Doorzoek transcripties » Zoekresultaten

[1] ONtfangen een Missive van den ViceHonghscbout, Burgermeester, Scheepenen, geswooren Raaden en andere Leeden van den Brabandschen Magistraat der Stud Maasricht, geschreeven te Maastright den ses en twintighsten deeser loopense maand, houdende, in gevolge en tor voldoeninge van haar Hoogh Mogende Resolutie van den drie en twintighsten Augusty laatstleeden, der selver beright en consideratien op de naadere Missive van den Deecken en Capittel der Cathedraale Kerck van Luyck van den dertienden daar te vooren, raakenke het employ van Billetschryver binnen de Stad Maastright, en insteerende noghmaals tot redres van het pretens prejuditie, het geen de Luycksche Onderdaanen waasen koomen te lyden door voorgaande begeevingen van gemelde post, en tot het selve redres voorslaande drie propositien, of om het selve Ampt te dubbelen, of om het Tractement van Billetschryver tot laste van den Raad van Staate te brengen, of dat het selve Ampt in het geheel diende te worden afgeschaft. WAAR op gedelibereert zynde, is goedgevonden en verstaan, mids deesen te persisteeren by haar Hoogh Mogende Resolutie van den twee en twintighsten July deeses jaars, als geene genoeghsaame reedenen exteerende om van deselve af te gaan. En dat hier van by Rescriptie op de gronden in de voorschreeve Missive ter needer gesteld, aan Deecken en Capittel voornoemd kennis sal worden gegeeven.IS ter Vergaderinge geleesen het Translaat ran een Moorsche of Arabische Brief, door den Keyser van Marocco aan haar Hoogh Mogende geschreven sonder expressie van de Plaats van waar die is afgegaan, houdende creditif op een Jacob Anrahams Zoon, om als Bewindsman, Maackelaar of Agent de affaires waar te neemen. WAAR op geen resolutie is gevallen.
[2] 15 ter Vergaderinge geleesen de Requeste van Bailliuw, Burgermeester en Scheepenen van den Lande van Hulster-ambaght, Boudende, dat de Supplianten, of wel der selver Ingezeetenen, by haar Hoogh Moe gende Resolutie van den neegen en twintighsten Augusty laatstleeden, ten behoeve van die van de Melo - Polder, en ter voldoeninge van het ssot hunner Polders Reekeningh, onder anderen waaren belast en het onvoorsienst aangeslaagen met een somme van neegen honderd guldens, t'eender reyse te betaalen, om in hunne aanstaande voorschreeve Polders Reeckeningh gebraghe te moeten worden voor ontfangh; versoekende de Supplianten, om reedenen in de voorschreeve Requeste geallegeert, dat haar Hoogh Mogende der selver genoemde Resolutie van den neegen en twintighsten Augusty laatstleeden in dier voegen gelieven te altereeren, dat het voorschreeve Ambagt in het slot der voornoemde Polders Reekeningh niet hooger worde aangeslaagen dan het gemeene Land, immers en in allen gevalle na maate dat het selve voor twee derde minder in den gemelde Polder is geinteresseert, om oock na die selve proportie voor twee derde minder in de voorseyde last te moogen gelden, en dat hun aandeel daar inne mooge worden gereguleert in sulcke termynen , als waar toe de voorschreeve hunne fondsen toereyckende zyn, en uyct den omstel hunner jaarlijcksche zettingen konnen worden voldaan. WAAR op gedelibereert zynde, is goedgevonden en verstaan, dat Copie van de voorschreeve Requeste gesonden sal worden aan den Raad van Staate, om der selver advis daar op aan haar Hoogh Mogende te laaten toekoomen.
