Browse transcripts » National Archives / Archives South Holland

archive access 2.10.01, inventory number 8, page 12

wula te laten onmaten de noocge
ondathent werkenen
Li

man
butesten voir de
wit
catselaar zeerk van de Londgate
Lant
iitieneit nrreg mott biral vacen
en aaaby in het oog te houden, dat alles
duiaeit en namwtentig worae omscheven,
in niets daar worde vervat, het gelof
niet alreeds is ongegeven, of niet nee
hongknoodgekelyk, zal bevonde worden
alles inquiert na de neactulyte
gewoonte, en naa den lisch van tet
wuk. zo spoedeg ik dene bestekten
van U mnb ontvangen, weer by levens
gevoegd moet zyn eene zo na mogelyk
bentening den loste voor iede wat
zae ik U nader myne, deinontie deneig
doen kenne Anege ik toorlonch
sulezge a Zenet it u ievens
de origineert Amurcedalle va de
He. van Eck Mapues ten ende dgelve
als nu kan worden geregutrereh
dit afselonen zynde verzoek it de
helft actloste van de gevellene koten
mutrende het confectioneren deer
Humeedulle, waaronder kennegh de
regestictie korten begrepen zyn, va
tc
genoemde cteere te recomeren, wet te
teenereminttigd sijnt ratteragnent
htben, ee de het huurcontrent zelve aan„
nus teneg te zenden.
om hewee welttijt igt, kenne
aragen.
Raes mede de ongave den Walvage.
die voorhee zye geemaloyeich
1 Mer 1815
447
Requeest van Hope v: tot admissis
der Lading Thee van het Schalp
Branganza
Geeren een Regueest van de kooplad„
Hope Compe. te Amst. denarba
om aangevoende redenen vernoekende,
dat hem meag worden toegestaan den
vrien mover van de Ladens Thee
van het Schip Braganaa ge„
voerd worden de voorckapitein
Pairies Brovnzzodanig als dezelve
heer te Lande zal anriveeren op
de Pakhaccie van det Minesteris
onder oppertoerigt van hetzelve
op te slaans, en na annvement
van het zelve schip in de allereerste
verkoping te worden gebregt, tegens
betalingh den by de wet bepaalde
onkosten ecognatie, welke zij ver„
trouwe bet naat boven de 5 pfr.
zal worde gesteld, als worden de
gemelde Ledeng drect rech Chaia
aangevoend.
,heeft goedgevonden en verstaan
gemelde Requeste te stellen in handen
van de Heer Commissaris voor de
Oost Indische zaken, ten fine van rapport.
Soll: S. F van Son.