Transcripties » Recent gemaakte samenvattingen van historische documenten

Gebruikers van Open Archieven kunnen van de via handschriftherkenning tot stand gekomen transcripties een samenvatting laten maken.
Beide kunstmatige intelligentie taken zijn niet perfect, maar vaak ruim voldoende zodat het historische document begrijpelijk wordt. In de transcripties zijn namen groen onderstreept en klikbaar (om de persoonsvermeldingen op Open Archieven op de betreffende naam te doorzoeken), de herkende datums hebben een licht grijze achtergrond en herkende plaatsnamen hebben een licht paarse achtergrond.


In de afdeling Bandung bleef de veeziekte het heftigst in de districten:

De ziekte werd minder erg in Tjippo, Tjisondari en Tjilokolot. In Rongga vielen geen slachtoffers. In het voorheen ziektevrije district Oedjoengbroengkoelon waren er na 3 weken weer 3 nieuwe ziektegevallen.

In de hele afdeling werden 702 dieren afgemaakt:

Hoewel de ziekte veel slachtoffers eiste, bleef deze binnen de omheinde gebieden.

In Buitenzorg waren vanaf 13-29 juli zieke en verdachte karbouwen gevonden in de dorpen Tjitjanteng, Tjiteko en Mandjaja.

Dit rapport is ondertekend door de Directeur van Onderwijs, Eredienst en Nijverheid Stortenbeker en de Gouvernementssecretaris Van Pol.

Bekijk transcriptie 


Mathilde Kerkhoven werd op 18 juni 1851 door de rechtbank in Deventer onder curatele gesteld. Op 25 juli 1895 werd haar curator Willem Octavius Kerkhoven uit Lochem op eigen verzoek ontslagen. Op 22 augustus 1895 werd Doctor Bosscha benoemd als nieuwe curator en Johannes Cornelis van Scherbeek als toeziend curator.

Mathilde Kerkhoven overleed op 5 maart 1898 in het Gesticht Heerenberg in de gemeente Bloemendaal. Ze was ongehuwd en had geen testament nagelaten.

Haar vader Johannes Kerkhoven was twee keer getrouwd geweest:

De erfenis werd verdeeld onder:

Bekijk transcriptie 


Op 13 maart 1717 verscheen voor de klerk van de kolonie Suriname, Daniel godlob Schlick, in aanwezigheid van getuigen: Cornelis Bertholffr, oud raadslid van het gerechtshof. Hij was lichamelijk zwak en blind door zijn hoge leeftijd, maar nog helder van geest. Hij kon dus nog een testament maken.

Hij bevestigde zijn eerdere testament van 27 september 1769, maar wilde er wel wat in veranderen. Hij deed dit uit vrije wil, zonder dat iemand hem dwong. Hij herriep zijn eerder genoemde erfgenamen en benoemde nieuwe:

Getuigen waren Jacob van Cloveren en Hermeniss Willem Kerkhoven.

Bekijk transcriptie 


Een groep erfgenamen wordt genoemd in een juridisch document. Het betreft zusters, neven en nichten van een niet bij naam genoemde erflater. De volgende personen worden genoemd:

Verschillende volmachten worden genoemd, waaronder die van 28 mei 1892, 13 mei 1891, 4 juni 1898 en 15 augustus 1893.

Bekijk transcriptie 


Er worden 4 stukken grond beschreven die in bezit waren van leden van de familie Kerkhoven:

Bekijk transcriptie 


Dit is een lijst van erfgenamen en hun erfdelen uit een nalatenschap. De overledene kwam uit een gezin waarbij haar vader Johannes Kerkhoven twee keer getrouwd was. Uit het eerste huwelijk was Pieter Kerkhoven geboren. Uit het tweede huwelijk, waaruit de overledene zelf ook kwam, waren nog 5 kinderen in leven en waren er 5 kinderen al overleden.

De erfgenamen uit het tweede huwelijk zijn:

Van het eerste huwelijk zijn er nog twee kleinkinderen van Pieter Kerkhoven via zijn dochter Jenny Kerkhoven die getrouwd was met Gerhard van Olden.