[7] ONtfangen een Missive van Bargermeester en Scheepenen 's Lands van den Vryen, geschreeven te Sluys den twintighsten deeser loopende maand, houdende , dat sy aldaar in crimineele detentie hadden seeckeren Vreemdelingh genaamt Charles Marinel, dewelcke op het onverwaghtste geaggresseert en gequetst zynde, door een ander Vreemdelingh genaamt Frangois Bourbonnai, den selven met sijn Mes zoodanigh gegrieft had, dat kort daar op aan sijn wonde overlJeeden was. Dat by de dtliberatien over de crimineele Procedures van eysch, door hunnen Lieutenant Bailliuw ten lasten van den Gedetineerden gehouden en genoomen, de sentimenten der Leeden van hun Colle. gie discrepeerende waaren, sulcks sy meese geraaden gevonden hadden de Stukken van den Processe ten advise te senden aan de voornaamste Reghtsgeleerden en Raadpensionaris van de Stad en het Vrye van Brugge, dogh dat der selver advis geensints de verschillende gevoelens der Leeden termineerden, maar den Delinquant considereerde in de ordinaire poena homicidii niet te konnen worden begreepen, in aanmerckinge van de omstandigheeden van het geval waar door hy gratie soude meriteeren, dat sulcks hun uanleydingh gegeeven hebbende, om die saack ter Tafel van haar Hoogh Mogende te brengen, sy noodigh geoordeeld hadden die delicaate saack, alvoorens verder te procedeeren, te brengen onder het oogh van haar Hoogh Mogende 3; versoekende dat haar Hoogh Mogende hun met der selver ordres gelieven te honoreeren, hoe in deese zoo teedere saack te handelen. WAAR op gedelibereert zynde, is goedgevonden en verstaan, dat Copie van de voorschreeve Missive en Bylaagen gesteld sal worden in handen van 's Lands Advocaaten, om der selver advis daar op aan haar Hoogh Mogende te laaten toekoomen.
[8] I8 ter Vergaderinge geleesen de Requeste van Johan van Venroy, Roomsch Priester en Pastoor in de Roomsche Kerkschuure aghter de Tolbrugge te 's Hertogenbosch, houdende, dat Lambertus Hoex, des Suppliants Voorsfaat in eygendom gecompeteert had seeckere Huysinge gestaan en geleegen te 's Hertogenbosch voornoemt in de Oitestraat, met Fhuyn, open Plaats en verdere Ap en Dependentien, de eene zyde Joseph Anwers, en de andere zyde de Weduwe Stapelmans. Dat mits doode van voornoemde Lambertus Hoex, deselve Huysinge gesuccedeert was op desselfs Suster Maria Hoex, althans Weduwe van Peter van Jeperen, woonende te Berchem. Dat deselve wel geneegen was de voornoemde Huysinge en Ap- en Dependentien, ten behoeve van sijn Suppliants Roomsche Gemeente, met den last van vyftien honderd guldens, waar voor deselve Huysinge was gehypothequeert, te transporteeren, om by vervolgh altoos te konnen dienen voor eene Wooningh van den Suppliant en sijne Successeurs in der tyd, gelijck oock den Buppliant het selve transport gaarne soude sien gefchieden, dan waar toe praealabel noodigh was haar Hoogh Mogende consent en permissie; vetsoeckende den Suppliant derhalven, dat haar Hoogh Mogende het voorschreeve transport met den last als voo ren gelieven te consenteeren en permitteeren, mitsgaders voornoemde Maria Hoex, Weduwe Peter van Jeperen, te authoriseeren, om het selve ten behoeven van des Suppliants opgemelde Gemeente behoorlijk te passeeren, te vreede zynde den Suppliantden veertighsten Penningh, conform de taxatie daar van door Officier en Scheepenen van 's Hertogenbosch te doen, aan den Ontsanger van het selve Middel te voldoen en te betaalen. WAAR op gedelibereert zynde, is goedgevonden en verstaan, dat Copie van de voorschreeve Requeste gesonden sal worden aan den Hooghschout der Siad en Meyerye van 's Hertogenbosch, om desselfs beright daar op aan haar Hoogh Mogende te laaten toekoomen.
