Parcourir les transcriptions » Les archives d'Utrecht

accès aux archives 34-1, numéro d'inventaire 930, page 15

Verso Vak zes Ontvangen Eene Gulden tach
tig Cents met de Aichten dezitigApcentin
wee Gulden acht en Veertig en een halve
De Ontvanger
Cents
2 Jaar ƒ210„
„
anke 21„ „ ƒ 240 „ „ ¾ p=st ƒ 1„ 80„
380p=c „ 685/
ƒ 2„ 48
N„o 235. den 25 Februari 1841.
Voor Meester Cornelis Govert de Balbuin van
Doorn, openbaren Notaris te Iutphaas, en de beide nagevem de
Getuigen was tegenwoordig
De Heer Petrus Hendrikus Van Hulstyn„
lyksveearts wonende teysselstein,
Dewelke aan my Notaris zakelyk de navolge de beschikkeng
van uitersten wil in tegenwoordigheid der Getuigen heeft opgegeven
De Erflater huft verklaard tot zyne eenige eal geheele
Erfquame voor alles wat hy zal nalaten, niets hoege aan t
uitgezonderd te benoemen en aan te stellen zyne Echtgenoat
Mejufvrouw Aaltje Van Dors en, aan welke hy zoo in
ligerdom als in wachtgebruik maakt bespreckt aldat gen
zyner nalateschap, waarooo de met hem de vrye beschikken
ten haren voordeele toestaat, hebbede de Erflater verklaard
zyne goden de Echtgenoot als zyne Erfqename tevens te intalaan
van alle onpligting tot het stellen van zekerheid, zynde het
zyne begeerte Haar door dezen zooveel te bevoordeelen, als
Iem maar eenigsins volgens de bestaande wetten mogelyk
zal zyn
De bovestaande beschikkingen aldus zakelyk door den Heer
Erflater opgegeven, heb in Notaris volgens die opgave lejen kan
dig geschreven, e daarna aan den Heer Erflaker duidelk voors
lezen en Item afgevraagd of dat voorgelezen zoo als het zelve
hiervoor besenreve staat zinen uitersten wil bevat, waorop vly
hueftderkloard dat hetzelve dien wil volkooen enhoudt en de
Hy hetzelve als zoodane wil hebben geeerbiedigd en nagekonen.
zynde alles wat hier vermeld staat van hetbejn tot aan het
lede geschied integenwoordigheid der beide zelfde getuigen hier
nagevend. Waarvan acte, Gedaan en verleden te
Iutphaal, ten kantore van my Notaris, op heden den vyfen
twintigsten Februari achttien honderd eenen veertig, in bywezen
van Roelof van Doorg, hoepelbunger en Antonie koppenhoud
kleermaker, beiden wonende te Iutphaas, als getuigen welke met
den Heer van Hulstyn en my Notaris, na poard voorlezin van deze