Blader door transcripties » Het Utrechts Archief

archieftoegang 34-4, inventarisnummer 190, pagina 6

Op huijden den iiijen Januarij 1642. des avonts ten ses uren Compareerde
de voor mijn Jan van Wechoven openbaer Notaris bij den Hove van
ultrecht geadmitteert, ende de onder benoemde getuijgen hier
toe versocht Gerrit Janssz van Resteren Corenwater, ons
Notaris, ende getuijgen well bekent, sieck van lichaem te
bedde leggende, doch sijn verstant, memorie, ende spraect
wel machtich. Ende verclaerde te approberen zijn
voorgaende Dispositien t' sij Testamentair, als God
claer voor soo veel die niet en zijn gerevoceert,
ende daer toe heeft den Comparant onvermindert de
selve zijne voorige dispositien, geprelegateert, ende
voor uijt gemaeckt a uyt sijne gereetste nae te
laten goederen, aen, ende ten behoeve van Neeltgen
Gerrits sijne dochter, ende aen Geertgen Dircks, doch
van inditgen Gerrits zijne za: dr. huijssen van Jan
Servaes van Brussell, elcx de somme van hondent etc.
gul. ende dat in recompense vande getrouwe diens
die d'selve zijne dr ende dochters dochter, mett zo
voorn man hem Comparant in sijn oude swackie dagen, ende
crancheden als andersints met hantreijckinge, heffen
ende beuren, bewesen hebben, dagelicx noch bewijsen ende
die hij vertrout dat se hen noch betonen ende bewijsen sij
als andre preguante redenen, hen daer toe moverende,
Willende ende begeren, ende ordonnerende, dat de voors.
legaten, voldaen sullen worden, verstont nae sijn doot
Alle t'welck den Comparanten verclaerde te wesen
sijn Codicill laeste ende uytterste will. Vyegenen
dat t' selve sorteren sal volcomen effect, t'sij al
Codicill, Gifte onder de levende ofte uyt saecke de
doots, all waren alle nodige solemniteiten ten hier min
niet geobserveert. Aldus gedaen, ende gepasseert
binnen uts. ter pnte. van hendrick de Vries, en 7 jace
lambertssen van Kempen als getuigen op daer toe specia
versocht op date voors. twee een
merck
drie maenden
Tot merck geteyckent
v Gerrit Janssz van
kesteren voors.
in
Jacoblambertsen
J: Jan Ves koven
1642