Blader door transcripties » Nationaal Archief / Rijksarchief Zuid-Holland

archieftoegang 2.10.02, inventarisnummer 4229, pagina 18

,der Infanterie van de Nederlandsche
„landmacht in Nederlandsch ovek inte
„slechts 6 a f jaar behoefden te dienen
,in hun rang, om beverdere te mogen
„worden tot majoor,=anders goude
adresdant Aaen diensk mogende pees„
teeren in zijn tegenwoordigen rang,
als, gedetacheerd bij het 4 Regiment
Infanterie, in billykheid en reestraa„
digheid, 6 jaren hapitein zijnde,
deer zeker kunnen zyn onthouden
hek, recht op bevordering, eenig
en alleen, met het oog opden nogzee„
Worten diensttijk in zijn tegennoor.
digen rang bij het Indische leger,
ondankt het Koninklijk besluit
ad 18 Augustus 1871, S. 10 Staats.
blad in Nederlandsch. oost indie
N. 176 mocht bevelen, batde, gede„
tacheerde officieren behooren te
deelen in de bevordering van het
drapen, waartoe zij behooren;
dat dit treurig lot, gelukkig niet
mocht breffen, onder anderen, den
Hapitein der Infanterie W. A.
Schmilau, van de Nederlandsche
landmacht in Nederlandsch
voat indie, vande aanstelling in
dien zang 21 Augustus 1871. die
als, seugdig hupitein mocht zijn gede„
tacheerd gewerden by het begement
Infanterie te Arnhem, Veneinde
op 27 Februari 1879 te Hunnen
wirden bevorder tot majoor een
daarna bij de landmaekt in
Nederlandsch oosk in die mederom
zoodat die tyd de detacheeren gj behoort Ae„
2emeen ueei oan aoor de pensivens hrekeninx
Noot 11
den lande in zijne nieuwe betrekking
te dienen, en ook mijns inpens niet,
om het leger in de overgeesche beiet„
dingen dienst te presteeren, doch wel
slechts daarbij te worden ingedeeld,
om dienst te verrichten voirhijne
Majesteit den Koning en het Vader„
„land;
dat de hapitein der Infauterie van gemelde
landmacht L. N. 4 Boellaard
van de aanstelling 17 October 1872.
na 3 jaren in deerzang met verlof
wegens giekte, en daarna, Zijfaeht,
eenvolgende jaren bij het 17 Regi„
ment Infanterie, als gedetucheerd
teblaarlesen
,den lande te hebben gediend
in dien rang, op 20 kecember
1880 is Muernen gijn bevorders
tat majoor:
dat de Kapitein der Infanterie
N. W. Hlofstede van de Landmaer
in Nederland, aanstelling 14 Juni
1875. in 1875 als. jeugdig kapilei„
mocht werden, gedetucheerd bij
de Nederlandsche landmaght
in Nederlandsch- oook indie
gedurende Slechts, elfachtereens,
volgende jaren en bij terugkond
in Nederland hon worden bevor„
derd tot majoor bij het H Regi„
ment Infanterie, zonder te
mogen ondervinden, dat de luite„
gechter.
nank Generaal van het Wapen
der Infanterie, Inspecteur, dien
Mapitein