Blader door transcripties » Het Utrechts Archief

archieftoegang 34-4, inventarisnummer 190, pagina 5

Pieter Lafeboir
Op huijden den iijen Januarij 1642. des naenoens tusschen
twe ende drie uren Compareerden voor mij Nots. ende d'oudeese
getuijgen hier toe versocht Franchoijs Eliot borger ende
silversmiten binnen utrecht, ende Cecilier Baltasar Texitis,
echtet luijden, de voors franchoijs Eliet sieckelick op een
toell sittende, ende Cecilier Baltasar. met ons gaende
staende, haerl. memorie, ende verstant well machtich, soo men
wij niet anders en conde bemercken, Ende verclaerden alsnoch
te approberen de rechiproche lijf tocht voorden Notaris
hendrick van Groenenberch, ende seeckere getuijgen eertijts
gemaeckt ende opgerecht, Ende onvermindert d'selve verclaer¬
den de Comparanten regateren en prelegateren, ende
voor uijt te smaecken uijst haerder beyder goederen aen
Petronella, ende Janneken Franchoijs ho Eliot, haer
Comparanten beyde Doch wesen, ijder der selve vijftich
gul. omme d'selve legaten bij haerlider genoten te
worden ter expiratie der bovens lijftochte, Ende dat
boven de costen ten van uijtsettinge den houwelicx t sij
de voors hare Dochteven bij haer Comparanten lepen
gehouwelict waren ofte niet, alsoo de Comparanten
wilden dat haer ongehuwelickte soo veel voor uyt
mede hebben sullen, als haer gehuwelicte huijs gheven, tot uijtset
tuige des houwelicx genoten gehadt, daer inne sy begeerden
dat oock egaliteijt sal worden gemaect, willende ende begerende
dat t' selve sall hebben ende soutdoen volcomen effect, t'se
als Codicie, gifte, ander den levenden, ofte uijt saecke
des doots, all waren alle nodige solemniteyten hier inne
niet geobserveert, ende dat in crachte vande octroije vanden
hove van Utrecht in date den xen April 1609. Aldus
gedaen ende gepasseert binnen utrecht ter presentie teeren
den hoochgeleerden heere Jacobus Ravesburch. Professie ende
als getuygen op den dage ende jure voors
François Delioet
Celilia copitesz
Jacob Ravensberg.
Peter le Febure
Jan Verhoven
1642: