Blader door transcripties » Nationaal Archief / Rijksarchief Zuid-Holland

archieftoegang 2.10.02, inventarisnummer 24, pagina 23

der holoniale Marine, en de sints jarens destre„
gens in Nederland plaats hebbende beraadslagingen
siens Reg. zonder daarvoor speciaal of officieel
eenig verzoek gedaan te hebbers, blijkens Aanschuijving dars de
Staatsraad belast metste directie van het departennent descratio
Tiale Nijverheid en Tholoniers, s Graveschage dato 2 December 1831
21e. 24, bekend werd, inte gaars met 1e. Januarij 1632. in deszelfs
hebbender Rang, als hapteirs duitenant der koloniale cllarine
pensioens te zijn verleend, waar door deszelfs te makene Carriere
klotseling werd afgebrokensers hij gedrongen in, betrekkelijk
bekrompene omstandigheden te moetersleven, waarom hij
Vieg. zich en ofschoord zulks steeds druchteloof is geweest, hethaal
delijk heeft geadresseerd tot verbetering van derzelfs geldelijke ors„
Wat der heo. pensioers, oms niet te gewagen dan de Civiele Aonte
haren, tochwelin billijkheid gelijk behoorde te staan, met dat
hietwelk zij met denelfde srang gepensioneerd dan de Armee in
OostIndien genieten, doch doordrelke de bestendige Chefs in te
genstelling met de aswisselende bij de cllarine, beter schijnen
gezoigd te helbens, ook hebben die der Armee steeds de weldadige
belangssellende korgen van Zell: mogen ondervinden enlaats
nog als blijkt bij zell. bes lucit dato 24 November 1842 8. 16 naarluid
dan dat vurs den Gouverneeve Genneraal van Neerlandsels Sordien.
8. 8. 24. Juniij 1842, houdende weldadige bepalingeenen jaarlijks
uit 'skands kas te verstrekkensaankienlijke chibsidie tot verze=
kering dan het genot dan Verhoogd pensioen, Waar door ds ge„
rensioneerden der Armee in Neerlande et Indien, zoo zeer boven
die der koloniiale etlarine bevoorregt ja gewaarborgd zijns, terwijl
laatstgemelden szelfsnimmer gelijk de eerstgemelden in de
gelegencheid zijn gesteld, gelijk Caveive te kunnen genieten,
Waarop in billijkheid vermeenen, zonder aanseeniigh merites te
hort te willen doen, gelijke aanspraak te hebben.
dat de billijkheid ja belangstelling in het soit dan hen die zich
aan de dienst in voos Indier toewijden, te verbeteren, eindelyke
is erkend, blijkens door der Gouvernieur Generaal van Neerlandsch Iis
dien genommen besluit van den 17 augustus 1849 e1. Isidé StaatsCourand
31 October 1849) houdende daststellingers bepaling oprichteris gerrot
van Verhoogd pensioens in billijkheid tenigeerkende op Vroegere
gepresseerde diensten ins oostIndien bij de Holoonial Sellarine, waar
mede eene zoo veel jaren reeds bestaande onregelmatige bevoos=
regting danhekeene Corps boven het andere is weggenomen, Thans
de billijkheid tevens vorders dismede te herstellen, opzichtens de
mressiens heg. gepensioneerdens der holoniale clarine, nog hoogstens
9 of 10 hoofdersuitmakende, afnemende omsder jarensille, hetgees
voor allens te zamen slechts een e uitgave van p. 1 f5000, zal vorderen,
leste Comste gering, om blijvend te doen zijn, eene ten hunnen opzichte
boestaande doorgaande benadeeling en mirsedelmoedige behandeling
invergelijk het die des Armee in derelfder lang gepensioneerde,
lis
en alzoo ook heir Reg instaat te stellen en gelegenheed te gevens
gelijke aanspraak te doen hebben, door dezelfde bepalingen doirhem
reg verbindenge te maken, welke onsdan het Verhoogd pensioen te kun
rensositeren zijn doorgeschreven aan de zicts in Oosvendien bevinden
den Dans, et Corps der holoniale clarine volgens gezegd besluiss.
