Blader door transcripties » Stadsarchief Amsterdam

archieftoegang 5009, inventarisnummer 2870, pagina 26

No: 233 Heden vier en twintig April negentienhonderd twaal zijn voor mij Ambtenaar van den burgerlijken stand van Amsterdam verschenen, ten einde een huwelijk aan te gaan: Josephus Coenradus Maria van der Erf timmerman, geboren en wonende alhier, oud drie en twintig jaren, meerder jarige zoon van Matthijs Joseph van der Erf, houtbewerker, wonende alhier en Bernar dina Hendrika de la Porte overleden en Anna Maria Fancisca Ruigrok, zon der beroep, geboren en wonende alhier, oud zes en twintig jaren, meerderjarige dochter van Joannes Lambertus Maria Ruigrok bankwerker en Anna Louisa Kleinbek man, zonder beroep, beiden wonende alhier De vader des bruidegoms en de ouders- der bruid verklaarden, voor mij tegenwoordig, toe te stemmen in dezen echt De beide afkondigingen tot dit huwelijk zijn onverbinderd geschied, alhier den veertienden en een en twintigsten dezerIk heb bruidegom en bruid afgevraagd of zij elkander nemen tot echtgenooten en getrouwelijk alle de plichten zullen vervullen, welke door de wet aan den huwelijken staat verbonden zijn. Nadat deze vragen door hen bevestigend beantwoord werden, heb ik, in naam der wet, uitspraak gedaan, dat zij door het huwelijk aan elkander zijn verbonden. Als getuigen waren tegenwoordig: Coenraad Jozef de la Porte oom des echtgenoots, kantoorbediende, oud acht en veertig jaren Charles Louis de Rijk, werkman oud zes en twintig jaren, Mattheus Henricus Josephus van der Erf, timmerman, oud der tig jaren, en Wilhelmus Joannes Maria van der Erf, houtbewerker oud vijf en twintig jaren beiden broeder des echtgenoots, allen wonende alhier. No. 234 Heden vier en twintig April negentienhonderd twaalf zijn voor mij Ambtenaar van den burgerlijken stand van Amsterdam verschenen, ten einde een huwelijk aan te gaan: Pieter Boet spoorwegarbeider, gebo( 511 ren te Westzaan, wonende alhier, oud vijf en twintig jaren meerderjarige zoon van Klaas Boet landarbeider en Trijntje Boet, zonder beroep, beiden wonende alhier, en Jasperina Maria Kloosterman, zon der beroep, geboren en wonende alhier, oud drie en twintig jaren, meerderjarige dochter van Adriaan Kloosterman, landarbeider en Maria Blok, zonder beroep beiden wonende alhier. Beider ouders verklaarden, voor mij tegenwoordig, toe te stemmen in dezen echt De beide afkondigingen tot dit huwelijk zijn onverhinderd geschied, alhier den veer tienden en een en twintigsten dezer Ik heb bruidegom en bruid afgevraagd of zij elkander nemen tot echtgenooten en getrouwelijk alle de plichten zullen vervullen, welke door de wet aan den huwelijken staan verbonden zijn. Nadat deze vragen door hen bevestigend beantwoord werden, heb ik, in naam der wet, uitspraak gedaan, dat zij door het huwelijk aan elkander zijn verbonden. Als getuigen waren tegenwoordig: Gerrit J4, tuinier oud twee en dertig jaren, Klaas Bleeker, koopman oud negen en twintig jaren, beiden zwager del echtgenoots en wonende te Assendelft, Jan Pie ter de Heer, zwager der echtgenoote landarbei der, oud een en dertig jaren en Frans Joost Kloosterman, broeder der echtgenoote, oud acht en dertig jaren, beiden wonende alhier zijnde de vierde getuige landarbeider van beroep. De moeder der echtgenoote verklaarde niet te kunnen naam teekenen als hebbende geen schrijven geleerd Waarvan akte, welke overeenkomstig de wet is voorgelezen CJ. Zee en Porten J.C. M van der Or C. L. de Rijk A. M. F Ruijroh AJ H Jvander Erf Brevee M J. van der Eif. W. J M. v.d. Erf H M Ruigroh A L Klunbethman is voor Boet M Kloosterman K Bleeker K Bolt Brevee J. P. de Heer. J Boet F. J. Kloosterman. A Kloosteran