Browse transcripts » The Utrecht Archives

archive access 34-1, inventory number 930, page 13

Een
N„o 234. den 24 Februari 1841.9
Voor Mader Cornelis Covert de Ballian van Doorn
openbaren Notaris te Iutphaas en de nagenoemde Getuige was tegenwoordig„
De Heer Cornelis Schuly Isaacszoon, Secretaris en Ontvanger
dezer Gemeente Iutphaas wonende alhier Dewelke zich ten deze Sterk
makende voor den Heer Pieter van den Broeke, Eigenaar eener Steen.
bakkery wonende binnen deze Gemeente, voor wien de Heer Comparant
zich als deszelfs mondelingen last hebbende wegens al de gevolgen
dezer aansprakelyk stelt, verklaarde by opbod eenhet operbaar
te willen verhuren: Eenige perceele Bouwland, gelegen onder
Iutphaas in het overeind uitmakende een gedeelte van de perceel
op de kadastralen legger voorkomende onder D.ssectie / 241 /nommer.
toebehoorende aan den Heer Pieter van de Broeke voornoemd, en ieder
afzonderlyk afgebakend te grootte van nagadeg veertien roeden
en achttien ellen: ezulks op de navolgende voorwaarden:
1. De onharing geschiedt, voor de tyd van zes eerst achter een volgende
jaren of Taisoenen in gaande met dezen jare achttien honderd een en veer
tig e zullende eendigen in het jaar achttien honderd zes enveertig wan
nier de inZameling der orucuten zal zyn afgeloopen; echter met uit
drukkelyke voorbehoudeng door den Oerhuurder van het regt om de
huur van zooveel perceelen als hy zal goedvinden, te ontlenden elk
jaar wanneer hy dezelve mogt noodig hebben ten einde de Heenaar de doar
uit te graven; zullende hy door van aan de huurders wien zulks mogt
aangaan hennis geven in de eerste maand van het jaar, waarin hy ook
die afgraving zal overgaan; zullende in die gevallen de huurders
van allen regt e van alle ordere verbindtenissen betrekkega hun gehuurde zij
ontslagen zonder zich daartegen te kemen verzetten ezonder eenige schade
vergoeding te kunnen vordren. 2. De onharing geschiedt by de maat
van veertien ellen en achttien palmen virkort; naar welke de uitge
loofde pyzen zullen worden berekend, met dien verstande dat de pryt
der perceelen zullen worden begroot naar den wezenlyken inhoud zoo
dat de huurders niet meer zullen betalen dande opprovlakte die zy
genieten. 3 De huurpryzen zullen in goed gangbaar geld eop geene
andere vyze, vry en zonder eenige korting moeten worden betaald op
den eersten September van elk huurjerten kentord van den groem den
Notoris de Balbian vaDDoorn, aanhanden tegen kwyting van den
Heer verhuurder. zullende by de huurpyzen tenas door de Huurders
moeten worden voldaan in het eerste jaar twaalf en in de volgende
jaren Zesten honderd van deszelfs bedrag tot goedmaking der
kocten. 4. De Huurders moeten hun gehuurde bebouwen met aordap
pelen en met geene andere vruchten of granen hoe ookgenaand. 5.
Elk huurder zal verpligt zyn des gevorderd wordende tot zeker
heid voor de nakoming dezer te stellen een of meer gegoede Borgen
ten genoegen ater keuze van den verhuurder welke met den huurder
ieder hoofdelyk en voor het geheel zich verbinden moeten tot de