[9] IS ter Vergaderinge geleesen de Requeste van Etienne Bosc, woonende te Leyden, geinstitueerde eenige universeele Eifgenaam van wylen Pierre Bernard, volgens desselfs Testamentaire dispositie op den dertienden Mey laatstleeden voor lfaac Elias Luzac en Getuygen tot Leyden voorschreeve gepasseert, en door den selven aldaar op den vyftienden deeser loopende maand met de dood geconfirmeert, houdende, dat haar Hoogh Mogende aan den voornoemde Pierre Bernard, gelijck oock aan den Suppliant, jaarlijcks een Lyfpensioen van drie honderd guldens hadden gelieven te accordeeren, uyt hoofde dezelve om de waare Gereformeerde Religie op de Galeyen veel hadden geleeden, verschynende het voorschreeve Pensioen telcke ses maanden voot de helfte, te weeten den laatsten Maart en laatsten September respective, en betaald wordende op exhibitie van Attestatie de Vita, dat op het afsterven van voornoemde Pierre Bernard maar weynigh daagen aan de verschyndagh van sijn halfjaar Pensioen waaren ontbreeckende; versoeckende derhalven, dat haar Hoogh Mogende hem Suppliant de gedaghte ses maanden Pensioen waar in de gemelde Pierre Bernard getreeden zynde is koomen te overlyden, gelieven te accordeeren. WAAR op gedelibereert en in aghtinge genoomen zynde , dat op het afsterven van de voornoemde Pierre Bernard maar weynige daagen aan de verschyndagh van sijn halfjaar Pensioen ontbreeekende ; is goedgevonden en verstaan, mids deesen te versoecken den Raad van Staate, om ten behoeven van den Suppliant de noodige Ordonnantie te doen depecheeren tot betaalinge van het voorschreeve half jaar Pensioen.

[1] ONtfangen een Missive van den Heere Doublet van Groenevelt, haar Hoog. Mogende extraordinaris Envoyé en Plenipotentiaris aan het Hof van sijne Majesteit den Koning van Spagne, geschreeven te Aranjuez den 17 der voorleeden maand, geaddresseert aan den Griffier Fagel, houdende advertentie. WAAR op geen resolutie is gevallen.
[2] ONtfangen een Missive van den Heere Bosc de la Calmette, haar Hoog Mogende extraordinaris Envoyé aan het Hof van sijne Majesteit den Koning van Deenemarken, geschreven te Koppenhagen den 2 deeser loopende maand, houdende advertentie. WAAR op geen resolutie is gevallen.
[3] ONtfangen een Missive van den Heere Hop, haar Hoog Mog. Minister by den Nedersaxischen Kreytz, geschreeven te Hamburg den 5 deeser loopende maand, houdende advertentie. WAAR op geen resolutie is gevallen.
[4] ONtfangen een Missive van den Predikant Wasmuht, geschreeven te Stokholm den 25 der voorleeden maand, houdende advertentie. WAAR op geen resolutie is gevallen.
[12] IS gehoord het rapport van de Gecommitteerdens deeser Provincie ter Vergadering van haar Hoog Mog., houdende, dat de meeste Eygenaars van de Trasmolens in de vereenigdeNederlanden fig by Requeste aan haar Hoog Mog. hadden geaddresseert, met versoek, dat, om reedenen daar by geallegeert, het van huiten inkoomen of inbrengen van geslaagen of gemaalen Tras in deese Landen in het geheel en al mogt worden verbooden, of wel yeder Ton Tras, van buiten ingebragt wordende, met vier en twintig stuyvers inkoomende Regten belast, en teffens de noodige voorsieninge gedaan, dat geene van de in de Requeste gemelde Tras onder de benaanisjnge van syne of gebrooken Duifsteen in deese Landen wierd ingevoerd. Dat de Collegiesn der Admiraliteiten daar op gehoord zynde, van advis waaren geweest, dat wel der Supplianten versoek om te hebben een Verbod tegen den invoer der gemaalen, gebrooken of goslaagen Tras of Duifsteen, of wel een meerdere belastinge tot vier en twintig stuyvers per Ton, behoorde te worden van de hand geweesen , maar dat egter op een proeve of de Traficq