Blader door transcripties » Nationaal Archief / Rijksarchief Zuid-Holland

archieftoegang 2.10.02, inventarisnummer 990, pagina 28

Dre van den Gouverneur van le lebeeenonde
hoorigheden gezigt aan de Radal van Sanrabonie
(gewone inleiding
Den brief vanden Nadal van Sandraborie van
22 maart hebck ontvangen enveretaan.
De Nadal deell my daarin mede dat zijreeds drie malen
getracht heeft om den dot Oatave die zich sedert lang te Ware
Dare bevindt, tot terugkeerd te bewegen, doch dat li tot leders niet
is lerug gekeerd.
De Radal leidt hieruit af, dat Cataod niet lange vord
van Sandrabom wil wezen.
Daarom heeft de hadat enen nieuwen voret verhoren.
zij geeft mij daarvan kennis en vraagt om den nieuw gekogenen
voret na de poeassa aaniny te mogen voorstellen.
Ote weet dat de voret Valavesedert, sedert verreheidene
maanden int zijn landis en aande vergoeken vande Nadat
om terug te keeren niet voldaan heeft. Ile kan dit gedrag„
niet goedkeuren, en heb dit gelf van den voret dataoe opgemerkt,
e weel dat het inde oude gebruiken ligt om eenen Voret
te ontjetten die zich niet om het lot van zijn landen van
zyn volk bekommert;
Maar ik weel ook dat het Gouvernemrent het hoofd is van
de vorsten bondgenooten en dat het daarom met betaine
lijk is dat een voral verworpen en een nieuwe voret
ver
verkogen worst, zonder mijne voorleennis
De mededeeling vande Madat heeft mij dan ook geer
verwonderd.
De Madat heeft niet wel gehandeld door te handelen
zonder mij vooral te raadplegen, en zondermijn verlan„
gen te vernemen.
de kandaarmede geen genoegen nemen; misselien heeft
de Madat aldus gehandeld int omoetendheid. Okschrijf haar
degen brief om haar nu met myn verlangen bekend te ma„
ken.
Ve gal aan Oatave laten weten, met eenen brief van mij, dat
hij net meer als volct van Sandrabont zal besehouwd wor„
den, indien hij niet binnen acht dagen na de Voeaesa
te ell aleaoser verveliint.
Te verlang dat de Wadat op hetgelfde tijdelep Caelit dagen nade
poeassa te Makassar koine ommet mij over de aangelegen.
heden van Sandraboni te spreken.
kornt Oatoea terug dan gal ik trachten hem met de
Nadat en zin volk te verloenen.
domt hy niet terug dan gal ik met de Wadat overleggen
wat in het belang van Sandrabonie te doen e8.
De Radat meldt mij in haren breef niet wien ej verkore„
heeft. Dit is niet betamelijk maar ck wil den naam
niet weten, om dat de daad niet goedis.
Aldus geschreven te ell aleaoser op den doemaart
1560