Blader door transcripties » Nationaal Archief / Rijksarchief Zuid-Holland

archieftoegang 2.10.02, inventarisnummer 4229, pagina 28

24.
der geganenlyke traepen in de
Afdeeling Tamcang opdeppens
Reli. Ageh;
dat de lijder ook te dusivas, om
voirts te bequippen, dat, zooals
welliekk meer dan een pertoorstal
hunnen opmaken iemand, een
,Indische leger dienaar moet zijn,
om de Munnen tellen een zeer kor„
ter diensttid bij een Indische
,leger.
dat, mocht uit een, zichte ij staat„
hundig vogpunt beschouwd,
minder juist kunnen worden
gevonden, den hierbetrokken
Mapitein, op 19 April 1887. tetoe„
aanmerken, als, een Indische
leger dienaar, om dat men hen„
wel zal kunnen begrippen onder
den landsdienaren, dan han
naar alle waarschijnlijk, een
„lands dienaar wettellen
een, zeer Norten dienstlijd in
zijn tegenwoordigenrang bij
zijn, Aijh, hetwelk hem een in„
Nomen vergekert, teneinde va„
dien landsdienaas dientte„
te vorderen; doch het galniek
erg gemakkelijk Munne werde
gevonden, om wellicht iemang
te doen overtuigen, dat zoo is
lands dienaar, een Indische
leger. nog zeer hort dient in
zijn degenwoordigen rang,
Aengevol„
tengevolge waurvans, in onders„
werpelijk geval, hejn, die op 14April
1887e. zeveri achtervolgende jaren
in zijn rang, den lande moeht
hebben gediend en volkomen ge„
schikt, en bekwaam werd bevordel„
door, Infanterie troepen bevelheb.
bers, ook te velde, opdien datum
is kunnen zijn, onthouden het
voorrecht van, aantpraak, op beror„
,dering: wellicht niet geheel in
overeenstemming met den last„
vervat in de bij„ Reyeerings besluct
vastgestelde, Instructie, welke
werd gearresteerd, om dienover
eenkomdtig de positie der
militaire, lands dienaren
Hoofd. en verdere officieren derk
Nederlandsche landmaekt
bevoaten de Naap de Goedelloop
te regelen, hen te beehandelen
en hunne vooruitzichten
in 's lands dienst te verzekeren,
ook in verband met den last„
vervat in het Konintlijk
besluit van 18 Augustus 1871.
N.10 fHuutablad in Ned. of.
no 7767, waarbij wordt. bevole„
om den duwe der 5 jaren
detacheering van genoemde
Officieren bij den Nederlandsde
landmaekt ook hiertelande
,aantemerken als, diensttijd
in hun rang en voor de pentioens
berekening, terwijl zij verderdeele„
in de, bevordering van het wapen,
waartoe zy behooren;
dat gedel op de omstandigheid
Omdat de disponitie van 19 April 1887 de met die
Aal
Instructie ovrijdige oomaarden nocht bevasten.