der Trasmolenaars hier te Lande door eenig meerdere belasting op de van huiten 's Lands inkoomende gemaalen, gebrooken of geslaagen Tras of Duissteen, soude kunnen worden gemaintineert, den aanslag van de Trasof Duissteen by de Lyst van den 31 July 1725 gedaan behoorde te worden gealtereert, soodanig dat de ongemaalen of gebrooken Tras of Duifsteen inkoomende diende te betaalen by de Dortsche Slykton, weegende omtrent vyf honderd ponden, eene stuyver, en uitgaande twaalf stuyvers, en dat daarentegens de gemaalen, gebrooken, geslaagen of soo genaamde fyne Tras of Duifsteen, mkoomende soude betaalenm by de Dortsche Traston, weegende omtrent twee honderd vystig ponden, twaalf stuivers, en uitgaande twee stuyvers, en dit alles voor den tyd van een jaar; en dewyl het voorsz geadviseerde meede by haar Gecommitteerden was overgenoomen, oversulks versoekende met haar Edele Mog. goedvinden in decsen vereert te mogen worden. Waar op gedelibereert zynde, hebpen haar Edele Mog. welgemelde Gecommitteerdens geauthoriseert, gelyk geauthoriseert worden kragt deeses, om op den voet van het uitgebragte Rap port daar in meede namens deese Provincie te consenteeren, in die veronderstelling nogtans, dat de Tras of Duifsteen, insgelyks in deese Provincie geslaagen, gemaalen of gebrooken wordende, in geen der andere Provincien sal worden beswaard of eenigsints belast, terwyl, sulks onverhoopentlyk geschiedende, haar Edele Mog in soodanig geval aan dit haar consent niet langer willen gehouden weesen. En sal hier van Extract aan voornoemde Gecommitteerden worden toegesonden om sig daar na te reguleeren. Onder stond, Pro vero Extractu. Geteekent, H. W. Brantsen. WAAR op gedelibereert zynde, is goedgevonden en verstaan, mits deesen te versoeken de Heeren Gedeputeerdens van de Provincien, welke sig op het voorsz subject nog niet verklaard hebben, sig daar toe meede te willen bequaamen.
[13] DE Heeren Gedeputeerden van de Frovincie van Gelderland, hebben ter Vergaderinge ingebragt en laaten leesen de Resolutie van de Heeren Staaten van hooggemelde Provincie haare Principalen, waar by deselve consenteeren in de ordinaris en extraordinaris Staaten van Oorlog voor den loopenden jaare 1769; volgende de voorsz Resolutie hier na geinsereert.Extract uyt het Landdags-Reges, in april 1769 ordinarie binnen de Stad Arnhem gehouden. Martis den 25 April 1769.
[14] IS gehoort het rapport van Frans Godert van Lynden, Heere van Hemmen, Borggraaf, Regter en Dykgraaf des Ryks van Nymegen, en andere Baar Edele Mog. Gecommitteerdens, hebbende, in gevolge en ter voldoedoeninge van der selver Resolutie commissoriaal van den 20 deeses maands, geëxamineert de ordinaris en extraordinaris Staaten van Oorlog over deesen loopenden jaare 1769, beneevens de generaale Petitie en de Missive van haar Hoog Mog. beide daar toe relatif. Waar op gedelibereert, en gelet zynde op de consideratien door de voornoemde Gecommitteerdens daar omtrent gemaakt; hebben haar Edele Mog. welgemelde Gecommitteerdens voor haare genoome moeytens en gedaan rapport bedankende, goedgevonden in de voorsz ordinaris en extraordinaris Staaten van Oorlog, met gevolg der andere Provincien, en op den voet als in den gepasseerden jaare is geschied, weeder te consenteeren, gelyk daar in consenteeren kragt deeses. In die hoope en hillyke verwagtinge nogtans, dat op de ernstige vertoogen, door sijn Hoogheid en den Raad van Staate in de generaale Petitie gedaan, ten einde niet alleen de Republicq soo wel ten aansien van haar Land- als Zeemagt in een beeter postuur mogt worden gesteld, maar ook dat te meerder haast mogt worden gemaakt met een convenabele recruteering van 's