Browse transcripts » Amsterdam City Archives

archive access 5009, inventory number 2617, page 8

No. 104
zevenen twintig februari negen
B
zijn voor mij Ambtenaar van den burgerlijken stand van Amsterdam verschenen, ten einde een
buwelijk aan te gaan:
Jorua Jozef Mossel, agent van den spoor
wegboekhandel, geboren en wonende alhier, oud
een en vijftig jaren, meerderjarige zoon van-
Meijer Jorua Mossel en Lea Joseph Fedder„
beiden overleden, en
Hendrika de Jong zonder beroep, gebo„
ren en wonende alhier oud vier en vijftig jaren,
meerderjarige dochter van Hendrik de Jong en
Pettje Veeninga, beiden overleden
De beide afkondigingen tot dit huwelijk zijn onverhinderd geschied, alhier zeven
tien en vier entwintig dezer. De verloofden
verklaarden bij deze te erkennen een kind
genaamd Sophia Hendrika de Jong
alhier op zeventien Augustus achttienhonderd
zes entachtig geboren
Ik heb de aanstaande echtgenooten afgevraagd of zij elkander nemen tot echtgenooten
en getrouwelijk alle de plichten zullen vervullen, welke door de wet aan den huwelijken staat
verbonden zijn. Nadat deze vragen door hen bevestigend beantwoord werden, heb ik, in naam
der wet, uitspraak gedaan, dat zij door het huwelijk aan elkander zijn verbonden
Als getuigen waren tegenwoordig: end van Oostveen, oud
vijfenzestig jaren, Hendrik Koch, oud negenen
twintig jaren, Johannes Wuurman, oud zes
en veertig jaren en Johannes Hendricus Pol„
huijsen oud zeven en dertig jaren, allen wonende
alhier en werkman van beroep
Waarvan akte, welke overeenkomstig de wet is voorgelezen.
No 105
Heden zeven entwintig februari negentienhonderd zeven
zijn voor mij Ambtenaar van den burgerlijken stand van Amsterdam verschenen, ten einde een
huwelijk aan te gaan
Wilhelmus George Frederik Berrier,
kellner, geboren en wonende alhier, oud eenen
twintig jaren, meerderjarige zoon van Jo„
hannes Wilhelmus Berrier, kermisreiziger
en Bernardina Diesbergen, wonende alhier
en:
Elisabeth Petronella Lindeloo zon
der beroep, geboren en wonende alhier, oud twintig
jaren, minderjarige dochter van Pieter-
Lindeloo, venter, en Elisabeth Scholten,
wonende alhier. Beider ouders verklaarden,
voor mij tegenwoordig, toe te stemmen in de„
zen echt
De beide afkondigingen tot dit huwelijk zijn onverhinderd geschied, alhier Zeven
tien en vier entwintig dezer,
Ik heb de aanstaande echtgenooten afgevraagd of zij elkander nemen tot echtgenooten
en getrouwelijk alle de plichten zullen vervullen, welke door de wet aan den huwelijken staat
verbonden zijn. Nadat deze vragen door hen bevestigend beantwoord werden, heb ik, in naam
der wet, uitspraak gedaan, dat zij door het huwelijk aan elkander zijn verbonden.
Als getuigen waren tegenwoordig: Arend Viesbergen, oom
des echtgenoots, tooneelknecht, oud zeven en dertig
jaren Johannes Theodorus Wilhelmus Berrier
broeder des echtgenoots stalknecht, oud zeven en
twintig jaren, Henri Karel Amor Telman,
kellner, oud vier en twintig jaren en Hendrik
Gerard Budding, dansonderwijzer, oud zeven
en twintig jaren, allen wonende alhier
Waarvan akte, welke overeenkomstig de wet is voorgelezen.
J. J. Massel A. v Oostn
H Koch
H de Jong Jannor
Oorlogtenon
J H Tolhuys
W. G F Berrier E Scholten
E.I. Lindeloor A Deisberg Vnloorzerz
J. W. Berrier JrD 4
J W Berrier
H: K.A. Telman.
E Doberjen
P Lnveloe
HG. Buddu