Browse transcripts » The Utrecht Archives

archive access 34-1, inventory number 2292, page 9

re schuldenaar gemelde som„
me van Drie honderd Gulden
weder terug te zullen geven, aan
gemelden Heer Jan Brinkhuis ten zij„
nen huize of aan den houder der gros„
se dezer Acte, die zijn regt van dezelve ont„
leend in goede gang bare gouden
of zilveren muntspecien, naar den
coers van heden en op geen andere wijl, zon„
der die teruggeving te mogen doen in ééni„
ge Billetten papieren geld of eenige ande„
re publieke effecten, die in omloop zijn;
of zouden mogen gebagt worden van welk
voorregt de comparant wel uitdrukkelijk
afstand doet bij dezen. Deze terugge
ving door den Debiteur als mede de op„
eisching door den crediteur, of zijn regtver
krijgende, zal ten allen tijden kunnen,
mogen en moeten geschieden mits dat
degene die zulks begeert te doen of be„
geert te hebben; gehouden zal zijn den an„
deren daarvan drie maanden te voren
—
waarschuwing te doen.
De voornoemde comparant debiteur
verbindt zich verder om van gemelde som
van drie honderd Gulden Intressen
30
Ut
V: Bladk
te zullen betalen, jaarlyks presies op den ver„
schijndag, aan handen en ten huize van ge„
melde crediteur of aan den houder der grosse
dezes, tegen vijf percento 's Jaars, zonder
eenige korting van reeds bestaande of
toekomstige last, welke intressen hun„
nen aanvang nemen, met dato van het
passeren dezer en voortduzen zullen, tot
de dadelijke te ruggeving en voldoening van
de voorschreven, hoofdsom toe.
Voorts is tusschen parthijen expresselijk be„
paald bedongen en geaccepteerd en zijn
dezelve overeengekomen, dat, indien na
de voorschreven opzegging, de betaling
bij Expiratie van de drie maanden niet
werkelijk geschiedt, dadelijk door voor„
noemde crediteur of door den houder des
grosse dezer voorschreven kapitaal van
drie honderd Gulden en intressen, daar
op te verloopen, zal kunnen worden op„
geeischt, zonder dat er eenig regtsgeding of
eenige regterlijke daad te plegen, noch aan
wyzing te doen buiten een eenvoudig
bevelschrift, om van dat verzuim te doen
blyken, zal noodig zyn. kwalificerende
voorts voornoemden debiteur den meerge„
melden Heer Jan Brinkhuis, of den