Lands Militie te doen, nu het Oorlogsvuur meer dan op eene plaatse is ontstooken, en het seer onseeker is hoe verre sig dit soude koomen uit te breyden, der selver Bondgenooten met haar Edele Mog. eyndelyk eens daar op reflectie sullen gelieven te slaan, en te saamen te concurreeren, dat daar omtrent een spoedige Resolutie worde genoomen, terwyl haar Edele Mog., voor soo veel de Zeesaaken betreft, geneegen en bereidwillig zyn, gelyk sig daar op meermaalen hebben geëéxpliceert gehad, het haare daar omtrent na der. selver vermoogen te contribueeren. En sal hier van Extract gesonden worden aan de Gecommitteerden deeser Provincie ter Generaliteit, om daar van ter Vergaderinge van haar Hoog Mog. soo als gebruykelyk openinge tedoen. Onder stond, 'Pro vero Extractu. Geteekent, H. W. Brantsen.WAAR op gedelibereert zynde, is goedgevonden en verstaan, dat Copie van de voorsz Resolutie gesonden sal worden aan den Raad van Staate, om te strekken tot der selver narigtinge. Dat voorts Copie van gemelde Resolutie gesteld sal worden in handen van de Heeren van Lynden tot Hemmen, en andere haar Hoog Mogende Gedeputeerden tot de Militaire saaken, om met en neevens eenige Heeren Gecommitteerden uit den Raad van Staate, by haar E. selfs te nomineeren, tevisiteeren, examineeren, daar op in te neemen de consideratien en het hoogwys advis van sijne Hoogheid den Heere Prince van Orange en Nassau, en van alles alhier ter Vergaderinge rapport te doen.
[15] IS ter Vergaderinge geleesen de Requeste van Joos vande Waarde en Catharina van Campen, echte Lieden, woonende in de Parochie van Hontenisse, Lande van Hulster-Ambagt ; houdende; dat fy Supplianten wel geneegen souden zyn by Testament of andersints te disponeeren van alle hunne Goederen, geleegen in Staats-Vlaanderen onder het gebied van haar Hoog Mog., excedeerende de twintig gemeeten, met seclusie van de respective Weeskameren; versoekende derhalven, dat haar Hoog Mogten einde voorsz aan hun Supplianten gelieven te verleenen consent en octroy in forma. WAAR op gedelibereert zynde, is goedgevonden en verstaan, dat ten behoeve van de Supplianten Octroy in behoorlijke forma sal worden gedepecheert, om van haare Goederen, in Vlaanderen gelegen, by uitterste Wille te mogen disponeeren, met seclusie van de Weeskamer, mits betaalende de regten daar toe staande.
[16] TS ter Vergaderinge geleesen de Requeste van Marguerite Grabiac, Weduwe van wylen Etienne Bosc, woonende te Leyden, houdende, dat het haar Hoog Mog. behaagt hadde in der tyd aan haar voornoemde Man te accordeeren een jaarlyks Lyfpensioen van twee honderd vystig guldens, uit hoofde dat den selve om de waare Gereformeerde Religie in Vrankryk op de Galeyen veel hadde geleeden, verschynende het voorsz Pensioen telker ses maanden voor de helfte, te weeten den laatsten Juny en den laatsten December respective, en betaalt wordende op de exhibitie van eene Attestatie de Vita. Dat sy Suppliante het ongeluk hadde gehad haar gemelde Man op den 23 April laatstleeden te verliesen, blyvende sy Suppliante in een seer soberen en armoedigen staat; dat op het alsterven van des Suppliantes gemelde Man maar weinig meerder dan twee maanden aan den verschyndag van sijn halfjaar Pensioen was ontbreekende , versoekende de Suppliantederhalven, dat haar Hoog Mog. aan haar gelieven te accordeeren de gemelde ses maanden pensioen, waar in haar gemelde Man getreeden zynde is koomen te overlyden. WAAR op gedelibereert zynde, is goedgevonden en verstaan, den Raad van Staate mits deesen te versoeken, om aan de Suppliante de betaaling te doen geworden van de gemelde ses laatste maanden, waar in haar Man is koomen te overlyden.