Blader door transcripties » Nationaal Archief / Rijksarchief Zuid-Holland

archieftoegang 2.10.02, inventarisnummer 6, pagina 107

in Surmame.
Elit ht ti diar zake
van den betroteten Oppeoland„
soogs ontvangen birigt, dat
15 Noybr 1449, N: 695 heb
ik gezien, dat tot de ovorbringing
herwaarts van de ontboder
kloedzuigers de drisevistvertick
kende oorlogs bodums zullen
bestemd worden.
or afprachting van de bedoelde
braendingen, heb ik het raadzaa„
geacht de midemrkrag rael
mijme amttgenoot voor de Marin
in te roepers mit opzigt tot de
te nomen maatrigelen, om de
bloidzingers in goeden Staat
deezelver verder bertemming
te doen bireiteer; en is mi
van zijne bereidwillighne
tijnen
daartoe gebleken int een brief
i d deze Ll 181.
Ik hoop alzoo binnin
kort te zullex zijn in staat
gesteld WAlkes over een
der onderworpwlijks bezondingen
te onderhouders.
98.
1
vreaxrzanear
v4N
MAAINR.
46. Wordt verzocht, in het
antwoord, de dagteekening,
de letter en het nommer
dezes, naauwteurig uit te
druhten.
Litt. O.
10. 81
betal der bijlagen.
5084
19
Vaele s 144 Maart 1650 NeS.
iararonnare, den 8 Maart 1851:
1.
Ingevolge het verzoek vervat in Uwerlgeillen
ctis brief van den 20 February A Lt. Rd exc 6,
het il dien brief en de daarbij behoorende by„
lagen, Cwelke bijlagen hierbij teruggaan) mede
gedeeld aan den Inapeateur Generaal vande
Geneerhundige deenst des Land en deemagt en
naar aunleiding van het van gemelden Inspecteur
Generaal ontvangen advijs, heb ik, negens de
verwacht woedende aanvoeren van beloekreigen
eint OostIndie, de noodige aanschryveng doen
afgaan aan de Dirccheuren en Rommandanten
der Marine te Willemsvord ente Vlissingen en
aan den Kommandant van Ze. M. deemagt in
de Maaren Goedereede. Van die aangehryeiin
dae ils een opschrift beij dere aan Uwe Excellentie
toekomen.
Hiermede, zoo ik vertrouw aan Ulwer
lycellenhies verlangen in deze voor zoo verre„
zulks reeds nee konde geschieden voldaan
Chebbenden
Colonien
Aan
Zyne Exeellentie den
Minister van
R
De Minister en