Gebruikers van Open Archieven kunnen van de via handschriftherkenning tot stand gekomen transcripties een samenvatting laten maken.
Beide kunstmatige intelligentie taken zijn niet perfect, maar vaak ruim voldoende zodat het historische document begrijpelijk wordt. In de transcripties zijn namen groen onderstreept en klikbaar (om de persoonsvermeldingen op Open Archieven op de betreffende naam te doorzoeken), de herkende datums hebben een licht grijze achtergrond en herkende plaatsnamen hebben een licht paarse achtergrond.
Op juni 1677 verschenen voor notaris Jacob Bollaert in Amsterdam twee voogden: Sebastiaan Hesser en Johan Hendrix de Wijs. Zij waren voogd over het weeskind Catarina Quast, dochter van de overleden commandeur Mathijs Quast.
Er was een conflict ontstaan over:
- het beheer van de obligaties van het weeskind
- de bewaring van deze obligaties in de weeskamer
Om verdere kosten te voorkomen kwamen ze het volgende overeen:
- Hesser deed afstand van alle zeggenschap over de obligaties
- De obligaties werden aan De Wijs overgedragen
- De Wijs kreeg het volledige beheer over de obligaties voor de rest van zijn leven, zoals bepaald in het testament van Quast
Bekijk transcriptie NL-SdmGA / 1529198 / 161
Op 30 augustus 1643 verschenen voor notaris Jan Willet in Schiedam twee getuigen: raadslid Jan Heindricxsz de Wijs en Sebastiaen (beiden oud-schepenen). Ze verklaarden op verzoek van Trijntge Heindricx, weduwe van Heindrick Quast, het volgende:
Hun zoon Mathijs Heindricxsz Quast was als commandeur in Oost-Indië overleden. Toen hij nog een vrijgezel was in Schiedam, had hij enkele schuldbewijzen aan de getuigen gegeven. Deze waren bedoeld om:
- Zijn moeder jaarlijks 550 gulden te geven voor haar levensonderhoud
- Het totale kapitaal bedroeg 17.000 gulden
Mathijs Quast had de getuigen aangesteld om deze schuldbewijzen te beheren en het geld uit te keren. De getuigen hadden deze taak aanvaard als voogden voor Trijntge Heindricx. Ze waren sinds 1638 verantwoordelijk voor de uitbetalingen.
Bekijk transcriptie NL-SdmGA / 1395616 / 230
Op
27 juli 1643 verscheen voor notaris
Jan Willoets in
Schiedam:
- Trijntge Heindrix en een zus van wijlen Quast der Enden
- Ze overhandigden een verzegeld langwerpig papier
- Dit bleek een testament te zijn van Mathijs Quast, gedateerd 10 april 1638
- Er was ook een document bij van 26 december 1639
Het document bevatte een verklaring van:
De opening van het testament gebeurde in
Schiedam in aanwezigheid van:
Bekijk transcriptie NL-SdmGA / 1395616 / 187
Op 17 september 1654 kwamen voor notaris Maerten Kouwenhove in Schiedam de volgende personen:
Ze verklaarden te willen trouwen onder de volgende voorwaarden:
- Beide partijen brengen hun bezittingen in voor het huwelijk
- Uitgezonderd zijn 3000 gulden die de bruid heeft geërfd van haar overleden broer, commandeur Mathijs Quast
- Van dit bedrag ontvangt Trijntgen Heijndricx, weduwe van Heijndrick Mathijs Quast, levenslang de rente
- Deze 3000 gulden blijven buiten de gemeenschappelijke bezittingen
- Na het overlijden van Trijntgen Heijndricx zal, zolang de bruid leeft, de rente en het resterende deel van 1000 gulden in de gemeenschappelijke boedel komen
- Als de bruidegom voor de bruid overlijdt zonder kinderen na te laten, dan behoudt de bruid alles
Bekijk transcriptie NL-SdmGA / 1500600 / 260
Op 10 september 1658 verscheen voor Maerten Kouwenhove, openbaar notaris in Schiedam, Nicolaes de Laplange. Hij was predikant in Kampen en getrouwd met Catharina Quast, de enige dochter van wijlen commandeur Mathijs Quast. De Laplange verklaarde dat oud-schepen Jan Heijndricxsz de Wijs, die samen met Sebastiaen Pesser voogd was over de nalatenschap van commandeur Quast, een goede en eerlijke afrekening had gedaan van het beheer over de erfenis die aan De Laplange's vrouw was toegekomen na het overlijden van haar vader.
