Transcripties » Recent gemaakte samenvattingen van historische documenten

Gebruikers van Open Archieven kunnen van de via handschriftherkenning tot stand gekomen transcripties een samenvatting laten maken.
Beide kunstmatige intelligentie taken zijn niet perfect, maar vaak ruim voldoende zodat het historische document begrijpelijk wordt. In de transcripties zijn namen groen onderstreept en klikbaar (om de persoonsvermeldingen op Open Archieven op de betreffende naam te doorzoeken), de herkende datums hebben een licht grijze achtergrond en herkende plaatsnamen hebben een licht paarse achtergrond.


Het schip Oostersteijn uit Zeeland hield een administratie bij van overleden bemanningsleden tijdens de reis van Nederland naar de Kaap de Goede Hoop. De volgende personen overleden:

Bekijk transcriptie 


Op 18 maart 1621 legden meerdere personen een verklaring af. Waaronder:

Ze verklaarden dat in het jaar 1611 een Nederlands bootje met een lading van 90 last, waarvan Cornelis Jansz de schipper was, werd genomen bij Trapani in Sicilië. Het schip had zakken anijs en komijn aan boord en werd naar Sousse in Barbarije gebracht.

Ze bevestigden ook dat in Tunis een Franse consul was met een schrijver (ook wel kanselier genoemd) die tegen betaling van 1 of 2 realen certificaten uitgaf aan verschillende handelaren. Deze certificaten, die bevestigden dat goederen lokaal waren gekocht, werden als verdacht beschouwd. De Duitse consul deed hetzelfde.

Op 19 maart 1621 legden nog meer personen verklaringen af:

Deze personen verklaarden over een zeereis waarbij ze door slecht weer moesten pompen en uiteindelijk moesten terugkeren.

De tekst eindigt met een huwelijksovereenkomst waarin afspraken werden gemaakt over bezittingen en erfenissen van de aanstaande echtgenoten. Bij overlijden zonder kinderen zou de weduwe/weduwnaar bepaalde rechten krijgen, waaronder 15 Carolus guldens en kleding.

Bekijk transcriptie 


Monstaf maakt een overeenkomst met Hagisolt Jan en Jbrrij Beeck over de volgende handelsgoederen:

Deze goederen moeten worden afgeleverd aan de Nederlandse kapitein in Masulipatnam. Het gewicht wordt bepaald op 18 veijssen per seer. Na ontvangst moet de Nederlandse kapitein een ontvangstbewijs geven dat in Suratte getoond kan worden.

De ondergetekende belooft drie dingen:

  1. Alle goederen die in Masulipatnam worden afgeleverd, zullen precies zo worden teruggegeven
  2. Als de oorspronkelijke goederen niet geleverd kunnen worden, worden ze vergoed tegen de dagprijs van 100 huijsen
  3. Indien mogelijk zal het Moorse schip met alle goederen worden gebracht zodra het seizoen dat toelaat

Na aflevering in Masulipatnam kunnen de Hollanders niet meer aansprakelijk worden gesteld. Als getuige ondertekend door Mier Jan Mamet (havenmeester) en Sadidiaer nachoda momma op de 22e dag van het jaar 1033 volgens de islamitische kalender.

Bekijk transcriptie 


Soumath, een slaaf, kwam naar buiten en toen hem gevraagd werd waarom, antwoordde hij dat hij bang was voor de andere huisslaven en alleen zijn benen wilde strekken. Men zag dat zijn hoofddoek slordig zat en zijn jas open was. Hij keek ook verward uit zijn ogen. De andere slaven dachten dat hij koorts had. Sicko vroeg aan Soumath waarom zijn jas zo vies was van de klei. Soumath antwoordde dat hij 3 keer in de klei was gevallen. Op dat moment kwam er een kleine jongen genaamd Meij langs, die bij meneer Meinertz Hagen hoorde.

Bekijk transcriptie 


De slaaf Sieko heeft samen met iemand die zwak was en die hij bij de hand nam, de kombuis verlaten. Hij had dit eerder verklaard en er waren geen andere details te melden. Dit werd vastgelegd in het Kasteel de Goede Hoop in het Nederlands op 28 september 1752. De klerken Jan Adriaan Lafebre en Michiel Daniel Leij waren getuigen en hebben samen met Sieko en de beëdigde klerk het document ondertekend. Later verscheen Sieko voor de ondergetekende commissieleden van de rechtbank van dit bestuur. Nadat zijn verklaring hem duidelijk was voorgelezen, bevestigde hij dat alles klopte en dat er niets aan toegevoegd of verwijderd hoefde te worden.

