Browse transcripts » National Archives / Archives South Holland

archive access 2.10.02, inventory number 22, page 13

gevoeld, om den lande nog eenen ge„
„ruimen tyd met vrucht te dienen, maar
dat hy geevene zoude wenschen met eene verhooging
van rang tot het OostIndisch leger terug te keeren.
Suppliant meent te mogen hopen en ver„
„trounen, dat de diensten, door hem gedurende
eene reeks van 12 jaren den Lande in Oostindie
bewexen, niet alleen by het Ministerie van kolo„
,nien, maar ook by Uwe Majesteit genoegzaam be„
„kend zullen zyn, en dat hy niet noodig heeft.
die met opiettelyke bewypen te staven. Mogt
Une Majesteit intusschen verlangen nader omtrent
des suppliants Melitaire loohbaan in Indie te
worden ingelicht, hy verloouwt dat EEd den luit.
Generaal Lochius en de Generaal Majoor St. vander
Wyck, voeger kommandanten van het OostInde=
„sche leger, bereid zouden zyn Ure Majesteit de
volledigste inlichtingen te geven. Met allen
eerbied neemt suppliant sevens de vryheis, by
dit request overteleggen een afschrift van zynen
staat van dienst, maaruit Uwe Majesteit sal kun„
,nen blyken, dat hy steeds met eere gediend heeft,
dat hy reeds in 1839 benoemd is tot kommandant
van het 3e. groote Melitaire kommando in OostIndie
en in die betrekking is gebleven tot aan zyn ver.
„trek naar Nederland, en dat hy in het jaar 1316
als kommandant van de 1e Balinesche expeditie
op het Slagveld te Belcling door 2E den Minister
van Staat, Gouverneur Generaal van Niderlandsch
Indie tot Kolonel is bevorderd.
145811
Voorburg den 23 Maij 1850
Naeder 1 Juny
Het is om te volotoen aan Mossullen
schrijven tot 16 dezer ditt (129.
bij gevaen dt requett; dit ik met terug
zending der Hulken, de ler heb Hoogtt„
denzelve te berigten, dat den hollo„
nel G. Bakker bij mij bekent stant
als een braat, artict, en zeer hundig
Infansterie Hootd=officier, die daur bij
voor zij heeft veel ondervindin, en
kennio, in de indische vorloogen
die alleen daar t Land en prac„
tische opgestaan hunne worden.
Wiits zal geloot il dee mijm vor„
Aecluillin biter Haven, dan dat
ik hem in 1846 toe il als leevel
hebber des Indischen Legers een huiz
moest doen, vooreen chef der
eerste Balicsche Eypeditie; Dien
op den Kollonel Bakker viee, als
hoedang liij ock ten volle an
zijn instructie e mijn verwach
tiny heft voldaan. Ja door zijn
derniteit vua vis den chif der
Marin, die een minder Aaelm
ten guint porle en mijn oordeel:) voor on
Landing wilde kichen als Bakker, hij
gevro getoordt heeft, vnstheid en
Aa
zyn Excutentie de Minissen
van kolonie