Blader door transcripties » Nationaal Archief / Rijksarchief Zuid-Holland

archieftoegang 2.10.02, inventarisnummer 622, pagina 7

staat van zaken, Nederland, dat in zoo veel takken van
handel, scheesvaart, nyverheid, kunsten en weterschappen,
zijnen roem 12oo waardeglijke weet te hand haven en uttte
breiden, dat de gededinging met de grootote en magtig„
,ste gatien niet vreegt; t waaron zou het alen ge„
,achte en geëer beedigde Nederland, ook niet in de onderner„
„sielijke omstundigheid zyn voordeel kunnen doen
mett eene, exploitatie, of eigen boden, die op vreemden:
bodens opn andere staten, milioenen sesiato op levert.
De Ondergeteekenden door drongen van het
besef der belangrijkheid van het onderwers, dat zy
gewaagd hebben onder de aandacht, van Uwe
Massesteijt t brengen, hebben in dit adres Sere.
geen losss denkbeelden daar heer geworseen, maar een
gevoele geuit, welks juistheid door eene veeljarige on„
,dervinding, en eene velkomene bekendheid met de diamant
„nijver sesid en den diamanst handg bijkingeijkf
Dit, besef en de verwachting van het vele goede,
dat voor Nederssand en zijne Oostf, Indische bergtlingen
kan ontstaan uit, de Aernerenlyking van het denlisbeeld
dat de ondergeteekenden, zich OdsArijheid hebben veroorloofd„
aan 6 M: voor te leggen deen hien met vertrouwen
een stafs verder geans en tot Ulwe Masesteit, het eertiedig
verzyk rijgte dat sest Slo: D: mogd behagen in
beginsel goed, te keuren, en aante neien: Aeftaand de
ondergesteekenden zullen worden afgestaan op het eiland
Bofneo die gronden, als welken dopr hunnd ryhdons„
,men aan digmnantmijnen, geschikt zyn tot de
beoogde exploitatie.
De Ondergeteekenden gelooven voor
het oogenblik niet verder te hunnen en mogen gaan,
dan hist doen van aanvragd wast, het begsins s betreft,
docs ninschen terens, Ell: Mo eerbiedig van hun vfornemen
kennie te geven, om dyo dre So:I Lich, zoo als
de Ondergeteckender hopen en menschen, met dat begin„
seh zal hebben ver eenigd, de onderhandelingen te
openen ont de voornaargs, waarop door U A6, en
Ulnst Massist ito regering, tot Ides verlangden afsland
Somoterdam, 3 Julij
1658.
Met de meest eer biedige gevoelene
nommen zij zich;
Sere
Van Uwe Messesteit
de Lest Ghybrzam en onderdanige
Onderdanen:
Was geteekend.
Oisterssen
1 Ocosse
zal kunreers wordens overgegaans.
Ds onder Heekenden, Seijen zic Sire.
dat Uwe Massesteit het hoogd genigt, der zaake er„
„siennend sal kunnen goedvaden gevolg te geven
aan hun verzoek, enzien met gerpannen verwachting
het berigt, 't gemoed, dat Uwe Majesteit
zii Anel zal willen verwaardigen hun te doen
tiekomen.