Blader door transcripties » Gemeentearchief Schiedam

archieftoegang 237, inventarisnummer 748a, pagina 36

Op huijden den 8en. meij 1618 Compareerde
voor mij Adriaen Cornelisz Molswick open¬
baer Notaris en Jacob Lambrechtsz out lxij
Jaeren ende Willem Franssz Schoemaecker, om
xlvi Jaeren, ende hebben ten versoecke van
Winter Claesz ingelander onder de puisitie
van ambachte vande ketel, bij haere conscientie
in plaetse van eede verclaert ende geattesteert
wonachtich te weesen, dat zij deposanten
wel weeten dat de singel beginnende
vande ketel poort aff streckende na de noortoolen
toe, leggende door de landt, en dient
sij den voorn. Wouter Claesz werden gebruijt
heijt noyt van dese voorleden winter en
gebroocken
heeft van water ende heeft oversloopen mochte
geen noot en heeft gehadt een over te
toe in te loopen Bevestigende sij deposanten, haere
getuychenisse met redenen van wetenschappen
reecken
dat sy zyn ingeladen inden voorss. ambachte
ende mitsdien de gelegentheit vande voorss.
snel wel gesien hebben als sij haere
handen hebben gaen besichtigen, Presenterende
Aldus gedaet ende verleden
presentie van Jacob Cornelis ende Sr.
Acht lieven Schot getuygen van
geloove hijer toe versocht

Willem Frans
Flamber
A
Jacop Cornelisz tmerck gestelt
lieven Schot
bij
J Molen