Blader door transcripties » Gemeentearchief Schiedam

archieftoegang 244, inventarisnummer 772a, pagina 14

f
Op huijden den xxijen. April @o 1668 Compareerde
voor mij Jacob Bollaert Openb. Nots. etc. ter presen.
vande ouders getuijgen, Abraham Janssz Zeevarende man
gereedt sijnde omme te varen naer Groenlandt van
Rotterdam, met Heindrick Lubbersz, Ende bekende
sij Compt. wel ende deuchdel. schuldich te wesen
neeltge Boenen, ofte haer actie gecrijgen, de somme
van Sesentsestich Car. gul. tot xl groot het
stuck, spruijtende soo ter saecke van mont ende Costgelt
als geleende ende verstreckte penn. tot sijn Contentement
genoten ende ontfangen. Belovende sij Comparant
dat de voorsz. sal werden genoten ende voldaen, uijt
het Beuijtgelt dat hem compt. voor sijn portie
soude toecomen ter oirsaecke sijn dienst voor
Bootsgesel gevaren hebbende met Capn. Boshuijsen
authoriseeren de voorss. Neeltge Boenen deselve
is in minderinge van haer voorsz. achterwesen te ontf.
Ende bij mancquement vande voorsz. te ontfangen
beuijtgel., soo belooft hij Compt. de voorss. somme
te voldoen, uijt sijne gagie ofte maentgelden
die hij opde aenstaende reijse naer Groenlandt sal comen
te verdienen, ende dat uijt de eerste pen. vandien tot
die eijnde deselve gagie daervooren verbindende ende authoriseren
als boven, verbindende hij Compt. voorts tot naercominge
deses, sijn persoon ende goederen gesuijtbesondt. subject etc.
Aldus verleden ten Comptoire mijns Nots., ter presentie
van Carstiaen Jansz Spaen ende Corn. Jansz spaer getuijge
stelt bij

gement bij
Eers: Jansz ende Jans
selfs
gea
Bollaert