Blader door transcripties » Nationaal Archief / Rijksarchief Zuid-Holland

archieftoegang 2.10.02, inventarisnummer 6, pagina 49

Luik is dit anders, de ondervin„
,ding heeft bewezen, dat wij
gedurende het hevigste van
den Belgischen opstand d a
10000 geweren uit Luik van
den Heer Malherbe getrokken
hebben, buiten bemoeijenis van
het Departement van Oorlog,
door tusschenkomst van den
Heer A: P: de hock te Rotter,
„dans. En dit is natuwrlijk,
want de handel in opene plaat„
,sen bezorgt aldoos uitwegen
aan eene gevestigde industrie.
In eene vesting is dit anders.
Mijne bewering, dat de geweer„
„makers industrie de Maastricht
nog niet is daargesteld, tracht
de Overste Brade te wederleggen,
doch hij moet daarbij erkennen,
dat de loopen, laadstokken en
bajonetten van Luik worden
verkregers; deze toch zijn de
voornaamste deelen van het
geweer. Ik betwijfel niet dat
de Maastricht sommige ver„
,wisselsdukken kunnen worden
vervaardigd, maar dit is het
punt in kwestie niet; ik heb
in mijne vorige nota, spreken,
,de van het vervaardigen van
geweren, aangetoond, dat deze
industrie aan de bevolking
van Luik eigen is, hetgeen
van algemeene bekendheid is,
en
ad 2
en dat het voornamelijk op de
loopen, die de uiterste zorg ver„
,eischen aankomt en wij voortste
Luik geweren bestellende, niet
anders doen dan andere Gouver„
,nementen, evers wijsselijk doen.
Wat de ladenhouters in„
,dustrie betreft, deze is door de
debouchés, die de Heer Slevens
bezit volkomen gevestigd: Reeds
voor 1237 dreef hij daarin handel,
hij dacht er toen niet aan
ook geweren te maken.
Het cijfer van 11000 stuks
geweren, die het Departement van
holonien zoude benoodigd hebben,
doelt vermoedelijk op het geens
men in vroegere jaren voor
het armerers der vestingers op
fava meende noodig te hebben,
maar dit eijser wordt van
zelf gewijzigd door de verande„
,ting, die in het stelsel van ver„
,dediging is gemaakt en door
de betere uitkomst, dan men
had gehoopt van de stelsel=
verandering van geweren op
fava, onder de leiding van
den hapitein Ewijk tot stand
gebragt; immers men dacht
niet dat op 16, 225 geweren,
slechts 141, als onbruikbaar
zouders moeters gesloopt worden.
Rapport van den Capitein
Ewijk
ad 3e