Blader door transcripties » Nationaal Archief / Rijksarchief Zuid-Holland

archieftoegang 2.10.02, inventarisnummer 4, pagina 28

van meen gezag, dan eenen blao„
,ten Cammereiel agenk, derwaarts
te zenden; en dat eindelyk zyne
Majesteit zulks aans Ministers
averweging aanbeuelende, daar„
„by echter niet op het aag had
de herbenueming caduquo van
den. Heer Tenn van Baxel, welke
alleen dan Jan kunnen plaats
hebben, wannur hy voor de
betrekking van Cansul werke„
„lyk geschikk was te achten.
eenige dagen laten schreep
de Minieter van holaniers dat
de onophoudelyke adressen, zoo
aan den gepensianeerden Gene„
„raal Majaur Teuw van Basel te
Zutschen, als van zynen zaan
Mo. J. denn van Baseb te Bata„
„ria, de strekking hebbende,
van laatstgemelden tot cansul
uf Consul Gneraal in Phina
beuaemd te zien, hen Minister
het naadgakelyk deden achten„
om het Indiach bestuur ander„
„maal over dat anderwerp te
schryven, ter voorkaming van
een magelyk, hoecvel niet waar„
„dehynlyk misverstand en wel
dat by een adlres van gemelden
officiers
Missive van 30 December
1540 10, 25 (762.
officier, gerigh aan den Minis„
„ter van Binnenlandelke Eaken
uitgegaan werd van de stelling,
dat het Indisch dectuur zyne,
zaar nag niet naar Chinas
zan tukken tenug gehanden, om
,dat de Gauuerneur lunexual
zich, krachtens art. 55 der Grand„
,wet, anbevaegd aantte, ons zich
met de benoemingen van Candus„
inte taten.
dat, als oik werkelyk aan den
Heer van Basel mas te kennen
gegeven, zulks eene dwaling was„
als wordende de benaeming van
den Consul in China geheel
aan het Indiseh bestuur over„
,gelaten;
ten Slatte verzocht de Minister
om de onzekerheid waarin de
Heer senn van Basel zich, bij
voortdening sehun te beurnedlen,
zoodua mogelyk, door eene eind„
„beslissing te willen doen ophoir„
„den, en heu dan teuens te
kennen te geven, dat de consul
in China en andergeschikte
is van het Nederlandsch Indien
bestuur, en ins geene onmidde„
„lyke betrekking staat tot het
os perbestuur