Bekijk transcriptie 


De zes kinderen van wijlen Anna Elisabeth Menkema en wijlen Pieter Kerkhoven waren:

Anna Elisabeth Menkema, weduwe van Pieter Kerkhoven, had volgens haar testament van 9 juli 1800 dat werd opgesteld bij notaris Engelbertus Marinus Dorper in Amsterdam, bezittingen in Suriname. Via een eigendomsoverdracht van 24 april 1806 in Suriname, genoemd in een volmacht van 24 juni 1812 bij notaris Salomon Dorper, kreeg Frans Lourens Woldorff Jorchimsz een vijfde deel van de plantage Adrichem in eigendom.

Ook wordt genoemd Catharina Margaretha Smit, die weduwe was van Jan Willem Kerkhoven.

Bekijk transcriptie 


Op 26 mei 1747 verschenen voor notaris Hermanus van Heel in Amsterdam:

Ze verklaarden dat ze van Jan Jacob Lindeman, uitvoerder van het testament van Jonas Suit, elk 50 gulden hadden ontvangen (in totaal 150 gulden). Dit was de uitbetaling van een erfenis die Jonas Suit had vastgelegd in zijn testament van 20 augustus 1737. Het testament was opgesteld door notaris Arnoud Roermonde in Amsterdam. Oorspronkelijk was de erfenis 300 gulden voor de drie kinderen van Pieter Kerkhoven, maar Jonas Smit had dit later verlaagd naar 150 gulden in een aparte notitie bij het testament.

Bekijk transcriptie 


Anthonij Schilt, Willem Kerkhoven en Maria Kerkhoven hebben elk 589 gulden en 10 stuivers ontvangen. Anthonij Schilt heeft hiervan 2 obligaties gekocht van bijna 1000 gulden en het resterende geld aan Willem Kerkhoven en Maria Kerkhoven gegeven. Anthonij Schilt betaalde ook jaarlijks rente aan hun moeder Maria Rausouw, weduwe van Jan Kerkhoven, volgens het besluit van de schepenen van Amsterdam van 10 oktober 1755. De 2 obligaties waren:

De akte is getekend in Amsterdam in aanwezigheid van Johannes Strang (zijdelintfabrikant) en Jacobus Kerkhoven als getuigen. Op 25 november 1758 verkocht Pieter Hoogenhuijsen Junior een obligatie aan het Doopsgezinde weeshuis in de Penselaarssteeg te Haarlem. Deze obligatie:

Bekijk transcriptie 


Pieter Jacobus Kerkhoven, een koopman wonend in Amsterdam aan de Keizersgracht bij de Wolvenstraat, en Theodorus Johannes Kerkhoven maken een akte op. Hierbij is ook Esther Petronella Muntendam betrokken, weduwe van Dirk Nicolaas Kerkhoven. Zij is volgens een testament van 11 april 1817 samen met haar drie kinderen erfgenaam. Het testament is opgesteld bij notaris Johannes Commelin.

De drie minderjarige kinderen zijn:

Theodorus Johannes Kerkhoven is benoemd als voogd op 16 november 1819. Esther Petronella Muntendam woont aan de Overtoomseweg. Jan Willem Kerkhoven, makelaar, woont aan de Leidschegracht bij de Keizersgracht.

Op 22 mei 1819 hebben ze een volmacht gegeven aan S.M. Klein en A.G. Wettig. Als vervangers zijn aangewezen Gerard Weldeboer, N.G. de Mar van Zuijlen, J. Planteau junior en I. Bonte, allen wonend in Suriname. Na het overlijden van Gerard Weldeboer is op 9 september 1819 Zuerijn George Pichot uit Suriname als vervanger aangesteld.

Bekijk transcriptie 


Op 26 mei 1747 verschenen voor notaris Hermanus van Heel in Amsterdam de volgende personen:

Deze drie kinderen van Pieter Kerkhoven verklaarden dat ze van Jan Jacob Lindeman, uitvoerder van het testament van Jonas Smit, ieder 50 gulden hadden ontvangen, samen 150 gulden. Dit was de uitbetaling van een erfenis die Jonas Smit in zijn testament van 20 augustus 1737 had vastgelegd. Het oorspronkelijke bedrag van 300 gulden was later door Smit verlaagd naar 150 gulden in een apart document bij het testament.

