Browse transcripts » National Archives / Archives South Holland

archive access 2.10.02, inventory number 4229, page 34

36.
is mogen gelukken, den Ontwerper
dier dispositien te dien aangien
te hunne; bijstaan;
dat adrestant ecutes guurne de
bekenkenig han afleggen, dat hij
bij de Hoepasting van de meerge„
melde Instructie op de onder
zijn bevel dienende Officieren,
gedurende, deven aentereen tol„
gende jaren in zijn tegenwoordi„
gen rang en des commandant
eluer compagnie Infanterie,
zoowel in vredes gurnegoenen,
als te velde en Zuntstelyken, 1689
en 1887 uls, Onderbevelhebber
op de Oostkust van Duinatra
steedt gebrick heeft mogen maken
van zyne ligenaardige Haut„
hundige en godt dienst beginde„
len, in verband metde doorde
wetten gebiedende, billijkheid,
,rechtraardigheis en naunge.
„retheid, aengevolge waurvan
hij Meeds, bepauld e Hellig
zel behoorde te uiten in de toor
hem uitgebruchte adviegen, onbe
meer, betreffende de invulling
van dehobbeumen, 179 18 der
inte dienen betrekkelijke conduite
rapporten, handelende over de al
,of niet volkomene geschikethend
„en vereischte leekwaamheid tot
,het kekleeden, naar behooren, der
hoagere bellefekingen van de
onder gijne leiding dienende,
vele dubasterne officieren;
dat hij hoopt, hem zul kunnen
werden vergeven, indien hij terens
in dit adres bekennen moet, dat
door
1 en meerdan eens als, Wrcomet
van lly batalton.
37.
door hem en vermoedelijk bij
nadere ernstige overweging
meer met adressant te vergeefs
wordt gezoekt naar het ten zijnen
aangien toegeparte, zeehts begin„
dele. bij het ontwerpen der voor
adreatantis currieré, ook gebi„
rende zijne, beri=beri en honne„
„steek giehten in Nederland niet
,tengunste estrekkende dispodi„
„tien van het departement van
,Orlog, t Bureel, dufdecling,
„dengevolge waarvan zijne voor„
„uitgichten in militairen landt
„dienst niet, onbelangrijse in
,gevaur wordt gebraekt, zelfs
,met, eenroudig voorbijgaan
,in bevordering, nu hij meerda„
„28 jare, lunds diensttijd moolit
„tellen, zich niet heeft, kunnen
„schuldigmaken aan, te hortho.
,mingen bij de wet aangegeven
„en ij seeds getructl heeft
„meer te doen aan zijne plichte„
,in s'lands dientt hem mochten
,gebieden; len en ander tot meer
„dan gerroue terredenheid en Waer„
„deerinqe. van zijne vele, Infan„
„terie bruepen bevelhebbers
„en verder tot groote zelpoldre„
„ning van den deder 19 April
,1887 als, zeer voorwaordelyk
„toerden hoogeren rung. aange„
,merketen, wegens gilkte, afgetredee
„Onderbevelhebber dil en 188jen
1888. meer dan voldoende heeft
„mogen lijden van den in zijn
ommra ie e ee Liehaam
11
aan de ziehte; Verlangen, om te laarlen vrouwe kenderen Hergte gien