Blader door transcripties » Nationaal Archief / Rijksarchief Zuid-Holland

archieftoegang 2.10.02, inventarisnummer 7, pagina 48

het Militair Pensiven Reglement
van 1. Noobe 1040 Adt, niet anders
geschieden dan bij speciale toesten
„ming des konings Cont:s van het
in overweging zijnde concept besluit
is geent speciale maar eene alge„
,meene autorisatie
Het schijnt mij onbellyk toe
eene vergunning in te trekken,
die volgens het vorige Reglement
aan Auderson is toegekend,
te meer daar men kuitendien
blykens de onderwerpelijke voor„
„dragt, omtrent reclames van
andere gunstig gestemd is.
bindelyk komt het my ouer,
„geuaardig voor, om in arty
gewag te maken van gelden van
het opgeheven West Indisch
Pensioen sonds, en niet van de
koloniale kad, waarin die gelden
zyn voergebragt.
Ten slotte moet ik aan de voren„
staande opmerkingen toevoegen,
dat its by mijne zeer menig val„
„dige bezigheden, weinig tyd heb
kunnen vinden, om de onderwerpe
,lyke voorstellen, met meer naauw
„gezetheid te onderzoeken.
Sraep.
s Hage, 7 February 150.
4
hlor de aunsprant
krachtim het vuste Rylumn
rhnm te stom voort dam
dit min de deur opve vou
andiu riclumis uit tut
oude Rylument geput
Vk hou dus von hem jen
aan de gen i ompititie
wnkumg; Aoch encum
de daak amn de biclus,
di Minutus
ni
Voorstel betrekkelyk den
klerk van den 2m. rang
2. 16. Andersoni.
covvenaentnax
van
St n1wantz.
20, 278, 52.
Wordt verzocht, in het
artnoord, te dagseb-
venine en het nummer
dere maunteurie uit
te drukken.
vn
Getal der Bijlagers
17 4t4 40 70
Nader v2 2e Maart 18 10 Nt. S.
baaaxanixo, de 7 Maart 1448

Klilliu de Bruy
atrctes, napier de prre
pnlichtogee voorlosig te dun
det Comntrantin

opdle
10els.
de
Soukel niet nultes
by het beaertwerd van dee
acopen.
dies oceral te lette
seve
degal
By een opzettelyk in het werk gesteld
onderzoek van het reglement op het verleenen van
penstoenen aan burgerlyke ambtenaren in de Neder„
„landsche West Indische kolonien en aan derzelver
Weduwen en natelaten onderlooze wettige kinderen,
vastgesteld by koninklyk Besluit van den 7 October
1648 n: 72, zyn ex by my omtrent de uitlegging, van
sommige der daarin vervatte bepalingen, bedenkingen
gecezen, welke ik my de eer geef, by deze puntsgewyze
aan Uwe Excellentie kenbaar te maken, met het ver„
,zoek, om my dezelve goedgunsteglyk te willen oploesen,
op dat de uitvoering, van het genoemde reglement,
in den geest by het Hooger Besteuur bedoeld, opregeld
en zonder het begaar van dualingers plaatskunne vinden
10.
Aan Zyne Exeellentie den Heere
Minister van Kolonien