Blader door transcripties » Gemeentearchief Schiedam

archieftoegang 243, inventarisnummer 759, pagina 3

tot voor



ƒ

ƒ














110
Op huijden den xxvjen: Januarij Ano. xvjc. Drieenvijftich
Compareerden voor mij Maerten kouwenhove Openbaer
Notaris bijden Ede. Hove provinciael van Hollandt
geadmitteert resideerende binnen der stede Schiedam
ter presentie vande ondergenomineerde getuijgen

Jan Engelen Out Li Jaren ende Joris Jacobsz
out xxvi Jaren ofte elcx daer ontrent beijde

gevarendeluijden woonende binnen deser Stede dewelcke

ten versoucke van Gerrit Pietersz mede Zelvarendeman

woonende alhier, bij haerluijder manne waerheijt

in plaetse van solemneelen Eede, verclaert getuijcht
ende geattesteert hebben waerachtich te wesen
dat sijluijden Attestanten benevens den Reqt.
de voorleden Zomeer als bootsgesellen ten haringh
hebben gevaren, met Stierman Pieter Cornelisz
Coeve vanden Briel, ende dienvolgende inde
met den selven inde Noortzee gecomen sijnde
op haerluijder neeringhe vande haringh vangst
ende ontrent drie weecken geseijlt sijnde ende
den Reqt. besich sijnde omme haerluijder gevangen haringh
te baecken helpen haecken, dat alsdoen den Reqt. door
het sijn haeckmes in sijn lincker handt gequetst is
ende inde selve gesteecken heeft, seggende hij
vier
Reqte. (soo als Jan Engelen alleen verclaert) Joris,
Carel
denoterende den voorn. Joris Jacobsz wantenemer
daer macht ghij het haeckmes in mijn handt
fants gesamentlijck dat
Ende verclaren sij A
de voorss. quetsuijre door een Chirurgijn van een
Oorloch schip verbonden sijnde tot het eijnde vande
voorss. haerl. reijse van tijt tot tijt vergelt
ende quade geworden is, ende oock alsoo met de