De Laplange nam zelf het beheer over en bevestigde dat hij alle documenten en schuldbewijzen van De Wijs had ontvangen die aan zijn vrouw toebehoorden. Hij verklaarde ook dat De Wijs het eindbedrag van de afrekening volledig had betaald. De Laplange bedankte De Wijs voor zijn goed beheer en gaf hem volledige kwijting, wat betekent dat hij geen verdere eisen meer zou stellen.
Bekijk transcriptie NL-SdmGA / 1500607 / 72
Bekijk transcriptie NL-SdmGA / 1504889 / 76
Anna Rigter, weduwe van Gijsbert Meesse Quast, uit deze stad, maakte haar testament bij notaris Jan. Ze verklaarde eerder testamenten ongeldig en benoemde als erfgenamen haar kinderen:
Ieder kind zou een gelijk deel krijgen. Als een kind zou overlijden, zouden hun wettige kinderen dat deel erven. Aaltje Quast zou voor de verdeling een extra bedrag van 70 gulden krijgen plus een bed met toebehoren.
Bekijk transcriptie NL-SdmGA / 1544599 / 220
Op 20 maart 1638 verscheen Constantia van Malapart, weduwe van Ghysbert van Hertevelt, voor notaris Nicolaes Verduys in Utrecht. Ze was er als moeder en voogd van haar kinderen. Ze stelde Anthonis Charles Permentier aan als haar vertegenwoordiger om:
- Een verdeling te regelen van land en goederen waarvan Louijs van Malapart, heer van Jutphaes en haar vader, de helft bezit
- Dit betreft kavel nummer 22 met een huis, schuur en aanplant bij WillemStadt, 75 gemeten groot
- De pachter hiervan is Jan Moermans
- Ook extra land in dezelfde omgeving waar Corns Andriesz pachter is
Op 21 maart 1638 verschenen Jelis Jelisz van Utrecht en zijn vrouw Gerritgen Bernts. Jelis stond op het punt om met het schip Zutphen onder leiding van commandeur Thijs Henrixs Quast naar Oost-Indië te varen. Ze bepaalden dat:
- Ze elkaar het vruchtgebruik geven van al hun bezittingen
- Dit geldt voor huizen, land, geld, sieraden, meubels en alle andere bezittingen
- De langstlevende mag hier levenslang gebruik van maken
- Dit is een onherroepelijke gift
Bekijk transcriptie NL-UtHUA / 6507220 / 144
Op 6 juni 1606 werd het volgende afgesproken over aanmeren en vertrekken van schepen:
- Schepen moeten 24 uur voor de kust ankeren om advies in te winnen
- Als er geen advies komt, mogen ze doorgaan zonder op schepen uit Texel te wachten
- De schepen Banda en Zeelandia zullen een vlag van de grote mast laten waaien als teken dat ze willen scheiden
- Als anderen dit ook goed vinden, moeten ze hetzelfde doen
- Daarna moet ieder schip zich bij zijn toegewezen schip voegen
Dit document werd ondertekend door:
Bekijk transcriptie NL-HaNA / 1.04.02 / 1120 / 0183
Op 21 maart 1673 werd tijdens een bijzondere vergadering besloten over het volgende:
- Een brief uit Batavia van 22 februari werd gelezen, die met het schip Westervelt was aangekomen
- Er werd een bestelling gedaan voor:
- 600 pond marmelade
- 50 pond notenkoeken voor de medische winkel in Batavia
- 200 pond notenkoeken voor het vaderland, verpakt in porties van 50 pond
- De vrouw van burger Samuel de Witte kreeg de opdracht om de notenkoeken te maken in Neira, zoals vorig jaar
