Blader door transcripties » Nationaal Archief / Rijksarchief Zuid-Holland

archieftoegang 2.10.02, inventarisnummer 622, pagina 6

dagelijks, en aangezien sulke hoogd prijues by dens aan„
Shoof van den rureys diamats trissten wordens besteed,
wordt aan het favrijkaat allengs meer belemmering
in den reg gelegd; Geend belempering, die nreede
het lesten varwerkien der edelgesteenten bykians on„
mogelijk maast en in het vervolg= by toeneming
der Herwaren en mocielykheden, die teerder dan Leene„
vermiendering daarvan t verwachsten is, in de hoog„
„ste mats nadeelig op deren tate van nijverheid zel
werken, ja weklig dien geheel doodds: terwijl voorts
niet, Gag worden uit Thel oog verloren de merkbaat
wordend strekking om. de Coliamantnyverheid op
vreemde boden over te brengen.
Hbet denkbeeld dus, an de rijks Diamant mijnen
of Bornep t doen eeploiteren is door de onderfctee„
hienden ontnorsen, en na rijfi over leg houddn zij het
allleins voor soemerenlykingsvat beat. MAsahi„
taal, Laakkennis, goeden wel, rast beradenhaid, en
geschreagd door de sonders teuning van den Vorst des
lands en zyne regeering, kan Ede exeploitatie van zoo
vels verborgen liggends schatten voor Nederland,
en zijne bewoorges eine aanzienlyke, mitd vlveijend.
bson van rijkdom worden, en & lands roens of het
gebied der nijverheid in de ruigste mat vershoogen.
Il Af is den Ondergeteekenden besiend, dat
oroefer pogingen daartie van regerings wege in
hest neftie gesteld, niet de gesengeltte Aitkomst
hubbes mogen osclevereyt, doch men sal bij de
beschouwers van dit feit wel niet kunne uit
het vogver lieren dsomstandigheid dat die pogingen
niet herders voortgeret, omde de aanzienlijke kosten
aan de exploitatie der Diamant mijnen op Borneo
verbonden, het gebrek aan der kundisgen efs aan genoeg
„zame arbeiders, die wortzetling belemmelders, Hemijs
wannest d. proefnemingen Giet waren gesteakst ge„
,worden, gellift nus Reeds de Nederkondsche Villonial,
nyurheid met eenen reet bloeijenden tak zou zijn
verrijktt.
le hoasta
hij vriss
ky
Il lo nog ter beyeiking van dat genigtigg doel, middelen
aan t menden, stellps de Ondergsteedienden zich voor
als nog al die bestaanden dochongekends rijkdommen
t voors, ceyrs t, brengen, en te die vrucften t doen,
owerfeen, welke er van kunnen en mogen vernecht
worsen is hun mnoch. Zij worden daarin geleid door
de bovenstaands beschouting, waarhij zy Uch, eer, biedig„
„lyk de vryheid ver oorlovck tot nadere, trelichting
Mnog te broegen, dat, in de eerst pleats, door de
dessolvitatte der Diamant mijnen op Borneo, de
Nederlandsche nijverheid zal Onordent gebaat niet allens,
maar dat ooke in de tweede p laats het onochat baat
voordeel zal worden verkregen, dat Nederland in
de voort brenging van den ruwen diamant, niet langer
zal, 6 Aigeverd afhantielyk te zijn van Groot t
Brittannie, waar, met ultoluiting van alle
anderie Landen, alleers de quarkt van de voortbreng„
„selen der Braziliaansche diamarstmijnen, genodegd
is, en tot nadeel van zoo velen gevestegd, blyft.
Ten gevolge van dit monnapotie heeff de prijs
der gronds tof zulke eene hoogt bergist, (dat
2of als reids, hier boven ie aangevoerd de Nederlandsch
industricel zs bijne niet Vian laten verwerkerig,
en dere bedroende omslandigheid, waarmede het
bestaan, van Zoo vele duigsden in den lande, ten
naaunste verbondens is, stretisie, den ondergseekenden
tot eenen Vrachtige prikhel, om by Cerhaling,
met zeer eerbiedsigen nadruk, ds a andacht van
Uwe Massesteiff op dere hoogst belangrijke aange„
lgenheid te vestigen.
In het geed vroger bij ds proefneming van rege„
,sings wege obrak Jhan Ahgns, maar de beschedene
Terding der ondergeteekenden, bij de veranderde omstan.
,di Seden, 280 fs, met betrekking tot den vooruitgang
der Wetenschap, als, tot vermefdering der stoffselfke
middelen in Europe, gereedelijk werden voorssien.
Eid waarom Virel. zo1 in zulk eenen gunstigen
staat van Szaken.