren en wonende alhier, ond
drie endertig jaren, meerderjarige zoon
van Hendrik Vrieling, overleden, en
Grietje Runders, zonderberoep, wonende alhie
en Saakje de Boer, zonder beroep, ge
boren en wonende alhier, oud negenen
twintig jaren, meerderjarige dochter
van Sjoerd de Boer, oud zeven en vijf
tig jaren landbouwer, en Pietje Jans Moedt-
oud drie enzestig jaren, zonder beroep, bei
den wonende alhier. De ouders der bruid
verklaarden, voor mij tegenwoordig toe
te stemmen in dezen echt
De afkondiging tot dit huwelijk is onverhinderd geschied, alhier den negende
Mei laatstleden
Ik heb bruidegom en bruid afgevraagd of zij elkander nemen tot echtgenooten en
getrouwelijk alle de plichten zullen vervullen, welke door de wet aan den huwelijken staat
verbonden zijn. Nadat deze vragen door hen bevestigend beantwoord werden, heb ik, in naam
der wet, uitspraak gedaan, dat zij door het huwelijk aan elkander zijn verbonden
Als getuigen waren tegenwoordig: Anton Felise Marie Homme
zwager des echtgenoots, machinist, oud acht
endertig jaren, en Klaas de Boer, broeder
der echtgenoote, melkbezorger, oud drie
entwintig jaren, beiden wonende alhier
De moeder der echtgenoote verklaarde niet
te kunnen naamteekenen als hebbende
geen schriven geleerd
J C Mut
Wooe
J A C M Hteenmeije Venlorgtenden
JJoer
Inb
M P Visser
G.H. Trieling
A Hommel
C Boer
J de Boer
Ven Wagtende
J de Bout