- De gouverneur besprak het probleem van slechte noten die tijdens het sorteren werden verbrand
- Er werd unaniem besloten dat het overwicht (extra gewicht) van noten en foelie alleen aan de Oost-Indische Compagnie ten goede zou komen
Bekijk transcriptie NL-HaNA / 1.04.02 / 1346 / 0041
Op 19 september 1919 werd de oprichtingsakte ondertekend voor de naamloze vennootschap "Coret's Drukkerij" te Castricum. Dit gebeurde voor plaatsvervangend notaris Henri Albert Buisman uit Santpoort. De oprichters waren:
De belangrijkste bepalingen waren:
- Het bedrijf zou zich richten op boekdrukkerij, uitgeverij en het uitgeven van kranten
- De onderneming werd opgericht voor 30 jaar
- Het startkapitaal was 10.000 gulden, verdeeld in 10 aandelen van 1.000 gulden
- Coret nam 9 aandelen, Schuijt nam 1 aandeel
- Coret werd benoemd tot directeur
- De aandeelhouders konden commissarissen benoemen om toezicht te houden
- Voor grote beslissingen zoals aankoop van onroerend goed of leningen boven 1.000 gulden was toestemming van commissarissen nodig
De Koninklijke goedkeuring voor deze oprichting was al verleend op 14 augustus 1919.
Bekijk transcriptie NL-HlmNHA / 5308127 / 7
Op 1 december 1814 vond er een veiling plaats bij Marcus Jouchima Offeringa, kastelein in Zuiderbrachten. De volgende personen kochten percelen:
- Pier Pyters Veenstra uit Drachten kocht het 4e perceel voor 168 caroli guldens
- Pieter Meiner van den Broek, kalkbrander uit Zuiderbrachten, kocht het 5e perceel voor 80 gulden en 10 stuivers
- Haye Durks Betlehem uit Noorder Trachten kocht het 6e perceel voor 52 gulden en 10 stuivers
- Rinse Diemers de Boer, boer uit Noordervruchten, kocht:
- 7e perceel voor 910 gulden en 14 stuivers
- 8e perceel voor 280 gulden
- 9e perceel voor 141 gulden en 8 stuivers
- 10e perceel voor 395 gulden en 10 stuivers
- 12e perceel voor 210 gulden
- Pieter Meines van den Broek kocht het 11e perceel voor 466 gulden en 18 stuivers
- Albert Alberts de Jong, timmerman uit Zuid Trachten, kocht:
- 13e perceel voor 266 gulden en 14 stuivers
- 14e perceel voor 49 gulden en 14 stuivers
De akte werd opgesteld door notaris
D. Suringar in aanwezigheid van
Geert Jouchimus Offeringa, bode uit
Drachten, en
Pope Qults, landmeter en veenbaas uit
Ureterp.
Bekijk transcriptie NL-0400410000 / 26 / 009006 / 000444
Op 24 juli werden er drie ambtelijke zaken behandeld:
- Een verzoek van de N.V. van der Hoops Meubelbewaring- en Transport Maatschappij om met tractors en wagens met ijzeren wielen door de stad te mogen rijden.
- Een verzoek van H. Nederhoed om schilderwerk te mogen uitvoeren.
- Een schetsplan voor een brandweerkazerne aan de Haarlemmerweg, ingediend door de Directeur Publieke Werken.
Bekijk transcriptie NL-AsdSAA / 782622 / 139
Deze tekst gaat over rechtszaken en andere juridische zaken in de koloniale periode. De belangrijkste punten zijn:
- Er waren verschillende rechtszaken met betrokken partijen zoals De Vrye, Chanquion, Schmidt, Couvreur, en anderen in Curaçao en Suriname.
