Blader door transcripties » Regionaal Archief Tilburg

archieftoegang 115, inventarisnummer 47, pagina 8

uijt crachte deses sal werden gedaen & Ericht vader want als na rechte, Aldus gedaen ende gepasseert binnen Tilborgh ten presentie van D'Hr. Adriben geschrepen ende Matheus Nieukerck out Schepen & Commies alhier beijde als getuijgen hier toe versocht Die de prothocollaire minute deses beneffens den Compten. & mij nots. voorn. mede hebben onderteeckent desen 3e. septemb. 1695, Wm. Bernage J. van Hen. Velm 1695 M: Nieuwersz quod Attestor 1695 H:V Loon Nots. publ: ƒ: C: 16 x 3 x 95 ƒ 8 Inden naeme des Heeren Amen. Compareerden voor mij Arnold: van Loon openbaer Notaris bij den Ed: rade van Brabant, in s'graven„sage geadmitteert, binnen de Heerlijckht. Tilborgh residerende, ende de getuijgen naegenremt in eijgene persoonen den Eersamen Hendrick Janssen Cantvenbergh, & d'eerbare jemeken jacobs de Roij echte lieden alhier aen Velthoverse molen woonende, mij notario wel bekent, den voorsz: Cauwenberch gesont van Lichaem, gaende gestaende, ende de voorn: jemeken sieckelijck te bedde liggen; nochtans beijde haer verstant, memorie, ende sinnen, wel machtich ende volcomentlijck gebruijckende, soo sulcx opentlijck bleeck, Dewelcke overdenckende de seeckerst. des doots, & d onsekere ure van dien Hebben daeromme met voorbedachten rade, ende mutueerconsent, sonder inductie van ijemanden, vijf hennen eijgen wijen wille, gemaeckt, geordonneert, ende geslooten, soo sij doen mits desen, dit haer tegenwirt die „ testament, lesten p vijttersten wille, invoegen ende manieren hier nabeschreven volgende: Eerstelijck hare zielen, nu & soo wanneer die uijt henne sterffelijcke lichamen sullen comen te scheijden inde grondeloose berinherticheijt van Godt almachtich bevelende, & henne doode Lichamen eerlijck & Christelijck begraven te worden, Comende voorts totte dispositie van henne tijdelijcke goederen, soo verclaerden sij testateuren uijt conjugale Lieffde, die sij malcanderen sijn toedraegende, dien den anderen den langstlevende van hen beijde wedersijts, te laeten ende te maecken vrije heer te meester, ofte meesterste van alle ende jegelijcke henne gesamentlijck goederen, soo haeffelijcke als erffelijck, schulden, actien, & crediten, hoedanich die sijn ofte genoemt connen worden, waer te op wat plaetsen gelegen, geen uijtgesondert, ende die d'eerstafflijvige met sijne ofte hare doot eenichsints sal comen te ontruijmen ende achter te laeten, omme alle deselve na doode van eerstafflijvigen bij den Langstlevende in vollen eijgendom aenveirt ende beseten te worden, die te vercoopen, verlieneren, steiren, transporteren, belasten ende bescharen, ende daer mede te doen, soo de Langstlevende goetduncken & gelieven sal, sonder tegenseggen van imanden, instituerende & nominerende sij testateuren malcanderen d'een den anderen den Langstlevende van hun beijde wedersijts, int gene voorss: is, tot haren eenigen te universell erffgenaem, met vollen rechte van institutie mits desen, tgene voorsz staet verclaerden sij testateuren te wesen hennen testamente, lesten te uijttersten wille, die hij begeren dat na hare doodt sal werden achtervolght, stadt grijpen, ende sijn volcomen effect sore teren, t'hij bij forne van testament solemneel, codicille, gifte ter saecke des doodts, onder de levende of andersints, soo & gelijck t'selve alderbest sal connen bestaen, goet ende van waerde wesen, niet tegenstaende alle ende