dat hij Hegzich serpligt vind Uwelpeelt. te doers opmerken, hoe que
end Het voir hem Reg is, bij hetgeldelijke verlies geledensins OossIidische
bezaldiging, na zonderfaveurgenieting danrang verhooging bij een
corps te zijn overgegaan, welkt bestaan blijvend moest vertrouwen,
eene draacheid te zijn, dootsdraarins doit droegtijdige bedoelde ver„
nietiging denelfs te makene carriere gemankeerd heeft, daar zon„
der het aanzijn dan ditlorps toch bij hlt Nederlandsche Coris had hun
den doordienen, en maghij heg Uwe Exeell. daer bemerken, thans naar
onderdor van diendt in dolgogde na de Vice Admiraal Van den Boich
in OostIndien bevelvoerende zoude optreden, bij Invertevollen dienst
enlangen duurden daarzijsin oost Indien shet verlies van gezond=
heid nog na jaren Stevens geldelijk minder bevoorregt te worden,
als de zoodaniger Wier levens geschiedenis hen laniger dan de Reg„
in Oostendien daet zijn, te meer daar hij Reg Vermeenf bescheidenlijk
er te mogen bijvoegen, dat op betoonde bekwaamheid of gedrag
gene aanmenkingen bestaan en daaraan te moeterstoeschuijven,
Van 12 jarer na desselfs op pensioenstelling bij bijzonder besluit
Van Zall. d. d. 12 April 18414. N. g1 depertdhebben genoten tot hidder
derVrde van de Nederlandsche Leeuw benoemd tozijn.
Wat hij Reg. hoe druchteloof zich tot eenige finantiele Verbeterin„
geadresseerd en daaraan dootdurend behoefte hebbende alssteeds in
betrekkelijk bekrompene omstandigheden levende, mes zijne door
het Inudierch klimaat Verwoeste gerondheid, bijklimmende jaren
is het belanig van Vrouwen kinderen, deimeent heeft Uwe Gxeell.
door indieningdan dit adres de gelegenheid tevens aante bieden,
omsaans de bekende zucht dan Uwe lxcell. t doldoen, ons de bestaan
as onbillykheid te doen ophouden, zoo als indere ter soprichte van hem
Regplaat, dindl, en draaraars reeds zoo vele jarenzichsin stijd met alle
billijkheid heeft moetens onderwerpend, doct aan Uwe Excell. overblijfd
daaraarseen seinde te makens.
Inwelk vertrouwens hij Reg. steunends op het beken de regtschapen
Karakter van Uwe Eycell. en dertrouwende op de regtmatigheid en billijks
heid dan de zaate, die aan Uwer xeell. beslissende behandeling bij dese is
dverdragende, zich tot Uwe Gxcell is drendende, onderlesperticeus Verzoets
dat het Uwe Egeell moge behagen, zopdanige beschikking in eereteniemen
dat hij heg doer zijne nog te lever jaren genot hebbe van het verhoogdperine
sioen bij geregd Wetluis danden Gouverneur Genieraal van Neerlandset Iendien
17ctugurus 1849 aan denelfs rang daarbij toegekend, daar het ongerijmd zoude
zijn hier aan eene achteruitwerkende bepaling te willen denken, doch maghy
RegUwckpeell in overrreging geven hoe groodzeed, het verlies is, sints zoo veel
bij dverloop geleden, die de behandeling de koloniale cllarine aangedaanshem
Reg. heeft doersondervinden, ja het zich als eene Straf zal hebben aanserekenen,
immerbijsdatil, pste hebben gediend.
T. welk doenae ged
Meey. Juny 1650.
J. H: Va Nempe