- Er werden verschillende juridische procedures behandeld zoals:
- Verzoeken om herziening van vonnissen
- Uitspraken in zaken zoals Deutz tegen Da Costa
- Zaken over weduwen zoals de weduwe Hoheb tegen M. Jesurum
- De tekst vermeldt verschillende juridische functionarissen:
- Advocaten van het land
- Deurwaarders
- Procureurs (juridische vertegenwoordigers)
- De zaken speelden zich af in verschillende koloniale gebieden waaronder Curaçao, Suriname, Rio Essequebo en Sint Eustatius
Bekijk transcriptie NL-HaNA / 1.01.02 / 3611 / 0032
Er werden diverse officiële aktes opgesteld voor verschillende personen:
Bekijk transcriptie NL-HaNA / 1.05.11.14 / 381 / 0515
Op 23 juni 1938 trouwden in Amsterdam:
De ouders van de bruidegom waren:
De ouders van de bruid waren:
Getuigen waren:
Dit huwelijk werd ontbonden door een scheiding, uitgesproken door de rechtbank van Amsterdam op 9 juni 1960 en ingeschreven op 19 juli 1960.
Ook op 23 juni 1938 trouwden in Amsterdam:
De ouders van de bruidegom waren:
De ouders van de bruid waren:
Getuigen waren:
Bekijk transcriptie NL-AsdSAA / 2433399 / 13
Dit is een lijst van namen met bedragen, waarschijnlijk een administratief document. De belangrijkste personen zijn:
Bekijk transcriptie NL-HaNA / 1.05.11.14 / 739 / 0461
Deze brief is geschreven door C.F. aan Felmann die in Paramaribo woonde. De brief werd ondertekend door Machiell als hoofd van de post van de republiek op 15 augustus 1786. Het document werd later geregistreerd door klerk L. Boed op 13 december 1786, na te zijn getoond door G.J. Fellmann.
Bekijk transcriptie NL-HaNA / 1.05.11.14 / 739 / 0460
In een officieel document van 28 maart 1786, communiceert iemand met de weduwe Mac Neill en de heer G.J. Felmann in Paramaribo. De schrijver heeft vernomen dat ze van de heren Brouwmuller en Werthim namens de minderjarige Johanna van Lampe een bedrag van 1600 gulden kunnen krijgen om te lenen op zijn huis in Paramaribo. De schrijver verzoekt, op basis van een eerder op 21 juni 1722 voor klerk L. Goede getekende machtiging, dat ze namens hem het transport van zijn huis en erf mogen ontvangen van Bolagie of meester Bekker. Ook mogen ze een hypotheek vestigen op dit huis en erf ten behoeve van Brouwmuller en Werthgem.
Bekijk transcriptie NL-HaNA / 1.05.11.14 / 739 / 0459
In Curaçao waren op Fort Amsterdam datum onleesbaar, vermoedelijk 1761 de volgende personen aanwezig die rantsoenen ontvingen:
- 209 soldaten
- 31 officieren en andere leidinggevenden, waaronder:
- Een commandant aan de Oostpunt
- Een commandant aan de Westpunt
- Een kapitein van de Indianen
- Een kapitein van de Vrije Mulatten
- Een luitenant van de Indianen
- 58 matrozen en andere scheepslieden
- Een aantal slaven die alleen brood of alleen vlees kregen
De rantsoenen bestonden uit:
- 2820 pond vlees
- 28 scheepsporties drank
- 830 broden
Dit document werd ondertekend door de garnizoensboekhouder.
Bekijk transcriptie NL-HaNA / 1.05.01.02 / 237 / 0127
Dit document lijkt een register van personen in de kolonie Berbice. De volgende personen werden geregistreerd:
Bekijk transcriptie NL-HaNA / 1.05.05 / 296 / 0004
In deze bestuurlijke tekst gaat het over verschillende zaken:
- Er wordt besloten om de hertog van Nieuburch, de bestuurders van Gulick, markgraaf Sigismunt en het bestuur van Brandenburg in Emmerick te waarschuwen over troepenverplaatsingen van Lamboij. Men vreest dat Frankrijk en andere vijanden van het Rijk hier aanleiding in zouden kunnen zien om ook troepen te legeren nabij de grenzen van Gulick en Cleve.
- De boodschap aan de hertog zal worden bezorgd door Van Diden met een trompettist of tamboer die op antwoord moet wachten. Agent Bilderbeecq zal de brief aan de bestuurders van Gulick bezorgen.
