Blader door transcripties » Nationaal Archief / Rijksarchief Zuid-Holland

archieftoegang 2.10.02, inventarisnummer 7, pagina 104

gehiken
grove vouteen van het tegenwondin
stelsel van slann behandeleg te
Sureniame hunchende, houdt
men zich omtuijd, dat onder
hit naau aantibevilen stitul„
der mans omen die blaren
bevolkerij plaats hebbence
vermindnen, naar rede lan
herjaar.
2 Corn het schul berekind,
wel zal kunnen overonnen
werden.
Aanniminde dat um howul
hreid nun 30. 000 alders ruit zenen
de nepus te bezwaun kan oude
houden naem, aan zouden
de vondulen de ondemmni
nit vil mctulle mit de
berekeningen aan den zeen dans,
balden men zich kinde muni
zen mut de hoog oppronde
beloften aan het ritiel Acsoine
Kail, annmckeyk geangmun„
turd dvr am Ilen dans.
Maar hebben di beloften zich
nergens amangat, zoo acht
min het zur gemaajd. in eene
ondrneme waarrude zulk
aanzienghe kapitute gemouee
zin, en du, minschilkunyze
Esproken, van altyd beleit om
het lot van Sacuname, zich
te verlaten op een ontmis
hetmilte ake den landbom
en het fabrik mezen in dee kolmie„
mans op een laasste trop van
volmaakthuid staande, tot een
twopst mogegte hufectie zoude
oproum.
Danr du Ue dans zne mem
berckenirgen op den gesunsend
sluy aitvoiij hust benicht, acht
men het ombodij de berikenig
le neaputulum, te minden
om dlat de hm dans late
erkend hupt on mogesknien
Oms zoornl Zoack aporalii
te gelyk te doen olvyten, nid
Epritaande tn rroepr hit den
den Elen Elias aarinne
Eezrraat, toegticht mnt het
spreckhend: que lasp embraise
mal etreint, hod bietden,
op prond dut de laryzame
duantillin de meiure fabriten
een Arar baek zoude zn
op de vodulen de meeunemen
en op de moplykheid een uit
voerwij, van zun hlonnin
oophans nilse d Em Elcus
tien fabriter pet jaur dom
Aoarttillen.
By eine nota van 23 Novent„
ass. huft mun anloopij zyn
gedachten emdyseli nopmo
de Errarissde waanmet
de ontmupen an den Elen dans
schaard gaan, en daart avens
un andu dinktute obschuid
naar hetruk die ontrucken
mit bitun vrruitzijt zoudn
kunme compije aem.
dluar oynchy allentii de
Miniter du pendile, aan
waaraan ten dize
de verwezen