Blader door transcripties » Nationaal Archief / Rijksarchief Zuid-Holland

archieftoegang 2.10.02, inventarisnummer 7, pagina 145

Bonaue.
Amubar.
St. Martin, en St. Eustatius en Saba gullen, insgelijks
met het doel eener opvolgende emancipatie, en dus als een
maatregel ten algemeenen nutte, door derzelver tegenwoordige
eigenaren, tegen schadeloosstelling, aan het koloniaal
Gouvernement, worden afgestaan.
Art. 16.
De schadeloosstelling voor de bij het vorig artikel bedoelde
onteigening zal op dezelfde wijze worden voldaan, als bij art.
2 voor de Kolonie Suriname is bepaald.
Art. 17.
De schadeloosstelling voor de onteegening der slaven en de bij
art: 15 vermelde kolonien zal worden bepaald door eene sluks„
,gewijze taxatie, waarbij zal worden gelet op al die bijzondere
om standigheden, welke aan de slaven eene hoogere of min„
=dere waarde geven; zullende hierbij tot grondslag worden
aangenomen, dat het totaal bedrag der Schadeloosstellingen
voor de bedoelde slaven, en geen geval de som van gemiddeld
2oo zal vermogen te boven gaan en dat de schadeloosstelling
voor een slaaf nimmer meer dan f500 zal kunnen bedragen.
Art. 18.
Noch in de Kolonie Suriname, noch in de overige N. S.
Bezittingen, zal schadeloosstelling worden verleend voor
de onteigening van zoodanige slaven welke regt op den
vrijdom hebben verkregen; geullende de schadeloosstelling voor
zoodanige slaven, welke eerst na verloop van tijd aanspraak
op den vrijdom hebben, worden geregeld in verhoreding tot
den tijd dien zij alsnog in slavernij hebben door te brengen.
Sat, 19.
Nadat, ingevolge het bepaalde bij art: 14, al de gronden
en plantagien in de kolonie Seriname, door het Koloniaal
Desteuur, in bezit zullen zijn genomen, zal van wvege den
Gouverneur van Secriname, op eene gepaste wijze, aan de
slaven, verbonden aan de bedoelde plantagien en gronden, evor„
=den kenbaar gemaakt, dat het den Koning behaagd heeft,
ken door middel van daartoe opzettelijk genegotieerde fond=
=sen aante koopen, met het doel om hen het genot der Vrijheid
te doen deelachtig worden, nadat de vruchten van keinnen
arbeid, onder het toezijt van het Gouuernement, voldaende
sullen zijn, om hetzelve schadeloos te stellen, voorde ten
kennen behoeve gedane opofferingen en om het opgenomen
kapitaal in zijn geheel aftelossen; dat ten gevolge van dit
weldadig dael aan de kulteeres in Secriname, en aan:
=vankelijk meer bepaaldelijk aan de Suikerkulteur,
door aanwending van verbeterde toestellen voor de fabri„
=catie, en dus zonder vermeerdering van handen arbeid,
eene meerdere uitbreiding zal worden gegeven; en dat alles
zal worden en het werk gesteld wat slechts eenigzens strek.
=ken kan, om het lot der slaven al dadelijk te verbeteren;
maar dat daarentegen, alle verzet tegen de bevelen van het
Gouvernement en alle willekeurige onttrekking aan den
opgelegden arbeid, ten strengste sullen worden geereft; wor„
,dende mitsdien met vertrouwen verwacht, dat de Slasen,
dankbaar erkennende het geen voor ken wordt gedaan, met
ijver en lust den hem opte leggen arbeid zuullen verrigten en
zoo doende het tijdslip sullen verhaasten, waarop de
vrijheid aan hen kan geschonken worden.
Art: 20.
De Minister van Kolonien wrordt geauctoriseerd om de
noodige.