Blader door transcripties » Nationaal Archief / Rijksarchief Zuid-Holland

archieftoegang 2.10.02, inventarisnummer 9, pagina 37

zijne nederlandsche dienst.
jaren, volgens de in Neder„
land bestaande verordenin„
gen, bij de berekening van
pensioen aldaar, zouden
zijn toegelaten, en
6. dat op de bezoldigingen
in Nederlandsche dienst ge„
noten, voor zoo veel die
dienst voor pensioen uit
de koloniale fondsen, in
voege voornoemd, in aanner„
king kan komen, en van
die bezoldigingen niet
bereids in Nederland, vol„
Gens de aldaar bestaande
bepalingen op het stuk„
der pensioenen, mogt zijn
gecontribueerd, zal wot„
den toegepast de kotting
voorgeschreven bij art: 23
van het bovengenoemde
reglement.
2e. op de resolutie van het de„
partement van Kolonien, dt
19 October 1549 L. A 8: 16,
waarbij de doorschreven be„
paling ook van Roepassing
is verklaard op die gewezen
Oost- indesche ambtenaren,
welke bereids, krachtens
het meergemelde pensioens,
reglement Cindisch Staats,
blad 1537 8: 50, zijn gepensi„
oneerd, en op den bovenbe„
doelden doet nederlandsche
dienit jaren
den heer hooij laatstelijk
in Oost Indie bekleede
Ambt van adsistent resi„
dent van Grissee presidentie
Goerabaija is grrang„
Schikt in de Klasse la. H
dan het pensioens reglement,
Waaraan bij eene 20 jarige
dienst verbonden is een pen„
sloen van1800. jaars
en alzoo, na bijvoe„
ging van 't gedeelten
door 4 jaren meerdere
dienst, of eene dom
van360.
door eene 24 jarige
dienst een pensioen
van2160.
Voorts nog letkende op
het verbaal van den 25
October 1545 Lt A No 4, en
op den brief van den Waar„
nemenden Secretaris Gene„
raal bij het departement
van Koloncen, de 1. maart
Il Le. A N: 158
Hteeft goedgevonden.
1e het aan den heer Phooij
bij besluit van den Waarne„
menden Gouverneur Gene„
raal van Nederlandsch
Andee