Browse transcripts » Amsterdam City Archives

archive access 5009, inventory number 2870, page 25

232 Heden achttien April negentienhonderd twaal zijn voor mij Ambtenaar van den burgerlijken stand van Amsterdam verschenen, ten einde een huwelijk aan te gaan: Johannes Georg Wilhelm Maukehandelscorrespondent, geboren te Leiprig in Duitsch, land, wonende alhier, oud vier en twintig jaren: Duitscher, meerderjarige zoon van Friedrich Wilhelm Marke, overleden en Hermine Catharine Elisa beth Bordecker, zonder beroep, wonende teLeipzig voornoemd en Wilhelmina Margaretha Hendrika Ruijter, zonder beroep, geboren en wonende alhier, oud vier en twintig jaren, meerderjarige dochter van Willem Johannes Ruijter, overleden en Wilhelmina Margaretha Hendrika Maas, zon der beroep, wonende alhier. De moeder der bruid verklaarde, voor mij tegenwoordig, toe te stemmen in dezen echt De eide afkondigingen tot dit huwelijk zijn onverhinderd geschied, alhier den ze ventienden en vier en twintigsten Maart laatstleden. Ik heb bruidegom en bruid afgevraagd of zij elkander nemen tot echtgenooten en getrouwelijk alle de plichten zullen vervullen, welke door de wet aan den huwelijken staat verbonden zijn. Nadat deze vragen door hen bevestigend beantwoord werden, heb ik, in naam der wet, uitspraak gedaan, dat zij door het huwelijk aan elkander zijn verbonden. Als getuigen waren tegenwoordig: Jacobus Hendrik Koch, oud acht en zestig jaren, Cornelis Hermanus Bouer, oud acht en dertig jaren, Pieter Andersen, oud vier en zestig jaren en Hendrik Stigter, oud twee en vijftig jaren, allen werkman van beroep en wonende alhier Heden vier en twintig April stand van Amsterdam verschenen, ten einde een huwelijk aan te gaan: Jacob Roelofs uitwerker, geboren en wonende alhier, oud vier en twintig0 jaren, meerderjarige zoon van Jacob Roelofwitwerker en Christina Catharina Steenkamp zonder beroep, beiden wonende alhier, en Maria Hendrika Visser, zonder beroep, ge boren en wonende alhier, oud vier en twintig jaren, meerderjarige dochter van Pieter, Jo hannes Visser werkman en Maria Hendri ka Haages, zonder beroep, beiden wonende al hier. Beider onders verklaarden, voor mij tegenwoordig, toe te stemmen in dezen echt De beide afkondigingen tot dit huwelijk zijn onverhonderd geschied, alhier den veer tienden en een en twintigsten dezer Ik heb bruidegom en bruid afgevraagd of zij elkander nemen tot echtgenooten en getrouwelijk alle de plichten zullen vervullen, welke door de wet aan den huwelijken staat verbonden zijn. Nadat deze vragen door hen bevestigend beantwoord werden, heb ik, in naam der wet, uitspraak gedaan, dat zij door het huwelijk aan elkander zijn verbonden. Als getuigen waren tegenwoordig: de wetik J. M. W. Maute. J H Hoe JM.H: Ruyte CBou W. M: H. Maas. E Andersen Hoztarig O H. Stigter Goedgekeurd de doorhaling dezer bladzijde, wegens abuisieve beschrijving. De Ambtenaar van den Burgerlijken Stand Briveel