Bekijk transcriptie 


Een slaaf genaamd Toumath was erg vermoeid en had vieze kleren aan. Zijn kleren waren losjes om hem heen en zaten vol met gele klei. Hij keek verward uit zijn ogen. Toen hem gevraagd werd waarom hij zo vermoeid was en waarom zijn kleren zo vies waren, zei hij dat hij 3 keer in de klei was gevallen. Hij zei niet waar dit was gebeurd. Hij klaagde ook over een bittere smaak in zijn mond, waarop hem werd aangeraden warm water te drinken. Na ongeveer 100 tellen kwam er een kleine jongen van meneer Meinertz hagen binnen. Toumath vroeg aan deze jongen om met hem mee naar huis te gaan.

Bekijk transcriptie 


Bij het onderzoek naar de misdaad kreeg de aanklager meer bewijzen. Hij liet daarom de verdachte arresteren om een rechtszaak te kunnen beginnen. De aanklager legt uit dat uit de bijgevoegde stukken duidelijk blijkt dat de verdachte de moord moet hebben gepleegd. Als men de antwoorden van de verdachte vergelijkt met de verklaringen, wordt zichtbaar dat de verdachte alleen maar liegt. De verdachte beweert dat hij ziek was en daarom het huis van zijn werkgever niet kon verlaten. De aanklager zal echter bewijzen dat dit niet waar is.

Bekijk transcriptie 


Op 27 juli 1752 verscheen voor de secretaris Jan Frederick Tiemmendorf van de Raad van Justitie in de Kaap de slaaf Galant die eigendom was van oud-raadslid Jan de Wit. Hij deed een verklaring voor de fiscaal Pieter Steede van Oudshoorn. De slaaf verklaarde dat op 23 juli rond 6 uur 's avonds hij samen met de slaaf Apollo in de galerij was. Toen kwam de gevangene Tagal daar snel binnen lopen, die naar de keuken wilde gaan. Omdat Galant voor de keukendeur zat, ging Tagal naar de bovenkamer. Galant stond toen op en pakte Tagal, die nog maar net de trap op was, van achteren bij zijn blauwe tas vast en trok hem terug.

Bekijk transcriptie 


Op 27 januari meldde Pieter Reede van Oudshoorn, de onafhankelijke aanklager in het bestuur van Kaap de Goede Hoop, een rechtszaak aan tegen Andries Krensker uit Bremen. Krensker was bootsmansmaat op het vertrokken schip Bosch en Hoven. Hij werd aangeklaagd voor doodslag op Johannes Rijs uit Schiedam, een matroos van het schip Bevalligheid. Rijs was samen met zijn maat Jan van Alkmade toen het incident plaatsvond. De zaak werd voorgelegd aan de president van de rechtbank Sergius Swellengrebel en zijn raad.

Bekijk transcriptie 


Deze tekst gaat over administratieve en financiële zaken in de Verenigde Oost-Indische Compagnie. Er wordt gesproken over:

Daarnaast bevat de tekst een lijst van geldoverdrachten, waarbij verschillende personen geld hebben gestort in de kas van de Compagnie, waaronder:

Het totale bedrag van de wisselbetalingen was 7314 rijksdaalders en 25 stuivers.

Bekijk transcriptie 


Er werden 4 picol Chinese ruwe zijde voor het moederland aan boord van het schip de Swaen gebracht. Ze hadden 8 tot 10 picol willen sturen, maar vanwege de hoge marktprijzen en omdat het vervoeren van deze goederen niet goed werd ontvangen, durfden ze niet meer te versturen. Voor kaneel uit Tonkin werd een goede prijs gekregen. Volgens Brouchorst kan het niet lang bewaard worden omdat het dan verpulvert. Er werd 14140 kattij ijzer geleverd door burgemeester Sergjemond aan de opzichter voor 4,2 gulden per picol. Van kamfer konden ze slechts 229 picol krijgen die nu met de Swaen verscheept wordt. Er zou nog ongeveer 100 picol moeten komen. De leveranciers klagen over de afgesproken prijs van 12 gulden per picol vanwege de dure levensbehoeften. Als er 1 gulden meer betaald zou worden, zouden ze 700-800 picol kunnen leveren.

