Browse transcripts » North Holland Archives

archive access 1972, inventory number 365, page 8

zeven en twintigsten September achttienhonderd negen en zestig
onder verband van drie obligatiën ten laste Oostenrijk, geheel
gelijk aan de hier voor genoemde nummers 277814, 279615 en 279810
Alle de voren genoemde obligatiën met de daarbij behoorende half
jarige coupons, waarvan de eerste verschijnen den eersten Jan
Cari jongst komende
De renten van deze bedragen zijn verschuldigd als:
van vijfhonderd gulden op den zeventienden, en van veertienhon
derd op den zeven en twintigsten van iedere maand en respectie
velijk verschuldigd van den zeventienden Juni en den zeven n
en twintigsten Juni dezes jaars
De rendant verklaart, dat de renten en prolongatie kosten
van voormelde opgenomen gelden worden gekweten door den
lastgever Jan van der Spok en door dezen nog van de gezegde
verschijndagen af zijn verschuldigd
De rendant verklaart nog, dat door dezen boedel is verschu
digd als wegens geleend geld aan de navolgenden als.
Aan den heer Jan van der Spek eene som van een dui„
zend vier en zestig gulden zes en vijftig en een halve cent rente
loos, te betalen binnen drie maanden na erflaatsters overlij„
den volgens schriftelijk bewijs van den twintigsten Januari
ƒ1064,565
achttienhonderd een en tachtig
Aan den heer Willem van der Spek eene som oan
een duizend vier en zestig gulden zes en vijftig en
een halve cent renteloos te betalen drie maanden
na erflaatsters overlijden, volgens schriftelijk be„
wijs van den twintigsten Januari achttienhonderd
1064
565
een entachtig
Aan den heer Hermanus Misset eene som van een
duizend vier en zestig gulden zes en vijftig en een hal
ve cent renteloos te betalen drie maanden na erf„
laatsters overlijden, volgens schriftelijk bewijs van den
1064
565
twintigsten Januari achttienhonderd een en tachtig
Aan den heer Arie van der spek eene som van
een duizend vier en zestig gulden zes en vijftig en een
halve cent, venteloos, te betalen drie maanden na
erflaatsters overlijden, volgens schriftelijk bewijs van den
twintigsten Januari achttienhonderd een en tachtig
1064
56=o
Aan denzelfden te voldoen als boven volgens schrifte„
lijk bewijs van den zeven en twintigsten Mei achttienhon„
derd een en tachtig eene som van drie honderd gulden
300
Rrente hierop verschuldigd ad vier ten honderden
het jaar van af den zeven en twintigsten Novem„
ber jongstleden
Hemorie
Terwijl nog is verschuldigd aan de navolgenden over
achttienhonderd drie en tachtig; als.
aan A. vanderLaan te Haarlem voor manufacturen
zeven gulden zeven en negentig en een halve cent
975
7
aan B. Hagen te Haarlem voor timmerwerk negen gulden
vijf en dertig cent
35.
7
aan h. Zwaante Haarlem voor metselwerk tien gulden
twee en dertig en een halve cent
32:
10
aan C. van Voorst te kisse voor boter twee en dertig gulden
vijf en twintig cent
32
25
aan den heel en Vroedmeester Ph. S. Frank voor geeeeskun„
dige diensten vijf en vijftig gulden tachtig cent
55 80
Aan den Apotheker H. Remmers te Haarlem voor ge„
leverde geneesmiddelen twee en vijftig gulden
52
Aan plaatselijke belasting per daldo vier gulden vijf en
9
vijftig cent
4
Aan personeele belasting over het loopend dienstjaar
per saldo tien gulden
10
Wordende de verdere schulden en lasten als aan
Cornelia Elisabeth Ploeg, voor diendtbodenloon advi
en tachtig gulden per jaar van den eersten Noven
ber jongstleden, en aan Mevrouw de Weduwe van
Thiel te Haarlem voor huur van het bovenhuis
alwaar de erflaatster is overleden, ad een honderd
zestig gulden per jaar verschuldigd sedert den
eersten November jongstleden en verdere, waar„
van het bedrag aan den rendant niet bekend is,
alhier gebracht voor
Meme
rie
Begrafenis kosten
De rendant verklaart, dat de begrafenis kosten de
erflaatster, welke nog verschuldigd zijn, hebben bedra„
gen eene som van eenhonderd zes en zestig gulden
zeven enveertig en een halve cent.
166
47:

Contante penningen
De rendant verklaart, dat op het oogenblik van het over„
lijden in kas is gevanden twee en dertig gulden achttien
en een halve cent
32 185
Nog verklaart de rendant dat de nalatenschap der orflaatsten
te vorderen heeft van den heer Arie vanderspek wegens kost„
geld de som van veertien gulden
14 „
„ terwijl daarentegen nog is verschuldigd aan de min„
derjarigen Jacob. Willem - en Anna Cornelia van der„
spek wegens een onbetaald gebleven saldo van rekening
negen gulden drie entwintig en een halve cent
ƒ235
—„

Dit gedaan en niets meergevonden zijnde of bedocht kun„
nende worden om in dezen inventaris te beschrijven of daar„
bij te vermelden, is al het beschrevene gelaten onder bewaring
en in het bezit van den rendant, den heer Arie vanderspek
voornoemd, die zulks erkent en zich daarmede opnieuw
heeft belast, met belofte en zich verbindende om alles te
zullen opleveren, verantwoorden ente voorschijn te brengen,
waar en wanneer zulks blijken zal te zullen behooren en
heeft meergemelde rendant, als de goederen onder zijn
behoor en in zijn bezit hebbende gehad, vóór die waren op„
geschreven in handen van mij Notaris den eed afgelegd
op zijne verklaring dat hij niets heeft verduistersof ach„
tergehouden, noch gezien heeft of weet, dat iets verduisterd
of achtergehouden is geworden van het geen tot de onderwer„
pelijke nalatenschap behoorl
Met het vorenstaande bezig geweest zijnde
tot des namiddags ten drie ure, is deze be„
schrijving onder voorbehoud van ieders rechten
gesloten
Doorgehaald op de vijfde bladzijde dezer acte in den
negenden regel twee woorden en in den tienden regel
drie woorden.
—
ldus gedaan en geinventariseerd ten tij„
de en ter plaatse voormeld in tegenwoordig„
heid van de voornoemde getuiden.

En hebben alle de in deze verschenen
personen met uitzondering van de deskundi„
ge voornoemde Meuffrouw Antoinette
christine Louise Sarlet, die zich na af„
loop van hare werkzaamheden verwijderd heeft
en
55