Blader door transcripties » Nationaal Archief / Rijksarchief Zuid-Holland

archieftoegang 2.10.02, inventarisnummer 990, pagina 25

schuiven sich te verwijderen, doch metede aan die waar
behuwing gevolg, te gesen, begof lijzich andermaal tot den
voret van God om het gelfde voorstel, waarop hij tot antwoord
betewvam, om maar terug te keeren, en met zijnen voretzeek
weder te vergoenen.
bij gelegenheid van den afloop derpoeaea, kwaenen als
naar gewoonte, alle de hoofden hulde doen aanden voret, waar„
onder dich ook bevond Vlraeng Banjoeanjaza, die bij de aanbie„
ding van eijnen hand door den voret werd afgewezer, onder het
aannemen van eene houding als wil de L. W6. zijne kres uit„
trekken, waarop Oraeng Dlanjoeanjara zich uit de voeten
heeft gemaakt.
Eenige dagen laten kewam genoemde keraeng weder terug, met
welk voornemen weet men niet, maar liij bevond zich ten luike
vanden Anzong Goeroe, en zoud een boodschap aan den vorst, door
een bediende van den Anzonglsoeroe om den voort te verzoeken
of hij tot hem mogt toegelaten worden om van den voret ver„
giffenis tevragen.
Uit de onbeleefdheid van eijne handeling, door een bediende
van den Anrong Goeroe tot het overbrengen der boodschoip te gebri„
ken, maakte het E. A. op, dat zin voornemen geenlens was om
verschoening te oragen, maar wel omdick te wreken en het ge„
volg hiervan was, dat de voret onmiddelijk met zijn gevolg
aan het huis van den Anrong hoeroe gekoomen was, en doorge„
werouur de vaate genoemde Maeug Canjoeanjara tracht te
verdrijel
Veclaling.
De Gezaghebber der Zuider Distrieten
tget M. D Murgemeectre
Voor lenelindend a fachuft
De Dekretaris voor de Inlandsche Galeen
1get 186. Noemaer.
Wrief vanden Radat van 8aurabonie gerigt aan
den Gouverneur van Celebes en onderhoorigheden.
Gewone inleiding.
Voorts deelen wij den heer Gouverneur mede, dat wij
alhier de elakassen zijn aengekomen, om reden dat wij voor
den heer Gouverneur bevreeed zijn, daar de heer Gouverneur
al verscheidene brieven naar Lauraborie voor ongenooret heeft
gesonden die wij nog niet in de gelegenheid zijn, om aan d. H.
tekunnen ter handetellen.
Enge opkomet alhier heeft ten doel om aenwil van
den heer Gouverneur te vernemen, of ons kan toegelaten wor„
den zonder ongen voret bij den heer Gouuerneur tekomen, en
zoo de heer Gouverneur verkieck dat wij ongen vorel afwachten,
dan willen wij tot hem vertrekken.
duo verre.
zon
vrdrijven, en welke geeindigd was met genoemden beraeng
te verwonden, en sijnen soon met den Doengawa van
Banjocanjara te dooden.