Browse transcripts » The Utrecht Archives

archive access 67, inventory number 53, page 15

Mijn heer en vader.
UEd. brief met de Theses vanden 13 Januar
is mijn wel ter kant gekomen, myn span¬
jaert is hoe langer hoe boser geworden, ende
nademael dat hij, soo ick daerop sat, bij
naer met mijn achterover soude gevallen
hebben, hem niettemin den vollen toom
gevende, heb ick hem inde manes bestelt
om te laten dresseren, synde van hun om tot
de selve een p keur sall te laten maken
mijne exercitien sijn niet anders, als den
spraek meester, frequenteer het schermschen
somtijts, om mijn wat te oefenen, hooren
de oock somwijl de lessen, inde Theologie
en andere De doot van myn oom 40 sept.
coijmans, heb ick al over 3 weken voor
vE: d: brief verstaen, het subiet sterven
een voorbode te sijn vande ses
vrees ick
gelijck men dukmael gesien heeft de
tijding van neef tol is mijn mede alge¬
segt vande neven van geel twelk bedroef
is, koopende dat alles ten besten sal afloopen
mijn ondertussen bevelende in H.Ed. goed.
gratie blijvende
UEd. onderdanigen soon
m Genere
den 26. Febr.
H.L.V.M.
Mrs. Mewen, en vandermart
De wijl het geselschap van VE myn so
veel obligatien heeft gegeven, en geen expedient
vindende, soo een gordiaensen knoop te ont„
binden, als alleen om opt autaer van een
goede gratie, soo wenig, van mijne klene en
onwaerde diensten of te offeren, sal dese dan
dienen om bij U. te suppliseren en te inter¬
sederen, dat deselve eenig effect soude mogen
sorteren, achtende niettemin mijn selve
opthooght ongeluckkig. UE. met eenige
moeten recompenseren, en soude
woorden te
sulks swaerder sijn, ten waer ick varsekert
bekent te sijn mijne affectie en
ex
waer
inclinatie, soude oock wel ondankbaer
moeten gesegt worden, indien de romke
van deselve, alleen haer oorspronck, uijt het
vier, en iver, des beleeftheijts, bij vE resu„
rende, participeren, sonder vl. als mijne prin¬
cipia met alle nateurlijke dingen te arko¬
nen. Dit dan dien sijnde geef n. te beden
ken de droefheijt dien ick gevoel inde me
morie van vE. subiet vartreck, en princ
pael het carel tussen etc. en mijn neef in
het welke te appaiseren, ick wel gewenst
dat behulpsaem geweest te mogen sijn, en
sulks voor vE. vartreck, met een klene
debotie te confirmeren, ten waer de questi
of aen de eene sij, of aen den ander te fregnant
waer geweest in offensi, daer dan de verenge
altijt sijn plaest moet nemen