Browse transcripts » Brabant Historical Information Centre

archive access 7637, inventory number 26, page 9

Regt
10 en 15 pC
heden binne S: Oedenrode, ten Kantore wa
den Notaris voormeld, den Twaalfde Maar
Een duizend) acht honderd Achtien, in bepre„
zen van Johannes van Breugel & Antony
van den Durigen beid wedersen wonende te
s' Oedenrade, als geloofwaarde getuigen hier
toe verzogt, die deze na lezing met den Comparan
verkoper acceptant en mij Notaris hebben
getekend terwyl Johanna de Gruyter ver
„klaard heeft niet te kunnen schryven, hebbende
meede goedgekeurd de doorhaling van Kantore
van den Notaris, en de inlasting van woon„
huize van den Koper op den eerste en twede regel
dezer bladzyde Peterde gruster
J V Erp
J: V: Brengel
70 - 40
A V D Lungen
17—. 60
88 — „
I: Lejeng
Not=s
N„o 85 Gereg:t te S„t oedenrode den Veertienden Maart
1818. f„o 18 V„o Vak 3 à 7. ontvangen een en Veertig
guldens acht en Vyftig Cents Neerlandsch
met de Verhogingen.
Middelaer.
Exp
Middelaer.
N=o 4
voor my Pieter de Iong, open
baar Notaris, resideerende te S:t Oedenrode, kan„
ton van dien Naam Distrikt Eindhoven
Provincie Noord-Braband, Koningryk der
Nederlanden; en de aan mi bekende en hier na
genoemde getuigen, zyn gecompareerd: Hendrik
van de Groenendaal Bouwman, en Theo
„dira van den Oever desselvs huisvrouw, ten
deze door voornoemde haare man behoorlyk
geassisteerd en gekwalificeerd; wonende te
oedenrode; dewelke verklaren te regt te heb„
ben verkogt dan en ten behoeve van de Heer
Jan van Hombergh Burgemeester van
en wonende te S=t Oedenrode, alhier present en
accepterende: Een Parceel teelland groot
twee Lopensen, geleegen binnen de gemeente
van J: Oedenrode, onder den Heertgang Bosch
en Varrenhout, genaamd het Schoonhorstje
aan erve met een zijde Mejuffrouw Kemps, dande
zyde den Transportant, gelyk ook het een eind„
d'ander einde Willem der Kinderen; Belast
Jaarlyks met twee guldens en vyftig cents
twee gulden tien stuivers:) aan het geestelyk
Kantoor van Teelland; verders Los en Vry zoo
verkoperen verklaren; mits de koper betalende
der Belastingen, van welken, aard die ook moge„
wezen, gerekend aanvang genomen te hebben.