Bekijk transcriptie 


Op 24 december 1816 verschenen bij notaris Johannes Commelin in Amsterdam verschillende personen uit de familie Kerkhoven:

Deze 6 personen waren de enige kinderen van Anna Elisabeth Menkema en Pieter Kerkhoven. Ze werden erfgenamen van:

Bekijk transcriptie 


Dit notariële document uit 1898 bevat een lijst van personen die betrokken zijn bij een volmacht:

Bekijk transcriptie 


Op 21 oktober 1897 kwam Rudolph Eduard Rerkhoven, een erfpachter uit Gamboeng bij Bandoeng in de Preanger Regentschappen op Java, bij notaris Jan Evenblij in Amsterdam. Hij gaf een volmacht aan Dr. Jan Bosscha, secretaris van de Hollandsche Maatschappij van Wetenschappen uit Haarlem, en aan Mr. Frans Adriaan Jas, hoofdambtenaar bij de Nederlandsche Bank uit Bussum. Deze volmacht gaf hen het recht om:

Bekijk transcriptie 


Op 12 juni 1744 verschenen voor notaris Daniel van den Brink in Amsterdam twee mensen:

Ze woonden in de Hazenstraat in Amsterdam. Ze waren gezond van lichaam en geest. Ze wilden hun testament opmaken omdat ze wisten dat de dood onvermijdelijk was.

Als Johanna als eerste zou sterven zonder kinderen na te laten, dan gaan haar kleren en sieraden naar:

Als er wel kinderen zijn als een van hen sterft, dan moet de langstlevende partner:

Ze verklaarden alle eerdere testamenten en huwelijkse voorwaarden ongeldig. Ze benoemden elkaar tot enige erfgenaam van al hun bezittingen, geld en rechten.

Bekijk transcriptie 


Op 15 mei 1688 vertrok iemand vanuit Cormandel. Hij nam Visiapoer in en veroverde ook Golkonda, waar hij de koningen gevangen nam. Alemgier was een machtige monarch waar niemand tegen kon vechten. Er waren 10.000 paarden en veel soldaten beschikbaar. Men mocht nog meer soldaten aannemen om het gebied tot aan de rivier Kistnae te bezetten. De inkomsten van de landerijen en de schatten uit het kasteel Aarne mochten hiervoor gebruikt worden. Op 9 december ontving Argieragie in Tiroenemalla deze brief. Hij besprak met Santogie Ragie dat ze naar Cantje konden trekken om land ter waarde van 10 lak te bezetten. Santogie Ragie vond het geen goed idee om de kastelen te verlaten. Ze besloten samen om Wittalla Ballaran met 2.000 paarden en 3.000 soldaten naar kasteel Arkadi te sturen. Na de verovering stuurde Argie Ragie 200 paarden en 2.000 Mawaliet-soldaten om het kasteel te bewaken. Ballarai werd daarna opgedragen om deze gebieden in te nemen:

Ze stuurden Wedoesie Baaskarroe met 200 paarden naar kasteel Aarne. Argie Ragie en twee andere heren zouden naar de zuidelijke landen trekken. Tangena en Madanantanto vluchtten naar Ponnemullij toen ze hoorden van de verovering van Arkadi. Madanantanto keerde later terug met soldaten, maar Tangena bleef daar. In het begin informeerde Tangena aan Mahomet Alijbeek over de inname van het kasteel.

Bekijk transcriptie 


O. Aklom schrijft een verslag over het boekjaar van 15 juli 1857 tot 30 juni 1858. Hij heeft documenten bestudeerd over de prijzen van geïmporteerde goederen in Nederlands-Indië. Hij heeft vooral gekeken naar:

Hij heeft een overzicht gemaakt van de prijzen van 1849 tot 1858. Op 25 maart 1859 merkt hij op dat de prijzen voor de meeste artikelen onveranderd zijn gebleven op het minimumniveau. Hij denkt dat dit ook geldt voor andere goederen.

Bekijk transcriptie 


Op 7 januari 1745 legden verschillende mensen een verklaring af voor Daniel Arentsz, de secretaris van de rechtbank van het gouvernement. De getuigen waren:

Ze waren allen soldaten in dienst van de Compagnie en gestationeerd bij de Landpoort van het fort. Ze legden een verklaring af op verzoek van de tijdelijke aanklager Carl Jan Hout. De eerste getuige Tangana verklaarde dat hij op 18 december geschreeuw hoorde bij zijn post. Toen hij ging kijken zag hij dat Otto Hendrik Kloek, de baas van de wapenkamer, een vrouw sloeg met een stok. Deze vrouw was eerder de prostituee van de overleden eerste konstabel. De tweede getuige Piero Pietersz had die dag wacht bij de Landpoort en wist alleen dat Jan Fredrik Gieseke, de helper van de wapenkamer, die middag bij de Landpoort was.

