Blader door transcripties » Nationaal Archief / Rijksarchief Zuid-Holland

archieftoegang 2.10.02, inventarisnummer 543, pagina 29

in een Gemeenebest, en dat, indien de acte
van benoeming is uitgevaardigd door anderen,
bij voorbeels zoo als in dit geval, door eenen
Consul Generaal, ten boehoeve van eenen
minderen agent, op dezelve, na verkregen
toestemming des Konings, Slechts een
visum wordt gesteld.
Na het tusschen onze Departementen
beraamde, om bij Poloniale erkenningen,
hier te lande niet te gewagen van de
positie der benoemden als vreemd of
Nederlandsch onderdaan, en overigens
in overeenstemming met het aangenomen
gebruiks, zoude dan het te verleenen
visum aldus kunnen luiden:

,De Heer Barnet Lyen wordt
,toegelaten tot de eitoefening der
werkzaamheden van Consulairen
agent van Fuankrijk te Parama„
ribo.
s'Gravenhage, den September 1856.
De Minister van Buitenlandsche Raken,
De Minister van Piolonien,
De Minister van
Buitenlandsche Laxen.
Geuers van Eudissels
tlott.

81.
zijnde dezelve in overeen
stemminge met diese voor„
komende in de ter zake
van het koloniaal Bestuur
van Suriname ontvangen
bescheiden.
De Minister enz:
1917