De bestelde lakwerken bij Mackina Sinsemond zijn gemaakt en naar Nagasaki gebracht, maar andere lakwerkers uit Osaka, Miaco en Nagasaki protesteren bij de gouverneur omdat ze dan hun eigen waren niet kunnen verkopen. Dit conflict is nog niet opgelost. Ze hopen de lakwerken nog te kunnen verschepen met de schepen die op 15 oktober vertrekken. Op 24e van vorige maand bezochten ze gouverneur Gompats met een geschenk van vooral Europese waren.

Bekijk transcriptie 


Dit is een lijst van verkochte en getransporteerde bezittingen en handel in goederen uit maart 1656. De lijst bevat:

Belangrijke personen die genoemd worden zijn onder anderen Daniel Ruse, Albert de Luijder, Jan Wolf, Pieter Willems, Michiel Parijs, Jeuriaen Scholten en Joannes Nonnemans. De totale opbrengst was 41.894 realen, na aftrek van verschillende kosten waaronder confiscatie door de fiscaal van 1.000 realen.

Bekijk transcriptie 


Op 9 augustus 1656 vond er in het kasteel van Batavia een inventarisatie en verkoop plaats van de bezittingen van Barent Hunnius na zijn overlijden. De goederen werden aan verschillende mensen verkocht, waaronder:

De kopers waren onder anderen Thomas van der Kerck, Daniel Susse, Luijtenant Michiel, Jacob Jansen, Van Henningen, Hertman, Bonnemans, Cornelis de Roode en Pittavin. De totale opbrengst van de verkoop bedroeg 572 Realen.

Bekijk transcriptie 


In de tekst geeft Out Carspel een handgeschreven stuk aan de rechter. Hij eist dat de gedaagde 90 gulden plus kosten moet betalen. De raad bepaalt dat de gedaagde nog één keer moet worden opgeroepen.

Robbert Silliart, burger uit Holst, heeft een zaak tegen Cornelis Speelman, boekhouder-generaal, en Pieter Cnol, koopman in dienst van de VOC. Out Carspel vraagt inzage in de stukken.

Jacob Gruijs is aangesteld als curator over de bezittingen van overleden VOC-dienaren, waaronder die van Jacob Pieters van Blicq. Willem Fransse Sleuff, houtzager in dienst van de VOC, moet 90 gulden betalen.

Barent Steenhoff, burger, heeft een zaak tegen Cornelis Vos, onderkoopman bij de VOC, en diens vrouw, plus Warnar Aurelius, chirurgijn in VOC-dienst. Ze moeten onder ede getuigen.

Hendrick van Vreburch, burger en schoenmaker, heeft een zaak tegen de curator over de bezittingen van de overleden Hendrick Juijst, die assistent was. De raad beveelt dat het boek moet worden getoond.

Bekijk transcriptie 


Dit gaat over geldtransacties die in Tayoan (Taiwan) zijn gedaan in 1658. Het betreft betalingen die moeten worden overgemaakt aan verschillende personen in Nederland, voornamelijk in Amsterdam, Rotterdam en Middelburg. De belangrijkste transacties zijn:

Bekijk transcriptie 


De tekst gaat over een conflict over een schip. De betrokkenen kunnen het niet eens worden over de verplichting om het schip naar Texel te brengen en over de huur die betaald zou moeten worden. Het schip ligt in Goeree of Hellevoetsluis, wat volgens sommigen een betere locatie is om naar het westen te varen dan voor de stad Amsterdam. De Compagnie biedt aan om:

Barbon wijst dit aanbod af en blijft bij zijn eisen. De zaak wordt behandeld door notaris Hendrick Rosa in Amsterdam op 1666, in aanwezigheid van getuigen Claas Willems Hemminck en Pieter Nonnemans. Ook wordt François Sadocq genoemd als betrokkene.