- Anthonij van Schuijlenburch, voormalig kapitein, vraagt om betaling van twee vergoedingen van 1800 en 1400 gulden van het bestuur van de marine in Rotterdam.
- Er is een rechtszaak tussen luitenant Gijsbert van Lantscroon van de compagnie van kapitein Peter de Swart tegen Goijart Adriaen en Bartholomeus Jansz. De partijen krijgen een maand om stukken uit te wisselen.
- De passement- en lintwerkers hebben een verzoek ingediend. Er wordt besloten dat de graaf van Culenburch en Brederode de regels over lintmolens uit het plakkaat van 14 maart moeten handhaven in hun gebied.
Bekijk transcriptie NL-HaNA / 1.01.02 / 3198 / 0672
De koloniale commandant schreef op 17 Augustus 1675 een brief aan de Minister van Koloniën in 's Gravenhage over een ereteken. Soldaat N.M. Bonfrere zou samen met de herstellende militairen Noverink en Maard op 6 Juli in 's Gravenhage aanwezig zijn voor de uitreiking van koninklijke beloningen. Door ziekte kon Bonfrere niet aanwezig zijn.
Hoewel op 2 Juli het document voor het ereteken voor belangrijke krijgsbedrijven voor soldaat Bonfrere was verstuurd, had hij het ereteken zelf nog niet ontvangen. De commandant verzocht daarom het ereteken alsnog op te sturen.
Bekijk transcriptie NL-HaNA / 2.10.02 / 4965 / 0063
Willem van Dantzig Willemszoon, een opperman uit Haarlem, verkocht op 11 mei 1876 een huis aan Hendrik Jacobus Bonfrere, een timmerman uit Haarlem. Het huis stond in de Naauwe Appelaarsteeg in Haarlem, wijk 1 nummer 892.
Details over het pand:
- Kadastrale gegevens: sectie D nummer 1312
- Grootte: 49 centiaren
- Verkoopprijs: 1250 gulden
- Vorige verkoop: 3 februari 1851
- Registratie vorige verkoop: 4 februari 1851
- Hypotheekregistratie: 7 februari 1851
De akte werd opgesteld door notaris Chretien Jean Gerard de Booy uit Haarlem, in aanwezigheid van getuigen Arie Boele (kandidaat-notaris) en Carel Joseph Bahle (kantoorbediende).
Bekijk transcriptie NL-HlmNHA / 1972 / 148 / 0456
Dit zijn 4 geboorteaktes uit Amsterdam van 28 april 1812. De volgende kinderen werden geboren:
- Maria van Ede, geboren 26 april 1812 om 16:30 uur, dochter van schildersbaas Jan van Ede en Marta Kiesel, wonend op de hoek Binnen Amstel en Prinsengracht nr. 20. Getuigen waren bakker Fredrik Reyneke (60 jaar) en bakker Jan Reyneker (25 jaar).
- Adriana Maria de Pool, geboren 27 april 1812 om 18:00 uur, dochter van kantoorbediende Jan Dirk de Pool en Willemina van Velthuyser, wonend aan de Haarlemmerdijk nr. 35. Getuigen waren apotheker Matthys van der Sinne (46 jaar) en zilversmid Jan Hasje (42 jaar).
- Jan Aarinksen, geboren 25 april 1812 om 21:00 uur, zoon van boekverkoper Johannes Aarinksen en Agatha de Vaage, wonend aan de Utrechtsestraat nr. 46. Getuigen waren Jan van Bonga (72 jaar) en kastenmaker Christiaan Jarchou (46 jaar).
- Anthonie Geval, geboren 27 april 1812 om 5:00 uur, zoon van Jan Geval, werkman op 's lands werf, en Johanna Catharina Meijer, wonend in de Ridderstraat nr. 61. Getuigen waren chirurgijn Cornelis Bont (31 jaar) en schoenmaker Teunis Vyf (36 jaar).
Bekijk transcriptie NL-AsdSAA / 1931040 / 60
Vorige paginaVolgende pagina