Blader door transcripties » Nationaal Archief / Rijksarchief Zuid-Holland

archieftoegang 2.10.02, inventarisnummer 6212, pagina 14

ad Aerb 1842. C te
Beknopte nota, ter toelichting
van de aangeboden uniformen
LIndischen dienst.
Soen in 1696 in begiensel beslo„
ten was, ook om redenen van hygieni„
schen aard, het mnoogelyke lectoerd
als opondstof voor de bovenkleeding
der mindere militairen in OostIndie
door een nollen Hof f sergef te ver
,vangen, is voor de uit die Hof voor
't gansche. Indische leger te vervaar„
digen kleeding de attila snit aan„
genomen, met drie losse Brandenbourgh
alleen in groote tenue te dragen;
Aitmonstering:
geel metalen knoopen
Inseenterie geel
wit metalen lenoopens
Cavalerie ponceau rood

geel metden tenoopen
Artillerie idend
geel metalen kenoopen
Ggenie
idem
Als hoofddeksel werd gehoren,
naast een googenaamd schotsch muts„
je (in het kuartier te dragen en voor
dagelyksche diensten, een kurken
helmhoed, met blaurderge bekleed
en, in groot tenue, gelroond door een
heraldieken leeuwenkop, overigens
voorzien van stervormige napenplaat
met oranje evearde en lederen Hormband
(het metaal voor de verschillende napeno als
boven.
Voor de Officieren bleef alles by
het oude. dy behielden dus het
oude snit, als hoofddeksel welleen
de pet, en als
Aitmonstering:
geel metalen ten oopen
Infanterie = ligt blaau
Idem
Cavalerie tood Choneeaus
dem
Artillerie
idem
Ggenie
idem
Alle.
Inverband
met het nevens,
staande worden
eerbeedig aange„
boders:
drie helmhoeden
van mindere meli„
tairen, naar het
Chans geldende mo„
del, d.1. met
leeurenk op
gekroond
(volgt bl2. 2.