Bekijk transcriptie 


Op 5 oktober maakten blokmakers Steven Danisz en Pieter Laspersz op verzoek van Dirk van Rietwijk en Dirk Walraven (als testamentaire voogden) een lijst van schulden en winkelwaren. In Amsterdam werden verschillende houtsoorten en blokken getaxeerd:

De belangrijkste schuldenaren waren:

Bekijk transcriptie 


Op het Nederlandse handelsstation in Nangasaki op het eiland Shisima in Japan werden de volgende besluiten genomen:

Dit document werd ondertekend door:

Deze besluiten werden genomen op 10 juni en 23 september 1643 in Japan en op 30 mei aan de kust van Tonquin.

Bekijk transcriptie 


Op 9 januari 1663 was er een rechtszaak tussen Albert Volckerse van Griet, sergeant in dienst van de Compagnie, tegen Maria de Heems, weduwe van Arij Claese de Heems die soldaat was. Op 27 februari 1663 volgde een zaak waarbij Robbert Silliart tegen Cornelis Speelman, boekhouder-generaal, en Pieter Clo Cnol, koopman in dienst van de Compagnie, procedeerde. Er waren meerdere andere rechtszaken:

Bekijk transcriptie 


In Batavia, november 1657, werd de onderkoper Hartman aangesteld als tweede beheerder van de voedselvoorraad in plaats van Nonnemans. Op de 14e rapporteert ontvanger Rutgers dat er schepen zijn aangekomen met afgezanten van Tommegon Pattij. Ze hebben een brief voor het bestuur, maar mogen deze pas overhandigen als de andere drie strandbestuurders ook met hun schepen zijn aangekomen. De ontvanger hoorde van hen dat:

Op de 15e vertrokken met de landwind twee schepen naar Amboina: het jacht de Angelier en de Koning van Polen. Kapitein Lauren Keeler ging mee met 210 soldaten. De Polen ging rechtstreeks, het jacht via Makassar om aan de vertegenwoordiger daar goederen en voorraden te overhandigen ter waarde van 19.617 gulden en 18 stuivers, plus een brief van de 14e.

Bekijk transcriptie 


Op 11 juni 1650 werd er een overzicht gemaakt van de recent aangekomen schepen. Er werd besloten dat het schip 'Walvis' uit het vaderland was aangekomen met Europese goederen en bijzonderheden voor de handelspost in Japan. Ook waren er schepen uit Ambon en Banda gearriveerd met specerijen.

De volgende beslissingen werden genomen:

Bekijk transcriptie 


Op het kasteel van Batavia werd op 20 december 1655 een verkooplijst opgemaakt van de bezittingen van de overleden Jan Martensz Ham, die koopman was voor de Oost-Indische Compagnie. De lijst bevat:

Deze goederen werden verkocht aan verschillende personen, waaronder Willem van Aken, Jeuriaen Scholte, Marten Claas en Albertus Morel.

Bekijk transcriptie 


Paeuw verdedigde een zaak als eiser tegen Simon Turver, een schipper in dienst van de Oost-Indische Compagnie. De zaak ging over beledigingen. Annetgen van Maseren Hout, als moeder van Johannes Nonnemans, en Gillis Nonnemans als broer, waren erfgenamen van Johannes Nonnemans. Herman van Essen, burger van deze stad, had een zaak tegen Dirick Schoorl, opperkoopman en curator over de nagelaten bezittingen van overleden dienaren van de Compagnie. Specifiek ging het over de nalatenschap van Salomon Pietersz, die bootwerker was bij de Compagnie. Het ging om een bedrag van:

Een andere zaak betrof Jan Corstensen, burger van de stad, tegen dezelfde curator. Het ging om een bedrag van 33 rijksdaalders en 4 stuivers volgens rekening. Thiel Jongh, burger van de stad, had een zaak tegen dezelfde curator over de nalatenschap van Jan Wolff, die assistent was bij de Compagnie. Het ging om 33 realen en 4 stuivers volgens rekening.

Bekijk transcriptie 


Op 23 mei 1656 vonden er verschillende rechtszaken plaats:

De secretaris Vincent van Moock was hierbij aanwezig.

Bekijk transcriptie 


De tekst bevat verschillende brieven uit januari 1656. Hierin worden de volgende zaken besproken:

Bekijk transcriptie 



Vorige paginaVolgende pagina

Zoek uw voorouders en publiceer uw stamboom op Genealogie Online via https://www.genealogieonline.nl/