Bekijk transcriptie 


Van het Sumatraanse Westkust-kantoor van de VOC op 25 maart 1764 de volgende bestellijst voor de jaren 1761-1765:

Voor het pakhuis:

Bekijk transcriptie 


In een brief uit juni 1885 wordt gesproken over het verlenen van een titulaire rang. Rekening houdend met eerdere besluiten van 10 augustus 1876 en 21 juli 1877 blijkt dat gedurende 12 jaar een onderofficier als adjudant heeft gefunctioneerd. Dit heeft nooit problemen voor de dienst opgeleverd. Het voorstel van de Commandant der troepen lijkt meer gebaseerd op persoonlijke voorkeuren dan op het belang van de dienst. Het advies is om dit voorstel niet in te willigen.

Bekijk transcriptie 


Uit dit historische document blijkt dat er een handelssamenwerking werd opgezet met 66 personen, waaronder 6 hoofden en bestuurders. Het totale startkapitaal was 11.350 pagodas (Indiase munteenheid) om te kunnen handelen met de VOC.

De verdeling van de aandelen was als volgt:

Bekijk transcriptie 


Op onbekende datum in Amsterdam werd een juridische volmacht opgemaakt. De tekst beschrijft een juridische machtiging, waarin iemand toestemming krijgt om namens een ander te handelen. Als getuigen waren aanwezig: Freddrick Sylvius en Hendrick Bringer. De akte werd ondertekend door Daniel Tangena, F. Sijlvius en H. Baangen. De notaris Sivius heeft de akte bekrachtigd.

Bekijk transcriptie 


Barent Coster, vleeshandelaar, en Maria Tangena waren getrouwde partners. Ze beloofden aan Tangena, de zus van Maria, alle kleding van linnen en wol, plus goud- en zilverwerk. Ze moesten aan Jan Tangena en Hendrikje Bruijgick, de ouders van Maria, of de langstlevende van hen, 100 gulden betalen plus kleding en sieraden als wettelijk erfdeel. Als de ouders zouden overlijden, moest er worden uitgekeerd aan:

Dit testament werd opgesteld in Amsterdam aan de Heilige Weg in aanwezigheid van Jacob van der Groe en Jacob de Clercq als getuigen. Op een later moment in oktober 1685 verschenen Barent Coster en Maria Tangena opnieuw. Coster leed aan waterzucht. Door zijn aanhoudende ziekte, hoge medische kosten en tegenvallende handel was hun vermogen zo verminderd dat ze meer schulden dan bezittingen hadden. Daarom hebben ze het eerdere testament nietig verklaard. Dit gebeurde in Amsterdam in aanwezigheid van Gerbrand Amnnich en Gerrit van den Groe als getuigen.

Bekijk transcriptie 


Moeder treedt op als wettelijke voogdes over haar 5 minderjarige kinderen die ze had met haar overleden man Theodorus Alexander Walswijk. De kinderen heten:

De kinderen hebben recht op de helft van het bezit dat hun moeder heeft geërfd. Dit bezit komt van Willem, die het heeft nagelaten aan zijn erfgenamen. Het gaat om een heide-molen die verhuurd was aan Hendrik.

Bekijk transcriptie 


De schuldenaar moet zijn bezit verzekeren bij een brandverzekering. Als er schade is, krijgt de schuldeiser een vergoeding voor zover er iets te vorderen valt. Dit geldt ook voor het overgebleven onderpand.

De schuld moet direct worden terugbetaald als:

Bij vrijwillige verkoop mag de koper geen gebruik maken van het recht van zuivering. Als de hoofdsom niet wordt betaald, mag de schuldeiser het onderpand openbaar verkopen. Hij mag de verkoopprijs innen en daarvan de hoofdsom, rente en kosten afhalen.

Deze akte is opgemaakt in Nieuwe-Wetering, gemeente Alkemade, op 15 juni 1906 in aanwezigheid van Antonius van Haastrecht, blikslager en Gerard van't Overvliet, nachtwaker, als getuigen. Jacob Bakker verklaarde wegens trillende handen niet te kunnen tekenen. De akte is geregistreerd in Haarlem op 18 juni 1906.

Bekijk transcriptie 



Vorige paginaVolgende pagina

Zoek uw voorouders en publiceer uw stamboom op Genealogie Online via https://www.genealogieonline.nl/